Turken scharen zich achter leider Erdoğan
De uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen is een flinke opsteker voor premier Recep Tayyip Erdoğan, maar deze keer spreekt hij geen verzoenende taal tegenover de andersdenkenden
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe Turkse gemeenteraadsverkiezingen van 30 maart gingen over meer dan lokale politiek. De toekomst van Erdoğan zelf stond op het spel. Zouden de Turken het autoritaire optreden van hun premier blijven pikken, zoals zich dat had gemanifesteerd in de onderdrukking van de Gezi-opstanden in juni 2013? Zouden ze hem lik op stuk geven omwille van de corruptieschandalen waarin hij en zijn regerende AKP verwikkeld zijn?
Alles of niets
Deze keer vormden de gemeenteraadsverkiezingen een ware vertrouwensstemming. Mocht de AKP onder de zelfopgelegde drempel van 38,8 % gegleden zijn (het resultaat van de vorige gemeenteraadsverkiezingen in 2009), dan had Erdoğan zijn droom wel kunnen opbergen om in augustus van dit jaar te kandideren als president. Voor de AKP zou zo’n nederlaag het begin van het einde geweest zijn. Nu al was er dissidentie in eigen rangen opgeborreld. In Istanboel waren onlangs 4000 partijleden collectief overgestapt naar de sociaaldemocratische CHP en in Ankara hadden er 1500 de stap gewaagd naar de ultranationalistische MHP. Voor Erdoğan was het dus alles of niets. Hoewel hij zelf niet op een lijst stond, toerde hij het land rond, prijkte zijn gezicht op alle affiches. De gemeenteraadsverkiezingen waren als het ware parlementsverkiezingen. De slag om grote steden als Ankara, Izmir en Istanboel deed geen afbreuk aan die perceptie. Wie heerst in Istanboel, heerst in Turkije. De oppositiepartij CHP schoof in Istanboel de charismatische Mustafa Sarigül naar voren, maar zelfs die moest het uiteindelijk afleggen, niet tegen de ‘onzichtbare’ AKP-burgemeester, maar tegen de overal zichtbare Erdoğan.
Overmoed
De 45% die de AKP over heel het land behaalde, is een succes. Zes procent meer dan bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen, vijf procent minder vergeleken met de parlementsverkiezingen van 2011, maar op lokaal vlak scoort de AKP sowieso altijd minder goed. De kiezers geven dan immers uiting aan hun misnoegdheid over de lokale werking van de partij. Maar deze keer wilden de AKP-kiezers hun steun betuigen aan Erdoğan himself. Als dat klopt, zou er toch wel een neerwaartse trend in kunnen zitten. Maar niet duidelijk genoeg om Erdoğan niet te laten zwelgen in overmoed. Anders dan bij de vorige verkiezingen sprak hij deze keer geen verzoenende taal tegenover de tegenstander, maar haalde hij ferm uit naar die krachten die hem de afgelopen maanden het leven zo zuur hadden gemaakt. De beweging van de prediker Gülen bijvoorbeeld die een complot tegen Turkije zou hebben opgezet, tegen het Turkije dat Erdoğan belichaamt.
Visie
De meest voor de hand liggende verklaring voor het verkiezingssucces is de blakende gezondheid waarin de Turkse economie verkeert. Ook zijn er heel wat infrastructuurwerken doorgevoerd die het leven van de gewone Turk aangenamer hebben gemaakt. De mensen kunnen ook van betere en goedkopere medische zorg genieten. Toch heeft slechts 10% echt van de opbloei van de economie geprofiteerd en blijft de helft van de bevolking het economisch moeilijk hebben. Er moet dus ook nog een andere verklaring bestaan waarom de Turken de man niet hebben afgestraft die burgerlijk verzet de kop indrukt, zich bezondigt aan corruptie en het twitterlustige Turkse volk afsnijdt van twitter. Het is de oude ‘Kulturkampf’ tussen seculier ingestelde kringen en vrome gelovigen die weer opduikt. De jongeren die in de grote steden protesteren en opkomen voor een levensstijl naar eigen inzichten, zijn in de ogen van vele gewone Turken ‘decadent’ en ‘verwend’. Erdoğan daarentegen verschijnt als een sterke en hardwerkende leider die een visie heeft voor een Turkije waarin een bloeiende economie en een vrome moraal een gelukkig huwelijk met elkaar sluiten. Voor Erdoğan, de man met zo’n visie en zo’n missie, willen vele ‘normale’ Turken dan ook hun hand in het vuur steken. Dan vergeten ze graag hun kleine ergernissen over lokale AKP-mandatarissen. Dan gaat het om het grote verhaal. De oppositiepartijen beschikken niet over een charismatische leidersfiguur die aan Erdoğan kan tippen. Vele ‘opstandige’ jongeren beschouwen CHP en MHP ook niet als een volwaardig alternatief.
Benauwd
Erdoğan mag er nu van beginnen dromen als machtig president in 2023 de honderdste verjaardag van de Republiek Turkije te vieren. Maar zal die republiek de Westerse droom van haar stichter Mustafa Kemal Atatürk dan vervuld hebben? De Europese Unie (EU) heeft een probleem: kan ze voort met het Turkije zoals dat door Erdoğan wordt omgekneed in een autoritair bestuurd land? Ook de NAVO, het Westerse militaire bondgenootschap, mag zich vragen stellen bij een bondgenoot die recent nog met de gedachte speelde een gewapende interventie in Syrië uit te lokken. De dupe van het verhaal zijn de Turken die dromen van een pluralistisch Turkije. Ze krijgen het meer en meer benauwd in het land van Erdoğan.
Foto © Reporters
Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.
Een volledige ambtstermijn zat er niet in voor de SPD’ers Brandt, Schmidt, Schröder en nu Scholz.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.