Uitspraken tussen neus en lippen 17
Sprokkels uit de pers van juni (eerste helft)
Lydia Peeters weet ook dat haar voorstel onhaalbaar is.
foto © Belga
Ja, af en toe stoot je in onze vaderlandse pers op terloopse uitlatingen die de aandacht wekken – doorgaans omdat ze meer verbergen dan ze blootgeven.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementNog maar eens een bloemlezing van uitspraken die gemaakt werden tussen neus en lippen, in de loop van de voorbije twee weken gedebiteerd in onze geschreven pers.
De Standaard van 8 juni had het over de overgangsmaatregelen in onderwijsinstellingen, nu het normale leven daar stilaan op gang komt. De krant wist te melden: ‘Verschillende zorgleerkrachten die (…) voor een opgesplitste klashelft stonden worden nu vrij geroosterd’. Dit allicht in tegenstelling tot de taakleerkrachten, die gewoon mogen gebakken worden in de pan.
Ontregelende uitspraken
In De Tijd van 5 juni liet de columnist van dienst, in casu bedrijfsleider Peter De Keyser, de pertinente vraag vallen: ‘Hoe lang kunnen we een Zweedse sociale zekerheid betalen met een Italiaans welvaartspeil?’. Het antwoord, tenminste voor het zuiden van ons land, is duidelijk: zolang de Vlamingen het financiële gat blijven toerijden. En het ziet ernaar uit dat dit nog voor een hele tijd zal zijn – if not, for eternity.
‘Minneapolis, waar mensen hun eigen politie het meest van al vrezen’, liet De Standaard weten op 2 juni. Ik spreek uit ervaring: in weinig beschaafde landen is de politie zo onbeschoft en agressief (ter duiding: de veralgemeende wapendracht onder burgers die maakt dat schietongelukken schering en inslag zijn, heeft allicht voor gevolg dat die gezagsdragers gewoon bàng zijn). Maar misschien vallen de Verenigde Staten niet onder de categorie van geciviliseerde naties, wellicht zijn ze niet meer dan een succesvol derdewereldland; dat laatste is alvast mijn persoonlijke overtuiging.
Ontregelende uitspraken (2)
En in een bijdrage in De Standaard van 12 juni liet dr. Bonneux zich weer gaan. Hij is niet erg populair onder zijn beroepsgenoten, en de reden daarvoor is duidelijk: hij baseert zich op evidence based medicine om zijn meningen te staven. Veel artsen blijven daar liefst ver weg van, want dat komt niet altijd de geldbeugel ten goede. Maar soit. Hij liet alvast weten: ‘België heeft de slechtst georganiseerde ouderenzorg van de EU.’ Nochtans behoort dit domein al een hele tijd tot de Vlaamse bevoegdheden. Nee, wat we zelf doen, doen we niet noodzakelijk beter (meer). En is het u ook opgevallen dat de heer Jo Vandeurzen in geen velden of wegen te bekennen valt?
Het hoofdartikel van Trends (tweede week van juni) stelde nogal laconiek: ‘Angela Merkel beseft dat ze het verzet tegen Europese transfers moet opgeven om de Europese Unie bij elkaar te houden.’ Dat klopt natuurlijk, ook België kan alleen ‘bij elkaar’ worden gehouden zolang de Vlamingen alles blijven bekostigen.
Open Deuren Intrappen
De recentelijk benoemde Directeur-Generaal van de FOD Volksgezondheid (gesierd met een blauw etiket: de benoemende minister is louter toevallig iemand van Open Vld), stelde in grote koppen in De Standaard van het weekend van 6 en 7 juni: ‘Het crisisbeheer is op zijn limieten gebotst. Er is geen commando’, en ‘Grootverdieners zullen meer solidair moeten zijn met zorgverstrekkers die minder verdienen’.
Beide uitspraken zijn meer dan terecht, en de geïnterviewde kwam dan ook erg bezonnen over. Alleen, de liberale gedachte in het achterhoofd: wordt er hier gepleit voor een herfederalisering van de gezondheidszorg? Pleit hij voor een nivellering van onze aanpak naar beneden toe? Iedere Belg dezelfde lage performantie inzake medische zorgen? Dat zou alleszins een egalitaire evolutie zijn: of het ook onze maatschappij ten goede komt, blijft maar de vraag.
Loonkloof verminderen?
En ja: het zijn vooral de minder-betaalden die onze maatschappij hebben rechtgehouden tijdens de voorbije crisis (vuilnisophalers, Lijn-bestuurders, pakketjesbestellers, verzorgenden). Het is niet meer dan normaal dat de beter begoeden in ruil daarvoor een extra bijdrage leveren. De hoge ambtenaar is niet te beroerd om die redenering open te trekken naar de ziekenhuiswereld, want er zijn weinig werkkringen waar de loonkloof tussen een lager gekwalificeerde verzorgende en een topchirurg zo groot is.
Is dàt een mogelijke piste: het verminderen van de loonkloof op een sectorale basis (laten we beginnen met de virologen)? Het zou alvast een rationeel vertrekpunt zijn. En ere wie ere toekomt: de heer Pedro Facon gaat er niet met een boog omheen. Maar hij is zelf een van de personen die ter zake een vinger in de pap heeft. Mijnheer de Directeur-Generaal: nu u reeds enkele jaren in functie bent, waar wacht u op?
Een wijze afsluiter
Het weekblad Le Vif/Express publiceerde in haar uitgave van de eerste week van juni een schrijven van een zekere J.-P. Lahaye, actief in de Mouvement du Manifeste Wallon. Deze man verwees naar de uitlating van Mark Eyskens die de N-VA misprees voor haar gerichtheid op het communautaire.
De h. Layahe vindt die houding van de Minister van State maar niks, en komt op de proppen met de volgende wijze woorden: ‘(…) politieke conflicten, het zijn niet de politici die ze creëren. Ze treffen ze aan’.
Twee stekelige afsluiters
In De Standaard van 12 juni laat de commentator van dienst weten dat een privéjet ‘zowat de laatste plaats [is] waar je als politicus aangetroffen zou moeten willen worden’. Na de terechte bedenkingen over de weigering van minister Lydia Peeters om autobestuurders te vervolgen die knoeien met hun roetfilter, is dit de tweede flater. Wordt driemaal scheepsrecht?
Nog zo één gaffe, en dan moet het er toch mee gedaan zijn? Diezelfde krant klaagde in een artikel op de pagina erna aan dat elke visie op de toekomst van de Vlaamse luchthavens ontbreekt, in tegenstelling tot de Waalse regering die maar al te goed weet waar ze naartoe wil met de luchthavens van Luik en Charleroi. Mevrouw de minister: waar wacht u op?
Oversterfte in Wallonië en Brussel
Eindelijk komt een Nederlandstalig persorgaan (De Tijd van 13 en 14 juni) met cijfermateriaal dat onomstotelijk aangeeft hoezeer corona heeft geleid tot ‘een oversterfte veel hoger in Wallonië en Brussel’. Ook het noorden van het land heeft weliswaar zijn portie gekregen, maar de maatschappelijke tol ligt in de beide andere regio’s een heel stuk hoger.
Het is de enige (DE ENIGE) Belgische krant die in de loop van de voorbije weken het lef heeft gevonden om hierover precieze gegevens te brengen in een afzonderlijke bijdrage – en de cijfertjes niet te verstoppen in beschouwende teksten die alle kanten uitwaaieren. En Le Vif/Express presteert het om heel zijn nummer van de tweede week van juni quasi integraal aan de coronacrisis te wijden, maar zwijgt als vermoord over deze cijfertjes.
Jan Van Peteghem is ingenieur en emeritus-gasthoogleraar verbonden aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen van de KU Leuven. Zijn beroepservaring en wetenschappelijk werk draaien grotendeels om de arbeidsomstandigheden en -voorwaarden, meer in het bijzonder de veiligheid en de gezondheid op het werk.
Bart De Wever en Paul Magnette zijn het alvast over één ding eens: 2024 wordt een strijd tussen de N-VA en de PS.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.