Verbreekt Donald Trump een belofte aan zijn kiezers?
President Donald Trump legt uit dat er snel een reactie komt op het gebruik van chemische wapens in Syrië. 12 april 2018.
foto © Reporters
Trump krijgt vooral uit zijn eigen beweging kritiek op de aanval in Syrië, hij gaat daarmee regelrecht in tegen zijn verkiezingsbelofte: ‘Make America Great Again’. Gek genoeg zien de media hem nu wel meer als president.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe vergeldingsactie die de Amerikanen samen met de Britten en de Fransen ondernamen, hebben diepe wonden geslagen bij de trouwste supporters van Trump. Ik zal het voor de gemakkelijkheid de MAGA-beweging (Make America Great Again) noemen. De MAGA-beweging is een brede coalitie van conservatieve republikeinen, nationalisten, populisten en libertariërs. Waarbij de verschillende delen zichzelf konden herkennen in het programma van Donald Trump.
Een belangrijke steunpilaar van de beweging was het idee van ‘America First’. De term was in 2008 populair bij McCain, die sprak over ‘Country First’, maar het kreeg bij Trump een volledig andere invulling. ‘America First’ was niet enkel een verzamelterm om nationalistische gevoelens op te wekken, zoals de belangrijkheid van de vlag en het leger. Het werd door de retoriek van Trump ook meer en meer een visie op de manier waarop het buitenlands beleid van de Verenigde Staten gebaseerd moest zijn. ‘Country First’ bij John McCain betekende dat het buitenlands beleid van George W. Bush agressief moest voortgezet worden, de Verenigde Staten als baken van vrijheid die democratie moeten verspreiden naar de rest van de wereld, desnoods met het zwaard in de hand. ‘America First’ bij Trump betekende iets anders, het is doordrongen van het besef dat de VS een hoge prijs (letterlijk en figuurlijk) betalen voor dat agressieve beleid en legde de nadruk meer op non-interventionisme. Zoals in de Tweede Wereldoorlog, waar ‘America First’ voor een beweging stond die niet wilde tussenkomen in Europa.
Sinds 2008, het einde van de Bush-jaren, is de Republikeinse partij sterk aan het veranderen. De partij werd op vele vlakken conservatiever en onder de invloed van de libertarische vleugel met voormalig congreslid Ron Paul (en in minder mate zijn zoon senator Rand Paul), begon (een deel van) de Republikeinse partij opnieuw meer voeling te krijgen met haar non-interventionistische verleden, zoals direct na de Tweede Wereldoorlog met “Mr. Republican”, senator Robert Taft. Het was een boodschap die ook terug meer en meer bij conservatieven, maar ook onafhankelijken, aansloeg.
Een ander buitenlands beleid tot afgrijzen van zijn trouwste supporters
Trump had al jaren kritiek op het buitenlandse beleid van de Verenigde Staten. Hij was tegen de oorlogen in het Midden-Oosten, hij vond dat die de VS enkel geld kostten en dat de resultaten enkel maar leidden tot dood en vernieling. Tegenover een Democratische presidentskandidate die fel interventionistisch was kon hij makkelijk libertariërs, maar ook nationalisten en populisten verleiden die voorstander waren van een minder avontuurlijk buitenlands beleid. Het is ook dit debat dat Trump de afwijzing van het establishment opleverde, het is niet enkel zijn stijl.
Toch ging Trump afgelopen week in tegen zijn beloftes om minder te interveniëren door Syrië aan te vallen. Uiteindelijk was het een beperkte aanval en onderstreepte Trump nogmaals dat hij geen regimewissel wou in Damascus. Maar het was natuurlijk wel een interventie naar aanleiding van een aanval met chemische wapens, een aanval waar we nog steeds geen enkel tastbaar bewijs van gezien hebben. Een aanval die ook de relatie met Rusland op scherp zette. Terwijl Trump tijdens zijn campagne net campagne voerde voor een betere relatie met Rusland. Een belofte die hij niet kan waarmaken door het feit dat zijn politieke opponenten een onderzoek voeren naar zogenaamde samenwerking tussen zijn campagne en het regime van Poetin. Trump zegt zelf dat deze heksenjacht er enkel maar toe leidt dat hij geen betere relatie kan starten met de Russen, hij heeft waarschijnlijk overschot van gelijk.
De grootste tegenstand die Trump de afgelopen dagen ervaarde kwam echter uit zijn eigen beweging. Mensen als publiciste Ann Coulter (die het al een tijdje gehad heeft met Trump), populaire conservatieve talkshowhosts als Michael Savage, Tucker Carlson en Laura Ingraham, maar ook bekende Trump supporters op sociale media zoals Mike Cernovich en Jack Posobiec. Allen kwamen ze uit tegen een aanval op Syrië, maar trokken ook de bewijzen waar Trump naar verwees in twijfel. Op sociale media gaven grote delen van zijn achterban te kennen het oneens te zijn met de aanval en vroegen ze zich af wat er met ‘America First’ gebeurd was. Als Trump deze mensen niet opnieuw voor zich weet te winnen, zal zijn presidentschap beperkt zijn tot één termijn. Het leek de afgelopen dagen alsof Seb Gorka, oud-medewerker in Trump’s Witte Huis, overuren moest kloppen om Trump te verdedigen op FoxNews. Het leek alsof hij de enige uit de MAGA-beweging was die nog achter Trump stond.
Get me Roger Stone
Roger Stone, vriend en (voormalig?) persoonlijk politiek adviseur van Trump, zei het in de Netflix-documentaire ‘Get me Roger Stone’ zeer duidelijk, in de wereld van Donald Trump is geen plaats voor strategen. Trump neemt advies aan, maar hij is zijn eigen strateeg. Dat bleek ook toen Trump sprak na de aanval op Syrië. ‘We doen niet aan regime change’. Het probleem is dat zijn regering wel in die richting aan het evolueren is. De roep om een politiek proces, ook de extra sancties tegen Rusland, zijn allemaal tekenen dat het non-interventionisme van de campagne ver weg lijkt.
Trump heeft zich omringd met mensen in zijn buitenlandteam die zijn wereldbeeld niet delen of toch niet alles. Wat ze gemeen hebben met Trump, is dat ze geen voorstander zijn van multilaterale samenwerking, maar het zijn geen non-interventionisten. Nikki Haley (ambassadeur bij de Verenigde Naties), John Bolton (de nieuwe adviseur voor nationale veiligheid) en de inkomende minister van buitenlandse zaken Mike Pompeo, zijn neo-conservatieven die graag interveniëren in de rest van de wereld. Het is nu aan minister van defensie Mattis om een matigende invloed te hebben op het buitenlands beleid.
Personeel is beleid, misschien moet Trump een man zoals Roger Stone speciaal adviseur maken, zodat hij toch een andere klok hoort, een klok die minder interventionistisch slaat. De vraag is of Stone gelijk krijgt en Donald Trump zijn eigen strateeg blijft en zijn instincten volgt.
Wat wel veranderde de afgelopen dagen was de teneur in de mainstream-media die Trump nu opeens wel presidentieel vinden. Het enige wat daar blijkbaar voor nodig is, is bommen droppen op een ander land. Het is misschien zoals de libertarische intellectueel Tom Woods zegt: ‘No matter whom you vote for, you always wind up getting John McCain.’
David Neyskens is bestuurder bij de liberale denktank Libera! Hij analyseert voor Doorbraak de politiek in de Verenigde Staten.
Donald Trump overleeft moordaanslag. De schutter is de dader, maar het klimaat dat de media creëerden is medeverantwoordelijk.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.