Vergeten vragen van de voorbije week (99)
De jonge activiste Anuna De Wever.
foto © Reporters
De ramadan is gedaan, maar de miserie nog niet. Deze vragen worden nog steeds verwaarloosd.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementOok de voorbije week werden veel vragen gesteld – en waren er ook vragen die te weinig of helemaal niet gesteld werden. Aan het begin van de nieuwe week kunnen er misschien nog enkele vragen opgeworpen worden. Zoals:
Hoe verliep de ramadan in Brussel?
(Aan Marc Van Ranst, die een pluim geeft aan de moslimgemeenschap: ‘De curve blijft dalen en daar hebben de moslims hun steentje toe bijgedragen. Zij hebben zich, ondanks de moeilijke periode en de hunker om samen te zijn, goed aan de regels gehouden. Chapeau!’. Ontzettend betuttelend, en ook nog eens gelogen. De politievakbond heeft de rellen in Brussel uitdrukkelijk verbonden aan de ramadan.)
Wie leert illegalen alle truken van de foor?
(Aan de Brusselse korpschef Patrick Evenepoel, die vertelt over ‘een nieuwe trend‘ onder illegalen: ‘Ze zijn plots allemaal Algerijn, omdat ze goed weten dat ons land geen uitleveringsverdrag heeft met Algerije’. Je hoort vaak dat sans-papiers verrassend snel achterpoortjes vinden. Wie vertelt hen die dingen? Mensenhandelaars? Vluchtelingenorganisaties? Straathoekwerkers?)
Welke beperkingen wil u zetten op migratie?
(Aan Connor Rousseau, die beweert dat sp.a het migratiedebat niet meer uit de weg gaat: ‘We gaan inzetten op veiligheid en op integratie, omdat wij dat zélf belangrijk vinden’. Maar niemand is tegen veiligheid en integratie. Het migratiedebat gaat over beperkingen op nieuwe migratie. Hoe gaat sp.a ervoor zorgen dat we weer controle krijgen over onze grenzen?)
Wat weet u over ‘victim blaming’?
(Aan criminologe Sofie De Kimpe, die commentaar geeft bij het geweld tegen de politie in Brussel: ‘Vaak ligt het wantrouwen tussen politie en buurtbewoners aan de wijze waarop de politie haar gezag uitoefent. Het is zo dat agenten zeker aanwezig zijn in het straatbeeld.
Maar dat kan mensen ook het gevoel geven dat ze geviseerd worden’. Wat is het verschil tussen deze uitleg en het verwijt aan het slachtoffer van een verkrachting; dat ze op het verkeerde moment op de verkeerde plek de verkeerde kledij aan had?)
Wanneer mag je het woord ‘neger’ gebruiken?
(Aan de samensteller van het fotoboek Wit-zwart in zwart-wit, waarin voor de zoveelste keer onderstreept wordt hoe ‘fout’ het Belgisch kolonialisme was. In het boek valt ook het woord neger: ‘Ik ben blij dat u het heeft opmerkt. Het is een provocatie’, zegt de auteur. Dat is wel handig. Mogen ook gewone mensen dat excuus inroepen?)
Hoeveel belastingen heeft Microsoft al betaald?
(Aan econome Ingrid Robeyns, die kritiek heeft op de liefdadigheid van Bill Gates: ‘Je zou je ook kunnen afvragen hoeveel geld de overheid had kunnen uitgeven aan wetenschappelijk onderzoek als bedrijven als Microsoft en Amazon gewoon belastingen hadden betaald?’. Een bedrijf als Microsoft heeft al miljarden belastingen betaald, maar voor mensen zoals Robeyns is het probleem dat er daarna nog miljarden overblijven.)
Waar en wanneer zijn jullie zo hard op jullie kop gevallen?
(Aan de Verenigde Naties, die temidden van een pandemie een pleidooi houden voor genderneutrale woordenschat. De organisatie die na de Tweede Wereldoorlog werd opgericht ter bevordering van vrede en veiligheid vraagt nu om niet meer ‘boyfriend’ of ‘girlfriend’ te zeggen, maar wel ‘partner’. In wat voor ijle bubbel leven die mensen?)
Wie bepaalt wie een lange boekrecensie krijgt?
(Aan Steven De Foer, die in een nieuw boek klaagt dat Amerika niet genoeg op Europa lijkt. De Standaard der Letteren wijdde een paginagrote recensie aan het boek, waar de kritiek luidt dat De Foer niet kritisch genoeg is voor rechtse partijen die zich verzetten tegen migratie. Dit is allemaal zeer typisch voor het sfeertje in onze kranten, maar niet zo typisch als het feit dat De Foer zelf ook een journalist van De Standaard is. Die dus wat gratis reclame krijgt van de collega’s. Kranten gaan er prat op dat redacties onafhankelijk werken van de marketingafdeling. Behalve als het gaat om marketing voor elkaar.)
Hoe gebruiken cartoonisten hun ellebogen?
(Aan cartoonist Kim Duchateau, die de concurrentie voelt: ‘Er komt onder cartoonisten wel wat ellebogenwerk bij kijken: er is te weinig plaats voor te veel tekenaars’. Duchateau blijft er vrij vaag over, en dat is jammer. Wij zouden wel meer willen weten over de kleine kantjes van een Lectrr of een GAL.)
Gelooft u zelf wat u allemaal zit te zeggen?
(Aan Gwendolyn Rutten, die deze vraag veel te weinig gekregen heeft. In een afscheidsinterview zegt ze nog dingen zoals: ‘Ik heb enkel gezegd dat het goed zou zijn om een vrouwelijke premier te hebben. Dat ging niet over mezelf’. Het probleem met deze vrouw: ze was nooit zo geraffineerd als ze zelf wel dacht.)
Wanneer verliezen politieke benoemingen hun kleur?
(Aan De Morgen, waar ze de directeur-generaal van de FOD Volksgezondheid opvoeren om te pleiten voor gedeeltelijke herfederalisering. Pas ergens diep verstopt in het artikel staat een verwijzing naar de (liberale) signatuur van dit politieke creatuur. Wat houdt kranten tegen om de partijkaart van al die topambtenaren echt in de verf te zetten? Gewoon tussen haakjes meteen na de naam (politieke broodheer) vermelden. Dat zou voor de lezers alvast een stuk transparanter lezen.)
Wie heeft toelating om cultuur te herintepreteren?
(Aan de filmrecensent van De Standaard, die klaagt dat films zoals The Matrix en Fight Club geherinterpreteerd worden door rechtse internauten. Dit is een stuk dat om de zoveel tijd wel ergens verschijnt, want het is echt een doorn in het progressieve oog dat ‘alt-right’ (een verzamelterm voor alles wat rechts en gevaarlijk is op het internet) aan de haal gaat met populaire cultuur.)
Hoe groot is je invloed als je alleen journalisten charmeert?
(Aan Focus Knack, waar ze stand-upcomedian Hannah Gadsby uitroepen tot de nieuwe Louis C.K.: ‘Haar shows gedijen dan wel niet in stadions, maar qua exposure, invloed en bereik klopt het plaatje. De witte heteroseksuele man C.K. is afgelost door een lesbische vrouw’. Journalisten verwarren hun eigen wereldje altijd met de echte wereld.)
Welke ontwenningsverschijnselen vertoont u?
(Aan Anuna De Wever, die zich in Humo laat ontvallen: ‘Omdat we geen acties kunnen organiseren, worden we ook niet meer gevraagd voor tv-programma’s’. Dat is inderdaad een van de mooie effecten van corona.
Anuna is een buitenissigheid van het verleden, een luxe(probleem)(kind) dat we ons na corona niet meer kunnen veroorloven.)
Moet de professor echt uw handje vasthouden?
(Aan studente Michelle Pang, die in De Standaard haar beklag doet: ‘Mijn prof verwacht dat we zelfstandig groepjes vormen om de taken te maken, maar dat is tot nu toe niet gebeurd. Ik snap niet waarom ze niet zelf groepjes samenstelt, zodat we aan de slag kunnen’. Misschien verloopt het afstandsonderwijs niet overal perfect, maar mensenlief: wat kunnen studenten janken. Ze slaan tilt bij het minste beroep op hun zelfredzaamheid. Zijn dit de intellectuelen van de toekomst?)
Zit u zelf ook nog met vragen? Blijf er niet mee zitten. Stel ze hardop in een reactie op dit stuk.
Tags |
---|
Dominique Laridon (1978) zat eerst gewoon op Twitter, maar 140 tekens bleken toch iets te beperkt. Je hebt dan ook wat meer woorden nodig als je kanttekeningen wil plaatsen bij het publieke debat, licht wil laten schijnen op de manoeuvres binnen de binnenlandse politiek of uitgebreid wil treuren om de ondergang van het Avondland. Dominique heeft ergens in een lade een diploma politieke wetenschappen liggen, maar dat hoeft u niet ter sprake te brengen - het ligt gevoelig.
Voor deze rubriek weer een tijd onder water duikt: enkele vragen die zelfs in de laatste rechte lijn naar de verkiezingen hardnekkig worden ‘vergeten’.
Professor Dirk Rochtus leidt zoals elk jaar een reis naar Duitsland. Deze kaar naar het onbekende Silezië.