‘Vijf jaar Charlie, vijf jaar oprukkende censuur.’
De lafheid van de intellectuelen.
foto © Reporters
Na de aanslag op Charlie Hebdo kwamen er miljoenen mensen voor de vrije meningsuiting op straat. Vijf jaar later worden we geconfronteerd met een oprukkende censuur. ‘De terroristen hebben gewonnen.’
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementOp 7 januari was het vijf jaar geleden dat de Frans-Algerijnse gebroeders Chérif en Saïd Kouachi de halve redactie van het satirische blad Charlie Hebdo executeerden. De islamofascistische denkbeelden kwamen uit het Nabije Oosten, de dragers waren opgegroeid in de hoofdstad van Frankrijk, het bastion van het vrije woord, de Verlichting.
Moordende commando’s in Parijs
Al-Qaida had de gebroeders Kouachi in Jemen getraind en opdracht gegeven om de redactie van Charlie Hebdo te vermoorden. Daags na de aanslag stapten miljoenen Fransen door hun land in een mars voor vrijheid onder de slogan ‘Je suis Charlie’.
Maar de calvarietocht was nog lang niet voorbij. Op 14 en 15 februari 2015 pleegden jihadisten verschillende aanslagen in Denemarken. Een bijeenkomst voor blasfemie en vrijheid van meningsuiting – waar de Zweedse cartoonist Lars Viks aanwezig was – kreeg het te verduren. Een dag later werd er een aanslag op de grote synagoge van Kopenhagen gepleegd.
In november 2015 vermoordde een IS-commando in Parijs 130 mensen. Het epicentrum van de organisatie van die aanslag lag in Sint-Jans-Molenbeek, een bolwerk van segregatie, sluipende radicalisering en mislukt multiculturalisme. In Soumission omschrijft Michel Houllebecq Brussel als een stad op de rand van een burgeroorlog: ‘Vooral de goorheid en triestheid van de stad hadden me getroffen, en ook de voelbare haat tussen de bevolkingsgroepen… in Brussel voelde je je meer dan in enige andere Europese hoofdstad op de rand van een burgeroorlog.’ Enige literaire overdrijving is Houllebecq niet vreemd, maar Brussel is inderdaad een multicultureel drama. Eric Zemmour riep op om Molenbeek te bombarderen.
Vergaande ontkenning
In de periode die volgde, kreeg Charlie Hebdo aanvankelijk heel veel steun, maar vanuit de hoek van de intellectuelen en opiniemakers werd Charlie ook bekritiseerd omwille van zijn ‘provocerende satire’. ‘Heeft Charlie Hebdo de aanslag niet uitgelokt?’ Volgens Caroline Fourest, journaliste en oud-medewerkster van het blad, is het beoefenen van satire in Frankrijk nog moeilijker geworden. Een deel van de publieke opinie heeft het Franse satireblad weggezet als ‘racistisch’ en ‘islamofoob’.
De Amerikaanse krant The New York Times besliste dat jaar om geen politieke cartoons meer te publiceren in de internationale editie van de krant. Caroline Fourest laat aan duidelijkheid niets te wensen over: ‘Ze strijden vaak zij aan zij met aanhangers van de politieke islam. Wie denkt dat het gevaar eerder van Charlie Hebdo komt dan van jihadisten, verkeert in een staat van verregaande ontkenning.’
Ontkenning en sluipende censuur
Deze ontkenning vertaalt zich in een oprukkende, sluipende censuur. Joris Vermassen – een Belgische striptekenaar-cartoonist die werkt onder het pseudoniem Fritz Van den Heuvel – gaf onlangs in ‘De ochtend’ toe dat ‘de grote media veel voorzichtiger zijn geworden’. Hij maakt tevens gewag van een toenemende censuur. Vermassen verwijst daarvoor naar ‘Taboe’, een Vlaams televisieprogramma, uitgezonden op Eén. In dat programma gaat Philippe Geubels op zoek naar de grenzen van humor. Het programma won wereldwijd tal van prijzen en onlangs werd ‘Taboe’ genomineerd voor de International Emmy Awards.
Geubels steekt de draak met iedereen, o.a. gehandicapten en het christelijk geloof, maar gaat in een boog om de islam heen. Uit angst. Tot daar het doorbreken van de taboes. Wat later neemt Joris Vermassen in het interview zelf een bocht en zet zich af tegen de ‘agressieve, beledigende cartoons over Mohammed’, die o.a. in de Deense krant Jyllands-Posten werden gepubliceerd: ‘Deze cartoons kwetsen nodeloos en spelen extreemrechts in de hand.’
Ook ‘De ideale wereld’ – gespecialiseerd in de grofste humor – waagt er zich niet aan om de profeet Mohammed af te beelden. Volgens Jelle De Beule is dat bewust: ‘Je weet wat de gevolgen zijn. Om dat risico te lopen, moet je wel heel hard achter je grap staan.’
‘De terroristen hebben gewonnen.’
Filosofe Tinneke Beeckman was in ‘De afspraak’ heel duidelijk: ‘Met de vrijheid van cartoonisten is het vandaag heel slecht gesteld. Je kan niet meer met alles lachen.’ Volgens Beeckman zijn er altijd taboes geweest. Vroeger werden ze bewaakt door bepaalde machtsinstanties, zoals de kerk. Momenteel worden ze in stand gehouden vanuit de logica van het slachtofferschap. ‘Met gekwetste, zwakke mensen wordt niet gelachen.’
Zolang Charlie Hebdo de spot dreef met machtsinstanties zoals het kapitalisme of de kerk, was er geen vuiltje aan de lucht en kon het blad op ruime sympathie binnen linkse kringen genieten. Eens de focus op de uitwassen van de islam komt te liggen, is er een groot probleem. ‘Er is een intellectuele stroming die dit aan banden wil leggen.’ Tinneke Beeckman omschrijft dit als ‘een heel kwalijke evolutie’. Terwijl vroeger niets heilig was, wordt nu het heilige binnen de islam tegen kritiek beschermd. ‘Er zijn veel meer zaken waar niet meer mee kan worden gespot… De terroristen hebben gewonnen.’
Tinneke Beeckman ging in debat met cartoonist Kamagurka die aanvankelijk ontkende dat er een probleem is, maar nadien moest toegeven dat cartoons maken over Mohammed een veiligheidsrisico inhoudt.
In de jaren zeventig maakt Pierre Desproges – een Frans cabaretier – stevige grappen over de joden. Zo beweerde hij dat de joden massaal naar Auschwitz trokken omdat het gratis was. Volgens Nasr Eddin Hodja zijn zulke grappen vandaag niet meer mogelijk: ‘Godsdienst gaat over identiteit en identiteit ligt vandaag extreem gevoelig.’
De VRT acensureert.
Kritiek op de islam en op moslims ligt bijzonder gevoelig. Twee jaar geleden was ik op een congres van de leerkrachten wetenschappen in Antwerpen. Het congres stond in het teken van migratie. Op een gegeven moment was er een onderzoeker – die opdrachten uitvoerde voor de Vlaamse regering – aan het woord. Ik vroeg de man hoe het in hemelsnaam komt dat migranten met een moslimachtergrond zo moeilijk integreren. Er viel een loden stilte in de zaal. De spreker was duidelijk van zijn stuk en gaf een ontwijkend antwoord. Nadien kwam hij me opzoeken en gaf een duidelijk antwoord op de vraag, wat hij in volle publiek niet durfde.
Volgens Michel Houellebecq is dit het gevolg van de opkomst van een links-islamitisch discours uit intellectuele middens: ‘De linkse islam… is een wanhoopspoging van rottende, ontbindende, klinisch dode marxisten om zich op te hijsen uit de afvalbakken van de geschiedenis door zich vast te klampen aan de opkomende krachten van de islam.’ Wat scherp gesteld. Meestal is censuur subtieler. Zo laat de VRT op haar site verschillende cartoonisten aan het woord, waaronder Kamagurka, maar in het verslag over ‘De afspraak’ wordt met geen woord gerept over de kritische standpunten van Tinneke Beeckman…
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Julien Borremans studeerde architectuur, wijsbegeerte en management. Hij is werkzaam in het onderwijs. Borremans publiceerde voor verschillende tijdschriften en kranten. Hij werkt mee aan verschillende internetfora.
De oproep tot boycot van Israël door Petra De Sutter (gevolgd door PS, Ecolo, Groen en CD&V) is een straf staaltje selectieve verontwaardiging.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.