JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Vlaamse regeldrift, een hardnekkige ziekte

ColumnRik Torfs6/7/2024Leestijd 3 minuten
Zonder grootsheid geen verval.

Zonder grootsheid geen verval.

foto © PG/Unsplash

Het Arme Vlaanderen stak het rijke Wallonië voorbij. Het omgekeerde is ook niet onmogelijk.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Wie van Fontaine-L’Évêque naar Charleroi rijdt, waant zich in een filmdecor. Verlaten koolmijnen, steengroeven, kalkovens, smederijen, spijker- en kabelvezelfabrieken staan kilometerslang aan de rand van de weg. Donker en dreigend blikken ze passanten toe. Gedeelten van gebouwen zijn ingestort, ruiten stukgeslagen. Het opruimen van de ruïnes en het saneren van de gronden lijken een onhaalbare opgave. Simpelweg kunnen herbeginnen vanaf nul is een onmogelijke droom. Terwijl precies deze streek in de glorietijd van het industriële België een bron van fierheid was.

Het verval is groot, maar zonder grootheid geen verval. Wallonië was tot diep in de vorige eeuw rijker dan Vlaanderen. Pas na de Tweede Wereldoorlog stortte de Waalse industrie, die al in de jaren dertig klappen had gekregen, langzaam in.

Verandering

Het arme Vlaanderen overvleugelde het rijke Wallonië. Vandaag vinden we dat vanzelfsprekend. Diep in ons hart denken we dat alles zal blijven zoals het is. Zelfs nu Wallonië zich door de verkiezingen van juni alvast tijdelijk van de socialistische almacht heeft bevrijd en kans maakt op een economische remonte. Maar dat Wallonië Vlaanderen ooit voorbijsteekt? Kan niet, denken we. Honderd jaar geleden geloofden de Walen, in omgekeerde richting, dat evenmin. Mensen nestelen zich graag in lineair denken. Verandering achten ze pas mogelijk als ze is gebeurd.

En toch. Waarom zou Wallonië er niet in slagen Vlaanderen te overtroeven? Er is meer ruimte, de huizen zijn goedkoper, de steden gemakkelijker toegankelijk en de natuur is er vaak fabelachtig mooi. Zeker, er zijn te veel mensen in overheidsdienst. Gelukkig blijken ze minder vlijtig dan Vlamingen in het opleggen van lasten aan de burger. En het klopt, KMO’s zijn in sommige gebieden minder populair dan grote bedrijven of multinationals die de macht van stugge vakbonden intact moeten laten.

Bureaucratie

Toch zijn er goede redenen om eerder in Wallonië te investeren dan in Vlaanderen. De beste is de Vlaamse bureaucratie. Ze kost veel geld en veel vrijheid, toevallig twee dingen die Vlamingen traditioneel eerder leuk vinden. Terwijl Wallonië na de Tweede Wereldoorlog niet op tijd aan reconversie dacht, is Vlaanderen vandaag drukdoende de ondernemingszin te verstikken onder een wurgende bureaucratie.

Zo dreigen grotere bouwprojecten, nochtans broodnodig om de stijgende behoefte aan infrastructuur en aan wooneenheden op te vangen, onmogelijk te worden. Vergunningen worden moeizaam en slechts onder vele voorwaarden afgeleverd. Ambtenaren hebben een ruime beleidsmarge om hun persoonlijke smaak door te duwen en projecten te kelderen. Doen ze dat niet, dan beschikken NGO’s en actiecomités nog altijd over een goed gevulde oorlogskas die hen toelaat beslissingen eindeloos aan te vechten. Rechters die voor zichzelf niet enkel een juridische maar ook een politiek-maatschappelijke rol zien weggelegd, doen hun duit in het zakje en ondergraven op die manier de rechtszekerheid. Eigendomsrecht is ondertussen in Vlaanderen een virtueel concept geworden.

De lengte van de procedures betekent verder dat promotoren die gronden aankopen lang moeten wachten voor ze kunnen bouwen – het verplichte archeologisch onderzoek duurt ook een tijdje – terwijl de intresten voor het geleende geld doorlopen. Wat voor nieuwbouw onvermijdelijk tot stijgende Huizenprijzen leidt.

Papierwerk

Oudere woningen bieden geen alternatief. De renovatieplicht maakt hen duurder. Dat weerspiegelt zich niet in de aankoopprijs, maar in de kosten om huizen volgens de huidige standaarden ‘bewoonbaar’ te maken.

De regeldrift heeft nog andere gevolgen die te weinig worden aangekaart. Kleine bedrijven maken bij verschillende overheidsopdrachten geen kans, niet omdat ze inhoudelijk tekortschieten, integendeel, vaak zijn ze vernieuwend en creatief, maar ze beschikken niet over de nodige batterij experts in ‘compliance’ om dossiers die vaak vele honderden bladzijden papierwerk vergen op een competitieve manier in te dienen. bureaucratie bevoordeelt de grote bedrijven en sluit de kleinere uit. Ze staat voor stagnatie.

Bovendien creëert ze vervreemding. Als vandaag ‘schaalvergroting’ nodig is in het onderwijs en gemeenten soms niet anders kunnen dan fuseren, komt dat niet omdat mensen dat prachtig vinden, maar omdat de toegenomen regeldrift een groot aantal hypergespecialiseerde ambtenaren vergt die voor een kleine gemeente onbetaalbaar zijn. Schaalvergroting is nodig omdat wij ze zelf nodig hebben gemaakt.

Aan dit alles dacht ik deze week, toen ik, onafhankelijk van elkaar, het verhaal hoorde van twee beloftevolle jongeren, een burgerlijk ingenieur en een economist, die na hun studietijd en enkele jaren werkervaring definitief naar Australië vertrekken. Misschien willen ze er vooral op zoek gaan naar hun gedroomde levenspartner. Maar wie weet hielp de Vlaamse regeldrift hen een handje om met droge ogen het ruime sop te kiezen.

Rif Torfs is Belgisch hoogleraar emeritus aan de KU Leuven, kerkjurist, oud-rector van de KUL, bekend mediafiguur, voormalig christendemocratisch politicus en bekende twitteraar.

Meer van Rik Torfs

In de roman ‘Een doodgewoon leven’ van Karel Čapek staat een bijzondere passage over bedrog. Die blijkt ook vandaag nog relevant.

Commentaren en reacties