JavaScript is required for this website to work.
post

Uitputtingsslag in Turkije gaat voort

Dirk Rochtus12/12/2016Leestijd 2 minuten

De strijd tussen de Turkse regering en de Koerdische nationalisten legt een tijdbom onder Turkije.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Er zou een ‘nieuw tijdperk’ in Turkije aanbreken, zei de Turkse president Recep Tayyip Erdoğan zaterdag in Istanbul. Daarmee doelde hij op het wetsontwerp dat de fractievoorzitter van de AKP bij de woordvoerder van het parlement had ingediend om een sterk presidentieel systeem in te voeren. Diezelfde avond, diezelfde stad, en een dubbele bomaanslag sleurt er 38 mensen, waaronder vooral politieagenten, de dood in. Zaterdag was de Turkse regering nog euforisch, zondag kondigde ze nationale rouw af. Het nieuwe Turkije van Erdoğan begon onder een bloedig gesternte. Sinds de mislukte staatsgreep van 15 juli van dit jaar was Turkije gespaard gebleven van bloedige bomaanslagen in het hart van zijn steden, al vonden er in het zuidoosten van het land verder schermutselingen plaats tussen het Turkse leger en de PKK. Nu hebben de Koerdische Vrijheidsvalken (TAK), een radicale afsplitsing van de PKK, de aanslagen opgeëist. Het is alsof ze Erdoğan een neus willen zetten. De dubbele bomaanslag is als een waarschuwing, een bloedig teken aan de wand, dat president Erdoğan zich niet in zijn machtsdrang mag wentelen en dat de strijd voortgaat zolang het Turkse leger militaire operaties uitvoert in het vooral door Koerden bewoonde zuidoosten van het land.

‘oude parlementaire traditie’

Al meer dan twee jaar probeert Erdoğan een systeem uit te bouwen waarbij de president niet enkel meer een representatieve functie uitoefent, maar ook de uitvoerende macht in zijn persoon samenbalt en de lakens kan uitdelen in Turkije. De zoektocht naar een tweederde meerderheid – om de grondwet te kunnen wijzigen – verliep tot nu vergeefs, maar met de hulp van de ultranationalistische oppositiepartij MHP zou de AKP wel voldoende zetels (330 van de 550) in het parlement hebben om een referendum te organiseren over de invoering van een presidentieel systeem. Met het oog daarop zette de AKP zaterdag al een eerste formele stap door een 21 artikelen tellend document in te dienen dat door 316 parlementsleden (van AKP en MHP) was ondertekend. Vanuit de andere oppositiepartijen rijst er verzet tegen die plannen. De seculiere CHP ziet de 140 jaar oude parlementaire traditie in Turkije bedreigd, de pro-Koerdische partij HDP vreest dat het presidentiële systeem het land aan ‘de wil van één enkele persoon’ zou uitleveren.

Geplaagd

Wat de wil van die ene persoon betekent, heeft Turkije de afgelopen vijf maand kunnen ervaren. 2614 instellingen werden gesloten, 83 000 ambtenaren ontslagen en enkele tienduizenden personen gearresteerd op verdenking van banden met de beweging van de religieuze prediker Fethullah Gülen die volgens Erdoğan het brein van de mislukte staatsgreep zou zijn. Al die moeite om ‘FETÖ’, de als terroristisch gebrandmerkte Gülenbeweging, in de kiem te smoren heeft niet kunnen vermijden dat Turkije opnieuw en verder geplaagd wordt door daadwerkelijk terrorisme zowel van IS als van PKK en TAK. De Turkse regering ziet het presidentiële systeem als een waarborg voor politieke stabiliteit, ook al heeft het verwoede streven ernaar de laatste twee jaar voor een polarisering van de maatschappij gezorgd. Ook het moeizame vredesproces met de Koerdische nationalisten is tenslotte voor de bijl gegaan omdat Erdoğan zijn inzet ervoor niet beloond zag bij de verkiezingen van 2015. Het succes van de HDP verijdelde toen zijn droom van een tweederde grondwetwijzigende meerderheid. Erdoğan zweert nu bij wraak, de extremistische Koerdische nationalisten bij een uitputtingsslag in de hoop de populariteit van de Turkse president aan te tasten.

Dirk Rochtus publiceerde in oktober het boek ‘Turkije. De terugkeer van de sultan’  bij uitgeverij Vrijdag.

Dit artikel verscheen op 12 december in De Morgen

Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.

Commentaren en reacties