JavaScript is required for this website to work.
post

‘Vaderlandsverrader’ die niet wil zwijgen

De Turkse journalist Can Dündar maakt Erdoğan het leven zuur

Dirk Rochtus26/3/2018Leestijd 4 minuten

foto © Reporters

De beroemdste en door president Recep Tayyip Erdoğan meest gehate Turkse journalist Can Dündar bracht in Brussel een boodschap van hoop.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De beroemdste en door president Recep Tayyip Erdoğan meest gehate Turkse journalist vertoefde enkele dagen in ons land. Can Dündar was vanuit zijn ballingsoord in Berlijn naar Brussel overgekomen om er over zijn wedervaren en zijn visie op de toestand in Turkije te praten. Dat deed hij bijvoorbeeld in een kleine gespreksronde in de residentie van de Duitse ambassadeur.

Vrijheid

Dündar was van 2000 tot 2013 columnist van Milliyet. De eigenaar van die krant ontsloeg hem omdat hij ’te scherp’ zou hebben geschreven over de protesten van de liberale jeugd tegen de door Erdoğan geplande sloop van het Gezi-park in Istanbul. Dündar kon weer aan de slag bij de centrumlinkse krant Cumhuriyet en werd in 2015 hoofdredacteur ervan.  Naar eigen zeggen had hij toen een ‘goed leven’, tot hij een beslissing nam die hem eerst de vrijheid zou kosten en daarna zijn heimat.

Wapens

Het begon allemaal op 19 januari 2014 toen de Turkse gendarmerie een vrachtwagen van de geheime dienst MİT tegenhield die vanuit Turkije naar Syrië wilde. De gendarmes onderzochten op last van de procureur het voertuig en vonden onder kisten met medicamenten heel wat zware munitie zoals kanonkogels en granaten. De Turkmeense minderheid in Syrië ontkende dat de wapens voor haar bedoeld waren. In Turkije gonsde het van de geruchten dat de wapens bestemd zouden geweest zijn voor islamistische rebellen, misschien zelfs voor Islamitische Staat (IS).  De zaak zou in een stroomversnelling komen toen een parlementslid van de oppositie eind mei 2015 bij de krant Cumhuriyet langsging met een video-opname van het onderzoek van de vrachtwagen door de gendarmerie. Dündar besloot na overleg met de redactie een met foto’s geïllustreerd artikel over de zaak te publiceren. Op 29 mei kopte de krant: ‘İşte Erdoğan’ın yok dediği silahlar’, ‘hier zijn de wapens waarvan Erdoğan het bestaan loochent’.

Aanslag

Het artikel sloeg in als een bom, zeker zo kort voor de parlementsverkiezingen van 7 juni (waarbij de AKP-partij van Erdoğan van 50 op 40 % zou terugvallen). De Turkse president klaagde Can Dündar en zijn collega Erdem Gül aan; het Openbaar Ministerie legde hen het bemachtigen van ‘geheime regeringsgegevens’ om ‘politieke en militaire spionage te bedrijven’ ten laste. Op 20 november 2015, een dikke drie weken na nieuwe verkiezingen waarbij de AKP weer de absolute meerderheid had behaald, belandden beide journalisten in de gevangenis van Silivri ten westen van Istanbul. Hier schreef Dündar het boek Tutuklandık (‘gearresteerd’) dat in 2016 in het Duits verscheen onder de titel ‘Lebenslang für die Wahrheit. Aufzeichnungen aus dem Gefängnis’.

Op 25 februari 2016 velde het Grondwettelijk Hof een verrassend arrest: de twee journalisten hadden zich niet schuldig gemaakt aan terrorisme, maar gewoon hun job als journalist gedaan. En zo kwamen ze weer op vrije voeten. Dat was echter buiten de waard gerekend. Erdoğan zei letterlijk dat hij de uitspraak van het Hof niet erkende en hij diende weer een klacht in. Op 6 mei 2016 werden Gül en Dündar wegens ‘publicatie van staatsgeheimen’ veroordeeld tot respectievelijk vijf jaar en vijf jaar plus tien maanden. Terwijl hij voor  het gerechtsgebouw aan het wachten was op de verkondiging van het vonnis, kreeg Dündar het pistool van een heetgebakerde aanhanger van Erdoğan op zich gericht. Zijn echtgenote kon de dader net op tijd opzij duwen, zodat de kogel zijn doel miste.

Het gerecht veroordeelde Dündar niet alleen, maar hief ook het uitreisverbod voor hem op. Blijkbaar was dat een signaal dat de Turkse overheid de lastige journalist liever kwijt dan rijk was. Dündar besloot zich in Berlijn te vestigen. Maar zwijgen deed hij niet. Hij schrijft regelmatig een column voor Die Zeit en redigeert de tweetalig Turks-Duitse website Özgürüz (‘Wir sind frei’). Vervelend genoeg voor de Turkse staat die dan ook in september 2017 een Red Notice indiende bij Interpol om Dündar uit te leveren aan Turkije.

Haat

En zwijgen deed Dündar ook niet bij zijn bezoek aan Brussel. Wat de rechtsstaat betekent, besef je alleen als je hem kwijt bent, zoals dat nu het geval is in Turkije, zegt hij. In feite beleeft het land een strijd tussen modernisten – liberale krachten dus – en traditionalisten, die de autoritaire Erdoğan toejuichen. Er zijn twee ‘Turkijes’ en dat uit zich op alle vlakken, in kledij, moraal, attitude. Dündar bepleit een dialoog tussen de twee kampen in de Turkse diaspora. In Turkije kan dat niet meer, – maar de vraag die wij ons hierbij kunnen stellen, is of het ook bij ons wel kan. Weinig waarschijnlijk gezien de ervaringen die we ook bij ons gemaakt hebben, denk maar aan de haat waarmee ‘gülenisten’, aanhangers van de als terrorist gebrandmerkte prediker Fethullah Gülen, opgejaagd en lastig gevallen werden door ‘erdoganisten’ in Limburg na de mislukte staatsgreep van 16 juli 2016 in Turkije. En die haat richt zich bij uitbreiding tegen iedereen,  die zich ook buiten Turkije kritisch uitlaat over het Erdoğan-regime.

‘Lange arm’

Dündar zei dat Berlijn voor hem een gevaarlijke stad is wegens de aanwezigheid van de Turkse gemeenschap daar en de aanhang die Erdoğan er geniet. Hij kan nauwelijks een taxi nemen omdat de meeste chauffeurs erdoganisten zijn en hem als ‘vaderlandsverrader’ beschimpen of zelfs fysiek bedreigen. Zover reikt de arm van Erdoğan. Hoe komt dat? Volgens Dündar omdat de Turken, ook die in het buitenland, een enorm identiteitsgevoel hebben en Erdoğan bewonderen omdat hij van Turkije de ‘grootste natie’ ter wereld zou maken. In de diaspora zijn ze of voelen ze zich vaak tweederangsburgers, maar dat compenseren ze met het gevoel dat Erdoğan hen geeft, namelijk dat ze belangrijk zijn door hun toebehoren tot die grote Turkse natie, aldus Dündar.

Zelf is Erdoğan nu de held voor vele Turken. Waar de leiders van de Europese Unie (EU) zich vroeger arrogant opstelden tegenover Turkije, gedraagt Erdoğan zich nu zelf zo tegenover hen, en dat zou vele Turken juist bevallen. Toch vindt Dündar dat Europa Turkije niet mag laten vallen omdat dat ook de democratische krachten in dat land zou straffen. Tenslotte stemde 49% van de Turken in een referendum in april 2017 tegen de grondwetswijzigingen die de president nog meer macht zouden moeten geven. Er moet nagedacht worden over de tijd na Erdoğan. Hoe uitzichtloos de situatie ook lijkt, het rijk van Erdoğan is niet eeuwigdurend. Van die hoop leeft de altijd vriendelijk glimlachende Dündar. ​

 

Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.

Commentaren en reacties