JavaScript is required for this website to work.
Politiek

Voorzitterskandidaat Joachim Coens (CD&V) pleit voor confederalisme

Nicolas Van Haecke22/11/2019Leestijd 4 minuten
Sammy Mahdi en Joachim Coens

Sammy Mahdi en Joachim Coens

foto ©

Terwijl Sammy Mahdi geen institutionele hervormingen wil, pleit Joachim Coens voor confederalisme in de strijd om het CD&V-voorzitterschap.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Tot dusver was het met een vergrootglas zoeken naar inhoudelijke verschillen tussen de CD&V-voorzitterskandidaten, maar nu de tweede ronde ingegaan is komt er eindelijk toch een belangrijk onderscheid aan de oppervlakte: terwijl Sammy Mahdi geen institutionele hervormingen wil, pleit Joachim Coens voor confederalisme.  Hendrik Bogaert zal Coens’pleidooi alleszins niet ongenegen zijn.

Of om Coens in het dubbelinterview met Mahdi in De Standaard  van 19 november letterlijk te citeren: ‘Er moet ook definitief uitgeklaard worden hoe het nu verder moet met de NV België. Hoe kan ons land finaal nog samenwerken? We moeten daarbij vertrekken vanuit de regio’s en kijken wat we nog samen willen doen’. En verder: ‘Ik verwacht niet dat er plots een finale oplossing is, maar we moeten nu het engagement aangaan om dat institutionele debat te voeren. Dat daar gewoon iets over in het Vlaamse regeerakkoord staat, is niet voldoende.’

Communautaire standstill of verdere confederale evolutie

Eerder hield de Brugse havenvoorzitter in Het Laatste Nieuws  zijdelings al een gelijkaardig pleidooi: ‘Wellicht zal dan blijken dat dit land het best confederaal wordt bestuurd, met een federale regering die de regionale regeringen weerspiegelt.’ Coens’ visie sluit hiermee blijkbaar heel sterk aan bij die van de N-VA: ‘De deelstaten beslissen samen wat ze nog samen willen doen. Het woordje “willen” staat centraal in het confederaal model. Nu is het van moeten.’ Al ziet Coens op vlak van sociale zekerheid, in tegenstelling tot de N-VA, blijkbaar toch nog een rol weggelegd voor het federale niveau.  ‘De sociale zekerheid? Uiteraard moet er nog onderlinge solidariteit zijn’ zegt hij hierover namelijk in De Standaard.

Alleszins heeft CD&V-jongerenvoorzitter Sammy Mahdi op institutioneel vlak een heel ander standpunt, zo blijkt in datzelfde interview in De  Standaard: ‘We moeten ons vandaag niet bezighouden met institutionele hervormingen, anders zijn we  weer voor twee of drie jaar vertrokken zonder federale regering. We moeten nu vooral werk maken van sociaaleconomische en fiscale hervormingen en daar ambitieuzer in zijn.’ Hoewel het zeker interessant zou zijn om nu ook aan Coens de vraag te stellen wat ‘we dan nog concreet samen gaan doen’, krijgen de CD&V-leden straks dus alleszins een duidelijke keuze op communautair vlak: een communautaire standstill  of verdere stappen richting confederalisme.

Sleutelrol voor toekomstige partijvoorzitter

Die duidelijke keuze is een goede zaak want uiteindelijk wordt straks toch de partijvoorzitter gekozen van de derde grootste Vlaamse partij, een partij die bovendien ook heel vaak deel uitmaakt van de regering, zowel Vlaams als federaal. Die partijvoorzitter vervult weldra dan ook een sleutelrol. Hij voert bijvoorbeeld de federale regeringsonderhandelingen voor zijn partij en bepaalt bij regeringsdeelname ook wie al dan niet minister wordt voor CD&V. Hij bepaalt ook verder in belangrijke mate mee de koers van de partij, in de oppositie en/of in de regering.

Ivan De Vadder noemt de partijvoorzitter dan ook niet toevallig de belangrijkste politieke functie. In die zin is het dan ook relevant dat niet enkel de leden maar bij uitbreiding iedereen kan weten waarvoor de toekomstige CD&V-voorzitter nu juist staat. En dan niet alleen over hoe hij de partij intern wil organiseren, maar ook en vooral over welke richting hij uit wil met de samenleving. Thema’s als asiel en migratie of rechtvaardige fiscaliteit zijn hierbij bijvoorbeeld uiterst relevant en actueel, alsook de Europese dimensie ervan, maar kwamen tot dusver hoogstens oppervlakkig aan bod.

Vaagheid troef op inhoudelijk vlak

Want het voorzittersdebat mag dan wel hoffelijk verlopen en in tegenstelling tot wat bij andere partijen soms het geval is, hebben de leden straks op zijn minst een keuze tussen twee  kandidaten met een heel verschillend profiel, die bovendien allebei nog echt kans lijken te maken. Maar los daarvan was het op inhoudelijk vlak tot dusver toch vooral vaagheid troef. Twee aspecten lijken hierbij een belangrijke rol te spelen.

Debat binnenskamers

In eerste instantie, en dat is zeker niet enkel bij CD&V het geval, tracht de partij het inhoudelijk debat, als dat er al echt is (?), zoveel mogelijk binnenkamers te houden. Niet toevallig werden de voorzittersdebatten in de eerste ronde ook achter gesloten deuren gehouden, exclusief voor de partijleden. Doctoraatsonderzoeker en Doorbraak-auteur Lorenzo Terrière verwoordde het onlangs nog als volgt: ‘De indruk leeft dat men de interne campagne inhoudelijk angstvallig op slot houdt in de hoop om versplintering te vermijden. Het is een fenomeen dat we eerder al bij Groen zagen en heden ook bij Open VLD opmerken. De inzetnota van “de twaalf apostelen” bevatte vooral managementtaal en ook de huidige debatten tussen de kandidaten gaan voornamelijk over partijstructuren. Een fundamentele discussie over de inhoudelijke (her)positionering is er niet. Nochtans is de urgentie hoog: in de laatste peiling midden september haalde CD&V nog slechts 11 procent.’

Journalistiek focus op imago en stijl

Maar daarnaast, en die tendens is zeker niet nieuw, speelt ook de journalistieke focus op imago en stijl mee. Zo wordt bijvoorbeeld in De Standaard  in het dubbelbladige interview veeleer de nadruk gelegd op verschillen qua imago, aanpak en stijl dan op echt inhoudelijke verschillen. De titel van het interview is dan ook niet toevallig: Van de zeven voorzitterskandidaten bij CD&V blijven er twee over: de ervaren, zakelijke bestuurder versus de jonge, bevlogen stadsmens. Dit gebeurt door middel van zeven ‘dilemma’s’ (zoals ‘leiden of luisteren’, ‘begrijpen of veroordelen’, ‘tweeten of zwijgen’) die men de kandidaten voorschotelt. Uiteindelijk komt pas helemaal onderaan onder het zevende dilemma ‘paars-groen of paars-geel’, en dan nog eerder toevallig, het institutionele aan bod.

Hendrik Bogaert

Hoewel Hendrik Bogaert geen voorkeur  uitspreekt voor één bepaalde kandidaat, vindt Coens in streekgenoot Bogaert straks vermoedelijk ook een bondgenoot. Want net, en nog meer uitgesproken, als Coens toont Bogaert zich voorstander van confederalisme. Bovendien is ook voor Bogaert een vlugge parlementaire stemming over de uitbreiding van euthanasie en abortus absoluut een probleem, en zelfs een breekpunt voor het concept België, zo bleek in Villa Politica. ‘Ik vraag mij af waarom wij België nog ondersteunen als daar op budgettair of ethisch vlak bepaalde fundamentele keuzes gebeuren die indruisen tegen het gezond verstand van de meerderheid van de Vlamingen’, aldus Bogaert. Eerder verwees ook politoloog Bart Maddens al naar de communautaire dimensie van het ethisch debat.

Nicolas Van Haecke heeft interesse voor EU-thema's en binnenlandse politiek. Hij is ook vertrouwd met de werking van lokale besturen.

Commentaren en reacties