JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Vijf vervelende Vlaamse jaren?

Tex Van berlaer27/9/2014Leestijd 4 minuten

De afsprakennota van de Vlaamse meerderheidspartijen legt de parlementaire onafhankelijkheid van de parlementsleden aan banden en verhindert een opendebatcultuur in het parlement. De particratie zegeviert, volgens politicoloog Tex van berlaer.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De afsprakennota van de Vlaamse meerderheidspartijen bewijst wat vele liefhebbers van het democratisch debat betreuren. De partijdiscipline, waarbij individuele in- en tegenspraak van parlementsleden wordt ingeruild voor legislatieve teamspirit, is nu duidelijk zichtbaar in het Vlaams Parlement. De nota bevat enkele punten waar de verkozenen van de drie regeringspartijen zich aan dienen te houden. Zo mogen zij geen stemafspraken maken met de oppositie en is het regeerakkoord de bijbel van de volgende legislatuur; enkel bij hoge uitzondering en consensus mag men nieuwigheden voorstellen. Begrijpelijk voor de voorstanders van daadkracht en eenheid van de executieve macht. Een harde noot om te kraken voor zij die weten dat het volk geen regering maar een parlement verkiest en hopen op vurige debaten tussen alle volksvertegenwoordigers, ieder met een eigen stem, mening en ideologische achtergrond.

Het is niet zo dat de Vlaamse regering elke stem in het halfrond broodnodig heeft. Met 89 van de 124 zitjes heeft zij een ruime meerderheid. De mathematisch overbodige Open Vld maakt voor sommigen de overmacht zelfs verstikkend. Een enkele blik op de kleurenverdeling van het Vlaamse halfrond doet inderdaad vrezen dat een zeer groot stuk van de taart de regering weinig kritisch zal belichten de komende vijf jaar. Dat is vanuit democratisch standpunt volledig legitiem – maar ook jammer. Een democratisch lichtpunt is evenwel de verwijzing van de socialisten naar de oppositie. Het is van 1988 geleden dat er een regionale regering zonder sp.a is gevormd. Kwatongen beweren wel eens dat macht corrumpeert en de aandacht verschuift van maatregelen voor de bevolking naar postjes en machtsbehoud. Een keertje een regering vormen zonder hen is vanuit die visie verdedigbaar en houdt ook diezelfde partij fris en betrokken.

Maar dat terzijde: rigide partijdiscipline blijft een spijtige zaak. Vanuit politicologisch perspectief is het echter een interessant onderzoeksonderwerp. Al verschillende decennia wijden politicologen aandacht aan dit fenomeen. Een onderzoek uit 2006 wees uit dat de discipline sterker is bij partijen die op een gecentraliseerde wijze nieuwe leden aanwerven. Dit geldt zeker voor de Vlaamse partijen. De macht van de partijvoorzitters is zeer groot. Onvergelijkbaar met tweepartijsystemen zoals in de Verenigde Staten, waar binnenin de Democratische en Republikeinse partij een waaier van meningen wordt getolereerd en zelfs gepromoveerd. Zo zijn er progressieve Republikeinen en behoudsgezinde Democraten die makkelijk van partij zouden kunnen veranderen zonder een diepgaande identiteitscrisis te hoeven ondergaan. In ons land bestaat er een stevige centrale controle. In hetzelfde onderzoek vond men bewijzen van een dergelijke partijdiscipline bij oppositiepartijen. Het is dus niet zo dat enkel regeringspartijen de interne touwtjes sterk in handen zouden houden – al bestaat hier nog zeker geen consensus over in de academische wereld.

Onderzoek uit 2011 wees uit dat partijen met grote groepen nieuwkomers makkelijker te controleren vallen vanuit executieve hoek. De beginnende politici vrezen voor hun verdere loopbaan indien ze zich zouden outen als dissident. Zij beslissen immers niet zelf of ze tijdens de volgende campagne opnieuw verkiesbaar zullen worden gesteld. Dat doet het partijbestuur. Tussen de Vlaamse meerderheidspartijen is het niet ver zoeken naar een fractie met een extreem hoog aantal nieuwkomers. Veel dissidentie kunnen we dus blijkbaar niet verwachten van de N-VA’ers, al doet hoop leven. Tijdens de voorbije verkiezingscampagne ontving de N-VA kritiek omdat de partij haar kandidaten zou muilkorven en onbehoorlijk streng in het gareel zou laten lopen. Maar kan je dat die partij verwijten? De media storten zich in verkiezingstijd massaal op schandaaltjes, foute uitspraken en onhandigheden van (onervaren) politici. Als je voor de dag wilt komen als coherente en serieuze groep zijn dergelijke strakke afspraken begrijpelijk. Dat keurslijf mag echter gerust wijzigen eens verkozen.

Bijvoorbeeld: noch in het verkiezingsprogramma van N-VA, noch in dat van CD&V, de twee opstellers van het Vlaams regeerakkoord, stond een verhoging van het studiegeld voor hoger onderwijs ingeschreven. Meer zelfs: men stelde een verdere, constante investering in universiteiten en hogescholen voor. Als volksvertegenwoordiger van een van deze twee partijen zou het in een perfecte opendebatcultuur legitiem zijn de eigen partij hierover te bevragen in het halfrond. Het regeerakkoord is echter de te volgen weg, lezen we in de afsprakennota. Die kritiek laten we aan de oppositie over! Op deze manier is het niet verwonderlijk dat het middenveld zich roert. De parlementaire oppositie is immers klein en de grootste oppositiepartij sp.a is intern sterk verdeeld en verzwakt. De relatief hoge kiesdrempel van 5 procent zit er trouwens ook voor ergens tussen. Door deze horde is het onwaarschijnlijker dat er echt andersdenkenden het parlement bevolken, stemmen die de Vlaamse kiezer tweemaal doen nadenken over het discours van de gevestigde waarden.

De combinatie van een zwakke oppositie, een onnodig grote meerderheid en de strikte overeenkomsten doen dus vijf flauwe parlementaire jaren verwachten. In zijn standaardwerk Patterns of Democracy schrijft politicoloog Arend Lijphart dat zulke ruime meerderheden voorkomen in specifieke situaties. Wanneer het land zich in een crisisperiode bevindt, bijvoorbeeld. Of wanneer het institutionele kader van een staat zoals België brede (taal)meerderheden vereist. Het frappante is dat de samenstelling van de Vlaamse regering, die geen speciale meerderheden nodig heeft, beïnvloedt werd door de formatie op het federale niveau, waar dat juist wel het geval is.

De toekomst zal uitwijzen of onze volksvertegenwoordigers de afsprakennota in acht zullen nemen. Men moet echter onthouden dat de kiezer eerlijke politici, die niet kijken op een sneer meer of minder naar de eigen regering, wel eens kan gaan waarderen. Oprechte, vurige debatten tussen alle fracties of beelden van kritiekloze, verveelde verkozenen met de neus in de iPad: de keuze is snel gemaakt.

 Foto (c) Reporters

Categorieën

Tex Van berlaer is freelance journalist voor o.a. Knack, Mondiaal nieuws en Periodista político.

Commentaren en reacties