Zo snel kan het gaan. Op 6 september trad Lizz Truss aan als eerste minister van het Verenigd Koninkrijk en op 25 oktober trad ze alweer af. De oorzaak van die kortstondige bewindsperiode was de economische crisis waarin het land kwam na het zogenaamde 'mini-budget'. Minister van Financiën Kwasi Kwarteng presenteerde daarmee een pakket maatregelen die als officieel doel hadden om een economisch herstel te stimuleren. Het betrof onder andere belastingverlagingen, het schrappen van een voorgestelde verhoging van de sociale…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Zo snel kan het gaan. Op 6 september trad Lizz Truss aan als eerste minister van het Verenigd Koninkrijk en op 25 oktober trad ze alweer af. De oorzaak van die kortstondige bewindsperiode was de economische crisis waarin het land kwam na het zogenaamde ‘mini-budget’.
Minister van Financiën Kwasi Kwarteng presenteerde daarmee een pakket maatregelen die als officieel doel hadden om een economisch herstel te stimuleren. Het betrof onder andere belastingverlagingen, het schrappen van een voorgestelde verhoging van de sociale lasten en vennootschapsbelasting, en het verlagen van de overdrachtsbelasting voor huizen. Truss’ tegenkandidaat Rishi Sunak had in de campagne voorspeld dat de financiële markten hier erg negatief op zouden reageren.
Schok
En zo gebeurde ook. Het Britse pond en kortlopende staatsobligaties daalden na de bekendmaking van de plannen scherp in waarde. De Bank of England voelde zich twee keer gedwongen op grote schaal staatsobligaties op te kopen om te voorkomen dat pensioenfondsen in de problemen zouden komen. De koers van het Britse pond bereikte ten opzichte van de Amerikaanse dollar een historisch dieptepunt.
Opvallend is hoe gretig Belgische kranten uitvoerig de ondoordachtheid van de Britse premier aan de kaak stelden. Het narratief kristalliseerde al snel in een litanie over het neoliberalisme van Truss dat door de markten terecht werd afgestraft. Het relaas van economische ontwikkelingen bevat genoeg materiaal voor uitgebreide analyse. Ook hoe media en andere instituties met de crisis omgingen, verdient echter een diepe reflectie.
Supranationale instellingen
Eén van de meest opmerkelijke zaken betreft de opmerkelijke positie van het Internationaal Muntfonds (IMF) in deze turbulente episode. Die instelling heeft een rol te spelen bij muntcrisissen, dus zou men kunnen denken dat het niet uitzonderlijk was dat ze zich mengde. Normaal zijn er echter vaste publicaties die periodiek voorgesteld worden, maar is het IMF verder erg terughoudend om verklaringen af te leggen. Het is ronduit uitzonderlijk dat de instelling publiekelijk stelling neemt op een wijze waardoor de financiële markten aangemoedigd worden om een land in het midden van een crisis nog meer onder vuur te nemen.
Het is altijd delicaat om publiek stelling te nemen over de concrete inhoud van een begrotingsplan van een verkozen regering door een supranationale instelling. Dat is het nog meer op een moment dat de financiële markten al opgezweept zijn. Met name stelde het IMF: ‘We raden op dit moment geen grote en ongerichte fiscale pakketten aan’. Dat de Britse regering in november meer gedetailleerde invulling zou brengen, viel in dovemansoren. Het mag ook opgemerkt worden dat het IMF zelf de hoge inflatie niet anticipeerde.
Kritiek op het IMF
De Britse regering wilde haar belastingverlaging financieren door een reeks besparingen. Bij sommigen bestaat nu de indruk dat het IMF die vrijheid om de fiscale druk te verlagen door uitgavenbeperkingen tegenwerkt. Voor de oppositie onder leiding van Keir Starmer kwam de actie van het IMF in elk geval als een geschenk aan.
In het verleden werd het IMF verweten te terughoudend te zijn voor kritiek op beleid in rijkere landen, vooral in de G7. Het hoofd van het IMF Kristalina Georgieva heeft als agenda om de kritiek op het IMF als een te Westers gedomineerd instituut te weerleggen en dat verklaart zeker ook het één en ander. De essentie is echt wel de timing van de kritiek die publiekelijk en hard klonk op het moment dat het pond in vrije val was en de leenkosten uit de pan rezen.
Media
Er zijn toch wel enkele opvallende elementen bij de gretigheid waarmee media rapporteerden over de financiële storm waarin de Britse regering verzeilde na haar minibudget. Ook Paul de Grauwe sprak lovend over de discipline toegediend door de financiële markt. Dit is toch wel afwijkend van de klassieke toon in de media als een ander land de voorbije jaren onder druk kwam van ‘de markt’. Dan werd er altijd gesuggereerd dat de markt een erg problematisch gegeven was, want politici waren democratisch gelegitimeerd. Die konden toch niet zomaar gedisciplineerd worden door anonieme krachten op de ‘beurs’.
Wat te complex is voor vele media was de rol die de risico’s in de Britse pensioenfondsen speelden in heel deze episode. De Britse nationale bank had toegelaten dat deze wel heel gevaarlijk gepositioneerd zijn de markt van de langetermijnobligaties (met vervaldag op 30 jaar). Toen de rente begon op te lopen kwamen deze posities allemaal ‘onder water’ waardoor de pensioenfondsen gigantisch extra waardepapier als onderpand moesten aanbieden.
Het beeld ontstaat zo dat nogal wat partijen gaande van het IMF over de Bank of England tot de krant Financial Times bijgedragen hebben aan het ontslag van de Britse premier. De grote vraag is of dit op dezelfde wijze afgelopen was als de favoriet van het financieel establishment Rishi Sunak al eerder als opvolger was aangeduid. Nu hij finaal wel aan zet is, wordt het boeiend om te zien hoeveel bewegingsruimte hij krijgt.