Wie betaalt voor het klimaat?
Verkiezingen in Nederland draaien rond de klimaatdoorrekening
Verkiezingen in Nederland.
foto © Reporters / PPE
Wie betaalt de klimaatrekening? daarrond draait de campagne voor de Statenverkiezingen in Nederland. Met voorlopig twee duidelijke winnaars.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementOp 20 maart zijn er verkiezingen in Nederland voor de Provinciale Staten, en daarmee indirect voor de Eerste Kamer, en de waterschappen. Deze week was de campagne vooral in afwachting van de op woensdag 13 maart gepresenteerde doorrekening van het klimaatbeleid. Na het eerste grote tv-debat blijven GroenLinks en Forum voor Democratie sterk scoren in de peilingen.
(Niet-) landelijke verkiezingen
De statenverkiezingen krijgen inmiddels bijna volledig een landelijk karakter. De invloed op de samenstelling van de Eerste Kamer treedt daarbij steeds sterker op de voorgrond. In het RTL televisiedebat op 7 maart traden dan ook de landelijke partijleiders van VVD, PVV, CDA, D66, SP, PvdA en FvD aan. Ook kwamen alleen landelijke onderwerpen aan de orde, zoals klimaat, migratie, Europa, gezondheidszorg en hoe om te gaan met tradities als zwarte piet.
Opvallend is de vaak duidelijke scheiding tussen de vermeend populistische partijen (PVV, SP en FvD) en de rest, waarbij de SP regelmatig aanschurkt tegen de rest. Daarmee wordt impliciet de stelling van Baudet bevestigd dat in Nederland sprake is van een partijenkartel dat onderling de zaken bedisseld en waartussen weinig verschil in opvatting zit (als het tenminste geen verkiezingstijd is). GL-leider Klaver roept inmiddels dat deze verkiezingen gaan tussen hem en Baudet. Het thema is klimaat, op welk terrein zij elkaars tegenpolen vormen. FvD en GL zijn de enige partijen die fors winnen in de peilingen en zijn in sommige peilingen nu na de VVD respectievelijk de tweede en derde partij van het land. De regeringscoalitie van VVD, CDA, D66 en CU zou bijna 40 procent van haar aanhang verliezen en een meerderheid in de Eerste Kamer lijkt ver weg.
Klimaat
Hét campagnethema blijft klimaat en de effecten van het beleid op de portemonnee van burger en bedrijfsleven. Op 13 maart kwamen de overheidsplanbureaus CPB en PBL met hun doorrekening van het klimaat- en energiebeleid t/m 2030. Met de nodige slagen om de arm verwachten zij dat het kabinet de doelstelling van 49 procent CO2-reductie in 2030 (ten opzichte van 1990) waarschijnlijk niet zal halen. Het komt naar verwachting wel dicht in de buurt. Het klimaat- en energiebeleid leidt tot een jaarlijkse lastenstijging voor burgers en bedrijven die oploopt tot in totaal 6,8 miljard euro in 2030.
Geschrokken van de effecten op de koopkracht van de burger overweegt het kabinet nu toch een extra CO2-heffing voor bedrijven in te voeren, bovenop die die al van toepassing is op EU-niveau, om zo een groter deel van de rekening bij bedrijven te leggen. De nogal ondoorzichtige rekeningexercitie, die een groot aantal maatregelen niet meeneemt, vormt daarmee niet het sluitstuk maar eerder het startschot in de discussie over de impact van het klimaat- en energiebeleid op de financiële laste van het bedrijfsleven en de burger. Het kabinet heeft in reactie op de uitkomsten al wel meteen extra maatregelen aangekondigd.
Waterschappen
De statenverkiezingen vallen samen met de verkiezingen voor de waterschappen. In 2015 werden voor het eerst verkiezingen gehouden voor de samenstelling van het algemeen bestuur van de waterschappen. Nederland is het enige land waar je hiervoor kan stemmen. Net als dat Nederland ook één van de weinige democratische landen is waar dat niet kan voor de burgemeester en de commissaris van de koning, die door de Kroon worden benoemd. Ook bij de waterschapsverkiezingen zijn er de gebruikelijke landelijke partijen die naar de gunst van de kiezers dingen, met hier en daar sterke regionale groeperingen en de nodige meer ludieke groepen. Zo wil de partij Queer op de dijken rond Amsterdam meer naaktrecreatie en voldoende genderneutrale toiletten.
De waterschappen zijn ouder dan Nederland zelf; de eerste ontstonden in de 13e eeuw in het graafschap Holland. De waterschappen hebben drie hoofdtaken:
1. Beschermen tegen hoog water via de aanleg van dijken e.d. en het creëren van plekken voor waterberging.
2. Zorgen voor schoon water voor menselijk gebruik en in de natuur.
3. Het oppervlaktewater op peil houden met behulp van sluizen en gemalen e.d.
Uit het op 20 maart gekozen algemeen bestuur wordt een dagelijks bestuur gevormd. Beide besturen staan onder voorzitterschap van een door de Kroon benoemde dijkgraaf. Volledig democratisch gekozen is de samenstelling van het algemeen bestuur niet. Degenen die een groter belang bij het werk van het waterschap hebben, b.v. akkerbouwers, betalen meer en hebben daarom ook meer zeggenschap. Bedrijfsleven, natuurbeheerorganisaties, agrariërs en soms ook milieugroepen hebben recht op een door de provincie bepaald vast aantal zetels in het algemeen bestuur. Dat aantal varieert tussen een kwart tot bijna de helft.
3 miljard euro
De waterschappen heffen eigen belastingen en halen daarmee per jaar bijna 3 miljard euro binnen. In de kustprovincies zijn de lasten vanwege de bescherming tegen zee een stuk hoger dan verder landinwaarts. Meer dan de helft van de inkomsten wordt besteed aan lopende uitgaven; de rest aan investeringen in dijken, stuwen, gemalen e.d. De burelen van de waterschappen zijn al van verre herkenbaar. Zij huizen in enorme kantoorpaleizen. Geen enkel waterschap kent geldzorgen, want ze mogen hun kosten gewoon doorberekenen aan de belastingbetalers.
Hoewel op het eerste gezicht de werkzaamheden van de waterschappen vooral technisch van aard lijken, slagen politici er steeds weer in de grenzen op te rekken en geld uit te geven aan hun eigen stokpaardjes. De taken van de waterschappen en de financiering ervan lenen zich dan ook uitstekend om in te zetten op maatregelen tegen klimaatverandering. Dat is ook wat de partij wil die bij de vorige verkiezingen op veel plaatsen de grootste werd: Water Natuurlijk. Dit is een logische combinatie van D66 en GroenLinks, die op het gebied van klimaat en milieu vrijwel hetzelfde vinden: Het waterschap wordt zo een soort van geldautomaat voor het klimaat. Daarnaast willen (veelal de linkse) partijen dat het waterschap meewerkt aan inkomensbeleid door kwijtschelding van waterschapslasten voor lage inkomens, bevorderen van recreatie en het ontwikkelen van alternatieve energiebronnen.
Er zijn 21 waterschappen (in West-Nederland ook wel hoogheemraadschappen genoemd); in 1950 waren er nog 2600. Het aantal waterschappen is na de watersnoodramp van 1953, die de noodzaak van een krachtiger aanpak duidelijk maakte, sterk verminderd. Hun taken liggen in het verlengde van die van de provincies. Samenvoeging ligt dan ook voor de hand, hoewel in slechts drie provincies (Fryslân, Limburg en Zeeland) de grenzen van het waterschap samenvallen met die van de provincie. Maar concrete voornemens hiertoe zijn er niet.
Tags |
---|
Personen |
---|
Wouter Roorda is econoom. Hij werkte 20 jaar bij verschillende Nederlandse ministeries, vooral op het terrein van arbeidsmarkt en sociale zekerheid. Tegenwoordig is hij actief als onafhankelijk columnist, investeerder en rentmeester.
Amerikaanse miljardairs doneren elk jaar tientallen miljoenen euro aan organisaties die ons een radicaal klimaatbeleid willen opdringen.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.