Transparantie rond kernenergie moet argumenten van doemdenkers weerleggen
Nieuw initiatief: 'Open 100'
De technische plannen van bestaande nucleaire technologieën worden volledig bekendgemaakt door het Amerikaanse initiatief ‘Open-100’.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe technische plannen en de budgettering van bestaande nucleaire technologieën worden volledig bekendgemaakt door het Amerikaanse initiatief ‘Open-100’. Daarmee wil het consortium de geheimdoenerij rond kernenergie, en alles wat er mee samenhangt, doorbreken. Met een openbare broncode kan iedereen in principe een kerncentrale bouwen en kunnen de argumenten van de doemdenkers wetenschappelijk weerlegd worden.
Onwetendheid van de bevolking was voor de tegenstanders van kernenergie een belangrijke voedingsbodem waarin hun — op desinformatie gebaseerde — bangmakerij welig kon tieren. In deze waas van desinformatie konden dogmatische politici op hun beurt het laken naar zich toe trekken om kerncentrales te sluiten met uiteindelijk een kernuitstap voor ogen. De onwetenheid van de bevolking in het algemeen en goedmenende politici in het bijzonder heeft het hele nucleair industrieel apparaat echter aan zichzelf te danken. De nucleaire wereld koos er immers zelf voor om, vanuit strategische redenen, nucleaire energie met een waas van geheimzinnigheid te omgeven. ‘Open-100’ wil daar nu komaf mee maken.
De broncode openbaar
Wat is open broncode? Het voorbeeld van Wikipedia is op dit vlak baanbrekend. Wikipedia is ontwikkeld op basis van een open broncode. Het is dus geen enkel probleem on hun definitie hier over te nemen: ‘Open source software (soms ook openbronsoftware) genoemd, is computerprogrammatuur waarvan de gebruiker de licentie heeft om de broncode te bestuderen, aan te passen, te verbeteren, te verspreiden of te verkopen. De gehanteerde softwarelicentie bepaalt voor welke doeleinden de broncode ingezet mag worden. De ontwikkeling van open source software komt vaak tot stand op publieke en gemeenschappelijke wijze, door samenwerking van individuele programmeurs, overheden en bedrijven. Open source software is ook de meest prominente ontwikkeling in de open source beweging.’
In het toonaangevende boek uit 2004 The Cathedral and the Bazaar gaat Eric Raymond nog een stapje verder: open source software biedt het concurrentievoordeel in het internettijdperk. Volgens het Forrester-rapport gebruikt 56 procent van de geïnterviewde IT-managers bij Global 2.500-bedrijven al een vorm van open source software in hun infrastructuur en nog eens 6 procent zal het in de komende twee jaar installeren. Dit revolutionaire model voor softwareontwikkeling wordt omarmd en bestudeerd door veel van de grootste spelers in de hightechindustrie, van Sun Microsystems tot IBM en Intel. Sinds 2004 is dit in verschillende vormen bevestigd.
Verbeelding
Enkele spraakmakende toepassingen van open source-software, die tot de verbeelding van de lezer zullen spreken :
– Het Android-besturingssysteem is een dominant systeem. Het draait op Samsung, Oppo en andere smartphones en is volledig gebaseerd op de open source Linux.
– Cloud computing is volledig gebaseerd op open source software. Zonder dat de gebruiker het merkt is een zeer hoog percentage aan internetsoftware gewoon open. Open source maakt softwarematig zaken mogelijk, die in het verleden met een betalende model onmogelijk zouden zijn geweest.
– Zelfs dominante bedrijven zoals Microsoft werden bijna gedwongen om open source software te omarmen, uit te breiden en het vervolgens als een service verder te verkopen.
Met deze toonaangevende voorbeelden voor ogen wil ‘Open-100’ de plannen en specificaties van nucleaire centrales publiekelijk beschikbaar stellen. Zodat iedereen er niet alleen zijn kritiek zou kunnen op geven, de tekortkomingen ervan zou kunnen aangeven of verbeteringen zou kunnen voorstellen, maar vooral ook er toepassing zou kunnen van maken.
Hoe opener, hoe goedkoper
Een eerste opvallende vaststelling is dat een nieuwe open source-kerncentrale met een relatief lage kostprijs kan gebouwd worden. Om elke kostenvergelijking transparant te kunnen maken is het best cijfers uit te drukken per kW elektrisch vermogen. De meest recente kerncentrale ging onlangs in Finland online en had een kostprijs van ongeveer 10.000 euro per kW vermogen en een bouwtijd van 10 jaar of 120 maanden. De centrales die in Hinckley Point worden gebouwd gaan net dezelfde richting uit, zowel qua kostprijs als constructieperiode. Terwijl, op basis een doorgedreven open source policy de initiële bouwkost plusminus 2.800 euro bedraagt en de bouw ervan kan gerealiseerd worden op 18 maanden.
Er zijn diverse technische verschillen tussen centrales à la Hinckley Point en ‘Open-100’. In de open source-centrales wordt resoluut gekozen voor 100 MW vermogen versus 1.000 MW of meer in klassieke centrales. Voor kleinere centrales zijn er verschillende leveranciers in staat om daarvoor de turbines aan te bieden als een ‘common off the shelve‘-component. Voor de kleinere reactorvaten kunnen ook verschillende leveranciers aangesproken worden. Dit is niet zo voor de reactorvaten van Hinckley Point. Er is speciaal transport nodig om die ter plaatse te brengen, er zijn speciale kranen nodig om die op te heffen, enzovoort. Deze factoren resulteren in een veel hogere kostprijs en een veel langere bouwtijd.
Het ‘forken’ van een open source software-project is standaard in deze wereld. Een bestaand project nemen, het omarmen en er dingen aan toevoegen onder een nieuwe naam. De kennis is aanwezig. Het is best mogelijk om een Europese versie te maken van dit project dat ondersteund wordt door bestaande Europese COTS leveranciers hetgeen een transparante vergelijking van de kostprijs mogelijk maakt. Het is zelfs ironisch te noemen dat Siemens deel uitmaakt van het ‘Open-100’-consortium. Hadden de Duitsers niet net iets anders beslist over kernenergie? Hun multinationals denken daar blijkbaar anders over.
Het oude kernafval gebruiken als nieuwe brandstof
Wat het ‘Open-100’-project (nog) niet aangeeft is hoe we kunnen komen tot een gesloten brandstof-cyclus. Het begraven van kernafval is niet alleen een zeer dure oplossing, het is ook totaal zinloos! Immers, met innovatieve nucleaire technologieën kan het plutonium en het uranium uit de reeds gebruikte splijtstaven gewonnen worden, dat nog voldoende uranium 235 bevat om opnieuw te dienen als nucleaire brandstof. MOX, een Belgische uitvinding, maakt het ganse proces zelfs circulair. Indien deze mogelijkheid bekend zou geraken onder het grote publiek zou dit een enorme boost kunnen geven aan de ganse Europese nucleaire industrie.
Het dogmatisch verbieden van kernenergie doet zonder reden het licht uit. Daarom blijft het nog steeds belangrijk om deze petitie voor het behoud van kernenergie te tekenen.
Categorieën |
---|
De auteur is burgelijk ingenieur Metaalkunde, zag door Tsjernobyl zijn nucleaire droom uiteenspatten en bestudeert sindsdien veilige vormen van kernenergie.
Paul Becue, Karel Vermeyen en Jürgen Constandt: ‘Het is de enige manier om onze zuiderburen zich verantwoordelijk te laten gedragen.’
De ontmanteling van de stopgezette kernreactoren is nog niet begonnen, laat het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle weten. Alles blijft mogelijk.