Toerisme als ziekte
Vakantieliteratuur
Wandelingen in Rome
foto © eigen foto
Misschien vindt u Stendhal een tikkeltje elitair, maar zou u hem in alle eerlijkheid ook willen tegenspreken?
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnement‘Niemand houdt van een zieke. Ook niet een andere zieke’, schreef de onvergetelijke schaakmeester Jan-Hein Donner in een verzamelboekje van zijn columns (Slecht nieuws voor iedereen, Bert Bakker, 1987), en Donner sprak met kennis van zaken.
Hetzelfde kun je ook zeggen over toeristen meen ik.
Niemand houdt van hen, je wil ze niet, al zeker niet in je eigen stad maar ook niet als je elders zélf toerist bent. Het gezicht van weer een bende die achter de opgestoken paraplu van een cicerone aanstrompelt is stuitend en bederft het genoegen van de plaatselijke bewoner. Hij kan zijn eigen stad niet meer zien en moet gedurig het trottoir af voor barbaren die selfies aan het maken zijn.
Bij de besturen van bijvoorbeeld Barcelona, Venetië of Parijs lijkt het besef te groeien dat men te ver is gegaan. We mogen hopen dat ook in provinciesteden als Gent de geesten rijpen.
Niet dat ik zover wil gaan als Stendhal in Rome begin negentiende eeuw, maar ik begrijp wat hij bedoelde.* Hij had een geliefkoosd zinnetje waarmee hij zijn boeken, ook het onderstaande besloot: To the happy few.
Het genot van een reiziger verdwijnt bijna geheel zodra er in het Colosseum andere nieuwsgierigen arriveren. In plaats van zich in sublieme en boeiende dromerijen te verliezen, merkt hij zijns ondanks de belachelijkheden van de nieuwgekomenen, en hem lijken ze er steevast veel te vertonen. Het leven wordt verlaagd tot wat het is in een salon: ongewild luister je toch naar de banaliteiten die ze vertellen. Als het in mijn macht lag, was ik een tiran en liet ik voor de tijd van mijn verblijven in Rome het Colosseum sluiten.
Dès que d’autres curieux arrivent au Colysée, le plaisir du voyageur s’éclipse presque en entier. Au lieu de se perdre dans des rêveries sublimes et attachantes, malgré lui il observe les ridicules des nouveaux venus, et il lui semble toujours qu’ils en ont beaucoup. La vie est ravalée à ce qu’elle est dans un salon : on écoute malgré soi les pauvretés qu’ils disent. Si j’avais le pouvoir, je serais tyran, je ferais fermer le Colysée durant mes séjours à Rome.
Promenades dans Rome (1829)
Édition établie et annotée par Victor Del Litto
Gallimard 1973, xxxi + 874 pp.
_________
* Plus on admire Stendhal et plus on est intelligent (André Suarès).
Marc Vanfraechem (1946) werkte voor Klara (VRT-radio); vertaler, blogger http://victacausa.blogspot.com sinds 2003. Hij schrijft het liefst, en dus meestal, artikels met daarin verwerkt vertaalde citaten van oude auteurs, die hem plots heel actueel lijken.
Bestuurlijke nalatigheden die rampen erger maken dan ze hadden moeten zijn… dat soort zaken kwam al voor in de vierde eeuw voor Christus.
De laatste Amerikapodcast voor de presidentsverkiezingen: over een eekhoorn, vuilnis en slechte grappen.