Vlindermonarchie: een deugdelijk compromis?
Het was een sterk stukje Vlindercommunicatie. Er komt een nieuwe regeling voor de monarchie. De kracht van de verandering, maar dan omgezet in daden. Het zou zelfs gaan om de ‘grootste hervorming ooit van de Belgische monarchie’. Een beetje zoals de zesde staatshervorming ook de grootste is. En zoals de Vlinderpensioenhervorming de belangrijkste is sedert mensenheugenis. En zoals … Maar in werkelijkheid blijkt alleen de lente van 2013 de natste ooit te zijn. Overigens, een lente zonder vlinders.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementVlindermonarchie in de kamer
Op 5 juni 2013 kondigde Elio Di Rupo (PS) een akkoord aan over de modernisering van de monarchie. Het akkoord en de ontstaansgeschiedenis ervan werden hier eerder toegelicht.
Op 6 juni werd Di Rupo over dit akkoord geïnterpelleerd door Barbara Pas (VB), Luk Van Biesen (Open Vld) en Jean-Marie Dedecker (LDD). Volgens de eerste minister beoogt het akkoord transparantie, modernisering en een betere controle op de bestedingen van de dotaties.
In werkelijkheid beoogt dit akkoord iets anders, namelijk de monarchie onttrekken aan de striemende kritieken van N-VA, VB en LDD. Het is voor de regering, zeker voor de PS, bijzonder pijnlijk om welhaast wekelijks te moeten antwoorden op vragen van Theo Francken (N-VA): Waarom betaalt de koninklijke familie geen belastingen? Waarom is er geen controle op de bestedingen? Waartoe dient de dotatie aan Laurent en Astrid? Daar wil de Vlinderregering van af.
Ook voor de geëngageerde burgers van Open Vld is dit een zoveelste pijnlijk dossier. Deze Belgische liberalen willen maar al te graag de monarchie verregaand moderniseren, maar botsen op een duidelijk ‘non’ van de Franstalige partijen. Zelfs de Franstalige liberalen van MR antwoorden ‘non’. Hopelijk trekken de Belgische liberalen hieruit lessen. In elke moderne democratie is het een evidentie dat de koning geen persoonlijke macht uitoefent, bijvoorbeeld tijdens de regeringsformatie. Binnen een Belgisch kader lijkt het echter niet mogelijk om te komen tot een protocollaire monarchie. Dit belooft niet veel goeds voor de andere blauw-tricolore hervormingsplannen. Ze zijn ten dode opgeschreven, net zoals eertijds de Olympische spelen die Bart Somers (Open Vld) in 2016 naar Vlaanderen ging brengen. Een ander blauw geintje. Zo wordt de ‘nieuwe lente’ die Gwendolyn Rutten belooft er eentje zoals de lente 2013: een natte lente zonder vlinders.
Wat is een goed compromis?
De partijen van de institutionele meerderheid hebben dan maar een akkoord gesloten. Zoals gebruikelijk wordt het door Servais Verherstraeten (CD&V) aangekondigd als ‘historisch’. De prestaties die Verherstraeten aan het leveren is, lijken steeds meer op de zeven Tourzeges van Lance Armstrong. Het zijn grootse overwinningen die nooit op enig palmares zullen staan.
Is dit een goed akkoord? Een goed politiek compromis moet aan twee criteria beantwoorden: het moet (a) het beoogde doel bereiken en (b) het moet daadwerkelijk zijn.
Een compromis dat het beoogde doel niet bereikt, staat los van elke inhoud. Dergelijk compromis heeft geen zin. Helaas bekent één van de grote Belgische staatshervormers, Jean-Luc Dehaene (CD&V), dat vele Belgische compromissen worden gesloten los van elke inhoud. En de loodgieter-hofleverancier, hij kan het weten.
Een daadwerkelijk compromis is een compromis dat ook op het terrein iets verandert. Vele B-compromissen veranderen echter weinig of niets op het terrein. Wanneer men bij een volgende onderwijshervorming de ‘schotten’ weghaalt tussen “dt”, “t’ en “d”, zullen Vlamingen statistisch bekeken minder zondigen tegen hun taal, maar in werkelijkheid is er niets veranderd. Vele B-compromissen zijn van dit gehalte.
Het beoogde doel wordt niet bereikt
Het beoogde doel, namelijk de monarchie onttrekken aan de striemende kritieken van monarchiekritische parlementsleden, wordt niet bereikt. Veruit de belangrijkste dotatie, namelijk de civiele lijst van de koning (in 2013: 11.554.000 euro), valt niet onder de nieuwe regeling. Net dit maakt dat het beoogde doel niet wordt bereikt. Kritische kamerleden zullen ongetwijfeld blijven stellen: de koning betaalt geen inkomensbelastingen; er is geen controle op de bestedingen ten laste van de civiele lijst; de aankopen ten laste van de civiele lijst zijn vrijgesteld van BTW en accijns, … De intussen beroemde ‘pompe défiscalisée’, waar men te Laken taksvrij kan tanken, blijft dan ook bestaan.
De nieuwe regeling geldt uitsluitend voor de dotaties aan de prinsen Filip en Laurent, aan prinses Astrid en aan koningin Fabiola. Zij zullen voortaan op het inkomensdeel – dat bijzonder beperkt is – belastingen betalen. De bestedingen van het deel werkingstoelage zal worden gecontroleerd door de eerste voorzitter en de voorzitter van het Rekenhof. Dit laatste aspect toont aan hoe in dit land alles communautair is. De aanbevelingen van de senaat van 2009 stelden nog voor om de rekeningen te laten nazien door de eerste voorzitter. Uiteindelijk werden het de eerste voorzitter en de voorzitter. De reden ligt voor de hand. Beiden zijn van een andere taalrol. Zelfs de controle van de bestedingen ten laste van de dotaties ligt communautair zo gevoelig dat dit taalparitair dient te gebeuren. Ik durf te veronderstellen dat Olympiër Bart Somers tegen deze nieuwe ‘confederale grendel’ zal stemmen. We zijn toch allemaal Belgen? Of huldigt hij ook hier de Olympische gedachte: deelnemen aan de regering is belangrijker dan winnen?
<Vindt u dit artikel informatief? Misschien is het dan ook een goed idee om ons te steunen. Klik hier.>
Categorieën |
---|
Hendrik Vuye is doctor in de rechten, master in de criminologie en master in de filosofie. Hij is gewoon hoogleraar Staatsrecht en Mensenrechten aan Universiteit Namen
Wat wordt er veel gesproken in Vlaanderen over politieke vernieuwing. Alleen blijkt spreken zilver en niets doen goud.
Yukio Mishima wijdde zijn schrijversleven aan het in ere houden van Japanse tradities tegen de amerikanisering van het land in. Hij vond zichzelf daarin mislukt en trok daaruit de uiterste conclusie.