Bang van de Duivels
Zelfs echte fans worden er moe van: nee, flaminganten hebben geen bezwaar tegen de Rode Duivels
foto © Reporters/Teun Voeten
Nee, Vlaams-nationalisten zijn niet bang van de Rode Duivels. En nee, er zijn geen ‘marsorders’ om niet te applaudiseren of te supporteren.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementOf ik niet bang was als N-VA’er dat de Rode Duivels het WK zouden winnen, vroeg een journalist van de Noorse openbare omroep me. Toch vreemd, een land gehuld in duivelsgekte met zo’n grote Vlaams-nationale partij in het bestuur, vond hij. Ik vond het vooral vreemd dat hij het vroeg. De Noorse openbare omroep, begot.
Of ze gaan winnen weet ik niet, maar het is ze gegund. Een voetballiefhebber ben ik niet, maar mijn zoontje van vijf wordt bij elke match he-le-maal gek. En ook in mijn straat zie ik de tricolore vlag langzaam maar zeker opdoemen, liefst in allerlei rare vormen en vastgehecht aan de auto. Of op het hoofd, met veel poeha erbij. Een mooi zicht vind ik het nu niet, maar meer lees ik er ook niet in. Want hoewel er landen, regio’s en steden zijn — om bijvoorbeeld Barcelona niet te noemen — waar politiek en sport duidelijk sterk met elkaar verbonden zijn, speelt dat in ons land mijns inziens hoegenaamd niet. Mijn lokale voorzitter gaat geen match missen, maar dat zal hem niet tegenhouden om in oktober en mei met zeer veel overtuiging zijn stem uit te brengen op een Vlaams-nationalistische partij. Meer nog, hij leeft voor die partij. En zo nu en dan, ook een beetje voor het voetbal.
Voetbal is voetbal. Politiek is politiek.
Dat wij-gevoel dat voetbal met zich mee kan brengen is prachtig, maar het lost onze sociaal-economische en andere problemen niet op. Dat weet iedereen ook wel. Zelfs de grootste supporter in het heetst van de strijd en met een paar van de blikken hoofsponsor op, weet dat. Het staat gewoon los van elkaar. Niet alleen bij ons, maar hier wellicht nog meer dan ergens anders. Zo surrealistisch zijn we wel. Ik ken bijvoorbeeld weinig andere landen die de advertentie van een blikje bier over de helft van hun nationale vlag laten naaien.
Maar dat neemt niet weg dat vele opiniemakers het weer gaan opperen de komende weken. De analyses liggen al klaar. De N-VA weet zich geen blijf met de Rode Duivels, de zenuwen staan gespannen. De verkiezingen zijn nabij. Er worden ‘marsorders’ uitgeschreven, volgens Linda De Win. Verwijzend naar een mail van onze communicatiedienst in 2016 die dateerde van na de commotie in de kranten en als enig doel had de parlementsleden er terecht op te wijzen dat er weer een vergrootglas stond op iets dat er niet was. En dat het dan soms beter is te laten waaien.
Confederaal voetbal
Het begon met PS-collega Onkelinx die in de plenaire tijdens een hoogoplopend debat over de beleidsverklaring plots een applaus vroeg voor de overwinning van de Rode Duivels. Waarna de journalisten op onze banken toch een paar parlementsleden hadden gespot die niet hadden meegeklapt. Verkrampt, heette dat dan de volgende dag in de kranten, met een mooie foto erbij. Dat sommigen, waaronder ikzelf, het nu niet bepaald het gepaste moment, noch de plaats vonden voor zo’n zijsprongetje, klinkt natuurlijk minder interessant in print. De dagen nadien ging het over vlaggetjes in het Vlaams parlement en zogenaamde marsorders en vooral zenuwachtigheid bij de top. In De Afspraak kreeg ik de vraag of dat wel kon: een échte Vlaams-nationalist die supportert voor Duivels? Ik vond het een bevreemdende vraag. Nog steeds. Natuurlijk kan dat. En mag dat. Of ik besefte dat er ook veel Walen in de ploeg zitten, klonk het nog. En dat een ploeg met alleen Vlamingen niet ver zou geraken. Daar hadden ze een punt. Goh, dacht ik. Binnen een confederaal model moet je bekijken wat wel nog samen te doen. Het leger, is zo’n voor de hand liggende. Het voetbal mag er ook wel bij.
Maar terug naar de ‘marsorders’. Ik ben het eens nagegaan nadien. Er waren bij de oproep van Onkelinx in plenaire indertijd ook N-VA-parlementsleden die wél applaudiseerden. Dus óp vraag van Onkelinx én voor de Rode Duivels. Een mens zou voor minder geëxcommuniceerd worden. Soms kijk ik nog angstig rond. Maar nee hoor, ze zitten er nog. Ze zijn dan toch mogen blijven van onze dictatoriale partij. Oef, zeg.
Valerie Van Peel (1979) begon haar carrière als journalist, maar ging in 2009 aan de slag als woordvoerder voor de N-VA. In 2012 werd ze verkozen als OCMW-voorzitter in Kapellen en sinds 2014 zetelt ze in de Kamer, waar ze onder andere de commissie Volksgezondheid opvolgt.
De ziekenfondsen en de verzuilde partijen kijken al bijna twee jaar lang krampachtig weg van drie kritische audits van het Rekenhof.
Waterramp in Spanje gebeurde in gebied waar meer dan 50 dammen gesloopt zijn.