JavaScript is required for this website to work.
Communautair

Wijlen Hugo Schiltz: ‘Vlaanderen heeft vooral nood aan een denktank’

Jan Van de Casteele6/8/2017Leestijd 7 minuten
Hugo Schiltz in de Vlaamse Opera, 2006.

Hugo Schiltz in de Vlaamse Opera, 2006.

foto © Reporters

Hugo Schiltz is elf jaar geleden gestorven. zijn laatste interview was voor Doorbraak. Zijn visie blijft verrassend actueel.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement
Op 6 augustus 2017 is het elf jaar geleden dat Hugo Schiltz is overleden. Het laatste interview met hem is in Doorbraak gepubliceerd, in het toen nog papieren novembernummer van 2005. Voldoende relevant voor de hedendaagse politiek, om dit interview opnieuw te publiceren.

Hugo Schiltz weer even de Roskam van weleer

Hugo Schiltz: ‘Ik volg nog het gebeuren binnen de Vlaamse Beweging, maar de interne keukens ken ik niet’. Hugo Schiltz heeft het allemaal meegemaakt, succes en nederlaag, populariteit en minachting, macht en onmacht, door steenezels en marginalen met bier overgoten op de IJzerlaan. Lange tijd de onbetwistbare leider van de Vlaams-nationalisten, is hij na de dramatische splitsing van de Volksunie stilaan uit beeld verdwenen, uitbollend in het nogal onmachtige Spirit… Onder het pseudoniem “Roskam” overschouwde hij  in zijn eigen publicatie Vlaanderen Morgen destijds wat er bewoog of net niet bewoog in de Vlaamse Beweging. Doorbraak wilde weten wat die Roskam vandaag wel dacht.

De Vlaamse Beweging heeft voortdurend haar eindmeet verlegd: van taalstrijd naar federalisme, van confederalisme naar een onafhankelijk Vlaamse staat in Europa. Hoever volgt u?

‘Niet hoever we moeten gaan is belangrijk, wel waar we naartoe willen. Het begrip staat is onderhevig aan sterke wijzigingen, de soevereine natiestaat is in West-Europa voorbijgestreefd. De helft van onze wetgeving wordt op Europees niveau beslist. Door Europese eenmaking en door globalisering is de betekenis van grenzen duidelijk is veranderd. Anderzijds is het begrip “Vlaamse staat” een begrip dat ikzelf gelanceerd heb en dat vergeten de diehards wel eens.’

‘Vandaag moeten we de formule kiezen die het best past om onze belangen te realiseren: het vrijwaren van onze taal, onze integriteit, onze welvaart. De reflectie hierover is vandaag helaas niet indrukwekkend. Ik zie geen denktank die daar op een grondige manier mee bezig is, niet bij de radicale bewegingen, maar evenmin bij de academische, economische en politieke milieus, die weinig moeite doen om op dat punt met goede en bruikbare ideeën voor de dag te komen.’

Begrijpt u dat veel Vlaamsgezinden vinden dat de Vlaamse strijd zo oneindig lang duurt? En daarom dan ook gaan voor de radicale oplossing.

‘Ja, maar frustratie is een gevaarlijke raadgever. Aan wie moeten we dat verwijten?
De socialisten plakten voor de Eerste Wereldoorlog heel Vlaanderen vol: “Heel het raderwerk valt stil, als uw sterke arm het wil”… Waar zit die sterke arm van de Vlamingen? Het zijn uiteindelijk de Vlamingen zelf die het zullen moeten doen hé! Als men morgen zegt: “Het heeft nu lang genoeg geduurd, sorry, er komt geen regering meer!”, wat zou er dan gebeuren? Als de Vlaamse regering de macht in handen neemt, wie zou dat kunnen tegenhouden?

De radicale Vlaamse beweging kan die oplossing alleen niet forceren. Ze heeft de neiging van in naam van het volk te spreken, maar ze vertegenwoordigt maar 5% van de bevolking.

‘Eigenlijk zouden we toch baas in eigen huis moeten zijn…(Schiltz herhaalt nadrukkelijk die zin – red.)… We zouden… Waarom gebeurt dat niet? Omdat er geen project is. Daarom blijft het telkens bij onderhandelen – voor de zoveelste keer – over een stukje van de sociale zekerheid hier, een of andere economische hefboom daar… dat wel, maar meer niet…’

Vanwaar kan ‘de grote sprong voorwaarts’ dan wel komen?

‘De welvaart waarin we leven is niet bepaald een versneller van de dynamiek naar grote daden. Indien er een economische crisis zou zijn, zou de scheiding er héél rap zijn… Vergeet ook niet dat dit eeuwig discussiëren voor grote delen van de bevolking niet erg begeesterend meer is hé! Zeker niet in een tijd waarin het postmodernisme dé levensfilosofie van velen is. “Ikke en de rest kan stikke”! Ik hoor het sommige liberale geesten orakelen: “Geen enkel gemeenschapsbelang mag ooit voorrang krijgen op het individuele”… dat is bedenkelijk. Hoe kun je in zo’n klimaat de gemeenschapsgedachte – die oude Griekse wijsheid dat een mens een gemeenschapsdier is – nog verkopen? Hoe maak je de mensen in zo’n sfeer gevoelig voor argumenten voor meer autonomie?’

De massa niet, wie dan wel?

‘De massa moet meewillen, dat wel natuurlijk. De Vlaamse gemeenschap boekte vooruitgang op het ogenblik dat de Vlaamse massa het wou… Maar die massa moet de weg gewezen worden, moet de leiders hebben. Universiteiten, vakbonden, studiediensten, de Vlaamse elite – en hiermee bedoel ik niet “de rijken” natuurlijk – maar de geestelijke elite, uit dié hoek moet het komen.

Zolang dat niet gebeurt, gaat het in stappen of stapjes. Neem nu de Lambermontakkoorden, voor Geert Bourgeois de reden om de VU kapot te maken… Vandaag blijkt dat de argumentatie die hij toen gebruikt heeft, totaal fout is. Door Lambermont krijgt de Vlaamse Gemeenschap zoveel miljarden meer. Dat wisten wij toen wel hé, toen we Lambermont maakten! We wisten dat na een paar jaar het mechanisme van de transfers niet zou uitgeschakeld zijn, maar wel dat we het zouden afbouwen, verminderen. Dat was overigens ook zo bij de Sint-Michielsakkoorden.

De radicalen in de Vlaamse Beweging spreken dan steevast van “verraad”… Maar zoals ook anderen zeggen, van verraad tot verraad gaan we naar een Vlaamse staat. Ik heb veertig jaar verraad gepleegd om te kunnen realiseren datgene wat we nu hebben gerealiseerd. En iedere keer heeft men gezegd dat het een achteruitgang was. Dergelijke houding weegt op de Vlaamse Beweging, helaas, en belet dat ze een grotere impact zou krijgen.’

Zijn er nog redenen om een Belgische staat overeind houden? De Vlaamse Volksbeweging publiceerde in de jaren ’90 een boekje met argumenten ‘pro belgica’. Het boekje bevatte alleen blanco bladzijden.

‘Zulke argumenten zijn er nauwelijks. Vlaanderen is in internationaal perspectief kleiner dan België, maar Denemarken staat daar ook z’n mannetje en is kleiner dan Vlaanderen. Maar we moeten die internationale erkenning grondig voorbereiden, dat klopt. Dat is allemaal rap gezegd, maar niet zo rap gedaan.

Fundamenteler is de schrik van Franstaligen en vakbonden dat een splitsing zal leiden tot minder personele solidariteit, tot minder sociale zekerheid. Het volstaat niet om te roepen dat een splitsing “vanzelfsprekend” is. Misschien moet een grotere inspanning gedaan worden om op z’n minst het vertrouwen te krijgen van wie dat niet zo ziet zitten.

Ik kan daar een beetje over meepraten. Het voornaamste wapenfeit in mijn carrière, en ik ben er nog altijd fier op, is dat ik er in geslaagd ben om het vertrouwen te winnen van zowat alle Franstalige grote kopstukken, van Outers tot Van Cauwenberghe, van Spitaels tot Nothomb en Spaak… Ik heb mijns inziens daarvoor ook nooit iets fundamenteels moeten toegeven, iets essentieels moeten afzweren.’

Hoe kun je als Vlaming nog aanvaarden dat de PS met 13% van de stemmen dé politieke machtsfactor bij uitstek blijft?

‘Dat is een gevolg van de doorbraak van het Vlaams Blok. Men heeft daar ondervonden dat men er alle belang bij heeft dat het Vlaams Belang heel sterk wordt, simpelweg omdat daardoor een miljoen Vlaamse kiezers geen machtsfactor meer zijn op het politieke forum.’

Zit de situatie muurvast?

‘Hangt ervan af of in die partij een nieuwe generatie aan bod kan komen die meer durft, die beseft dat het niet volstaat dat je een miljoen kiezers hebt, maar dat je uiteindelijk met je kiezers en stemmen iets moet kunnen doen. De verkettering van die partij is niet nieuw. Hoelang heeft men de VU niet verketterd? Voor “Kop Van Eynde” waren we “allemaal zwartzakken”.

Het Vlaams Belang staat voor de uitdaging om het cordon sanitaire weg te werken zonder dat de partij haar kiezers verliest. Het is altijd riskant om over de gracht te springen, dat hebben we bij de VU ook meegemaakt. Indien dat zou lukken, zou de PS weer zijn was ze is: 13% van het electoraat, en meer niet.’

Nationalisme

Spirit koos voor een kartel met de sp.a, niet het nest waar de Vlaamse reflex scherp is ontwikkeld.

‘De partij is geen Vlaamsgezinde partij, maar heeft wel een Vlaamse bezorgdheid. En de Vlaamse Beweging heeft altijd een sociale dimensie gehad. De mogelijkheid voor Spirit om als kleine partij politiek te overleven, onder meer met hervorming kieswet, was niet zo groot. De enige optie was de sp.a, nadat bleek dat de VLD onbetrouwbaar was. De VLD wou ook geen kartel.’

U verwijst naar de mogelijkheden van het Vlaams Parlement. Hoe zou de internationale wereld reageren op een radicale stap naar autonomie?

‘De schrik voor de internationale gemeenschap is het meest belachelijke argument tegen Vlaamse autonomie. Wat kan de internationale gemeenschap doen als men dat wil, op voorwaarde natuurlijk dat Vlaamse bevolking aantoont dat ze dat ook wil? Tsjechië en Slowakije waren op een-twee-drie gesplitst. Ik hoor Willy Claes nog tekeer gaan tegen de opsplitsing van Joegoslavië… “Ziet ge wel tot wat het nationalisme leidt.” Excuseer: Joegoslavië is ten onder gegaan aan een tekort aan gezond nationalisme. Men heeft de wil van Kroaten en Bosniërs en andere volkeren te lang genegeerd.’

Nationalisme, als het goed opgevat is, leidt tot pacificatie.

‘Er is een negatief en een positief argument om verder te gaan naar zelfbestuur in België. Het negatieve is het efficiëntieverlies door het Belgische feit. Het is duidelijk dat ons land niet goed bestuurd kan worden. Het gros van bevolking wordt dat misschien niet altijd direct gewaar, maar al wie in de besluitvormende laag terechtkomt (politieke wereld, beroepswereld, gezondheidssector…) weet dat die politieke mediocriteit in België schadelijk is voor de mensen. Het positieve argument is dat we Vlaanderen een eigen plaats kunnen geven in de wereld, niet als een gesloten huis, maar als een schip op een stroom die Europa is. Alle kleine dossiers, zoals BHV, illustreren dat.’

Over Europa gesproken, dat loopt niet lekker, zoals blijkt uit referenda en peilingen?

‘De Europese milieus zijn weggedreven van het volk. Ge merkt dat ook in Brussel, die Europese kringen en instituten, die zijn bijna wereldvreemd. Het Europees Parlement heeft te weinig macht. De uitbreiding van Europa, zeker met Turkije, is misschien verdedigbaar, maar men is veel te snel gegaan.’

Europa lijkt ook niet de beste waarborg voor behoud van identiteit. Denk maar aan de verengelsing?

‘Die taalvervuiling, die Engelse cretologie, dat is ergerlijk. Waar is het waardegevoel?
Als ik de affiches zie van studentenverenigingen, de rapporten van financiële instellingen, de opschriften van de winkels, de vacatures in de kranten, inbegrepen de discriminatie via aanwerving van “native English speakers”, dat is verschrikkelijk… Die taalverarming schept bovendien opnieuw een duale maatschappij. Als dat geen racisme is, dan weet ik het niet meer. De overheid moet de reclamewereld dringend het mes op de keel zetten.’

Slotvraag: Is Brussel dé reden om België niet te splitsen?

‘De enige oplossing is dat men van Brussel een kosmopolitisch gebied maakt, wat het de facto eigenlijk ook aan het worden is. Men moet aan Nederlandstaligen en Franstaligen een grondwettelijk verankerde positie geven en een actief voorzieningennet uitbouwen. Maar denken dat die stad deel kan uitmaken van het Vlaamse land, dat is een illusie. Ik denk dat men zal moeten teruggrijpen naar dat bijna-akkoord dat we in de jaren zeventig hadden. Een kleine hertekening van die grenzen kan in het realiseren van een Vlaamse soevereiniteit een versneller zijn. Laat de Brusselaars van welke aard ook, bruin, geel, zwart, en of ze nu Swahili, Engels, Frans, Nederlands of Duits spreken, zelf hun stad besturen. Voor zoiets gaan we trouwens bij de niet-Franstaligen bondgenoten vinden.’

Jan Van de Casteele is historicus. Hij was journalist bij Het Nieuwsblad (1989-1999), werd stafmedewerker van de VVB (vanaf 1999) en hoofdredacteur van Doorbraak van 2003 tot 2012. Sindsdien is hij zelfstandig journalist.

Commentaren en reacties