JavaScript is required for this website to work.
Media

Moederliefde en kinderlijke onschuld

Doet Rudi Vranckx aan 'framing'? (1)

Paul Hekkens29/11/2019Leestijd 6 minuten
Vranckx: Framing van een crisis

Vranckx: Framing van een crisis

foto © Reporters

Rudi Vranckx is wereldberoemd in Vlaanderen. Wat ook helpt is dat hij in al die programma’s nadrukkelijk zelf in beeld verschijnt.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Rudi Vranckx is wereldberoemd in Vlaanderen. Op Canvas is hij zo ongeveer alomtegenwoordig. Zijn persoon heeft de statuur van een merk. Dat komt onder meer omdat hij al jarenlang een programma onder zijn eigen achternaam heeft. Wat ook helpt is dat hij in al die programma’s nadrukkelijk zelf in beeld verschijnt. Vaak wordt in zijn reportages een contrast geschapen tussen moeders die voor hun baby’s of peuters zorgen en een achtergrond van maatschappelijk geweld. Het lijkt een beetje op het kerstverhaal: de pasgeboren Jezus omringd door de zorg van Maria en Jozef, tegen de kille achtergrond van een volkstelling uitgevoerd door de vijandige Romeinse bezetter. Bij Vranckx is die achtergrond een internationaal conflict.

Jemen

In een vraaggesprek met Vranckx in Maastricht brengt hij de burgeroorlog in Jemen ter sprake. Die is uitgegroeid tot een internationaal conflict waarbij ook Syrië en Saoedi-Arabië betrokken zijn. Het filmfragment tijdens het vraaggesprek bevat scènes die terug te vinden zijn in een reportage voor Het Journaal  en in een reportage voor Terzake. Vranckx – daar is hij tijdens het vraaggesprek heel open over – is in Jemen op zoek naar een verhaal dat de kijker herkent, waarmee de kijker zich kan identificeren en dat de kijker emotioneel raakt. Het verhaal dat Vranckx in het geval van Jemen tevreden stelt, betreft moeders die falen hun kinderen op te voeden: de kinderen groeien niet in gewicht en niet in lengte omdat er geen voedsel voor hen is.

De kinderen zouden ondervoed zijn, omdat de strijdende partijen verhinderen dat het voedsel bij de bevolking komt. Wat mij opvalt, is dat de moeders er niet ondervoed uitzien. Een van de moeders wordt zelfs volgepropt met voedzaam voedsel, zodat ze weer melk kan geven om haar kind te voeden. Waarom het kind niet gewoon de fles krijgt, blijft onduidelijk. Maar kennelijk is het probleem op dat moment niet dat er geen voedsel beschikbaar is. Zo wordt het echter niet gepresenteerd. De kijker krijgt de indruk dat het hier louter om gebrek aan voedsel gaat. Dat is de hoofdboodschap.

Honger: wie krijgt er voedselhulp?

In de reportage voor Terzake  is trouwens duidelijk te zien dat het ene kind sterk vermagerd is, terwijl het ander kind bolle wangetjes vertoont. Ook is er een volwassen man te zien die nadrukkelijk toont hoe mager hij is. Om hem heen staan andere volwassenen die helemaal niet zo mager zijn. Maar als de een is uitgehongerd, en de ander niet, dan kun je je toch afvragen wat hier nu eigenlijk aan de hand is. In het geval van de sterk vermagerde man bestaat de mogelijkheid dat het om ziekte en niet om honger gaat.

Met betrekking tot een geruchtmakende foto uit de Balkanoorlog heeft zulk een misverstand daadwerkelijk bestaan. De gefotografeerde man heeft naderhand laten weten dat hij zo mager was vanwege een ziekte. Een andere mogelijkheid is dat een deel van de plaatselijke bevolking wél voedselhulp ontvangt en het andere deel van de bevolking niét. Die mogelijkheid doet me denken aan het sprookje van Hans en Grietje. Hans laat steeds een kippenbotje zien als de heks controleert of hij aankomt. Als westerlingen in Jemen informeren naar de voedselsituatie, dan is men wellicht geneigd door ziekte of honger verzwakte mensen naar voren te schuiven. Dat vergroot immers de kans dat de westerlingen tot het oordeel komen dat er meer voedsel aangevoerd moet worden.

Andere oorzaken?

Ongeloofwaardig zijn ook de scenes waarin snel in een pannetje een bodempje pap van meel wordt bereid. Je ziet vervolgens dat de pap heel knoeierig met de hand in de monden van de kinderen wordt gevoerd. Iedereen krijgt een beetje binnen, maar het merendeel gaat door het geknoei verloren. Waar echt voedseltekorten bestaan wordt ervoor gezorgd dat niets verloren gaat. Bekend is overigens dat er in diezelfde regio voorraden voedselhulp bevinden waar 3,5 miljoen mensen een maand lang van kunnen eten.

Het probleem is dat de hulpinstanties niet meer bij die voedselvoorraden geraken, omdat de infrastructuur ernaartoe vernietigd is. Dan acht ik het waarschijnlijk dat die voorraden allang door strijdgroepen zijn geconfisqueerd. Die zijn verdeeld over hun strijders en over dat deel van de bevolking waartoe hun aanhang behoort. Dat zou dan tevens verklaren waarom de honger ter plekke ongelijk is verdeeld.

De methode Vranckx wreekt zich…

Hier wreekt zich mijns inziens de methode Vranckx. Hij waakt er weliswaar over dat hij zelf geen onware beweringen doet, maar hij toont zich weinig kritisch over de beelden die hij toont. Als hij de plaatselijke bevolking aan het woord laat, moeten de televisiekijkers maar voor zichzelf uitmaken of zij die uitspraken al dan niet te geloven. Zo kan Vranckx niet eens verweten worden dat hij naïef is. Zijn eigen mening formuleert hij niet als beweringen, maar als retorische vragen. Zo wast hij zijn handen in onschuld.

Maar het achterwege laten van kritisch commentaar en kritische vragen komt bij de kijker toch zo over, dat dit blijkbaar niet nodig is. Als Vranckx geen bedenkingen bij de beelden heeft, dan hoeft de kijker die ook niet te hebben. Vranckx was immers ter plaatse. Hij heeft alles van dichtbij gezien. Hij weet dus beter wat er gaande is dan de kijker. Vranckx legitimeert dus de beelden en de uitspraken van de plaatselijke bevolking door kritische vragen en kritisch commentaar achterwege te laten.

Maar ook áls we ervan uitgaan dat de geïnterviewde Jemenieten altijd de waarheid vertellen, en dat de beelden laten zien wat ze suggereren, dan nóg blijft het de vraag in hoeverre inzoomen op hongerende kinderen en hun moeders het conflict waarheidsgetrouw weergeeft. De suggestie is dat over de hoofden van moeders en kinderen heen een ingewikkeld conflict wordt uitgevochten, waar ze zelf part nog deel aan hebben. Het beeld zoomt dus in op hoe onschuldige kinderen en hun moeders te lijden hebben onder de oorlog. De vraag is of zulk een inzoomen een vorm van ‘framen’ is die de werkelijkheid geweld aan doet. Vranckx meent van niet. Ik meen van wel.

De boze buitenwereld en het gezin

Vranckx zoomt dermate op de zorg voor het kind in het gezin in dat het nog maar enkel gaat over de invloed van de boze buitenwereld op het gezin, en niet meer over de posities die het gezin zelf in die buitenwereld inneemt. Wat is bijvoorbeeld de rol van de vader? Onttrekt die zich aan de strijd, of kiest die wél partij? En als een moeder zich niet uitlaat over de strijd, komt dat dan omdat zij enkel maar is geïnteresseerd in het (op)voeden van haar kind, of is dat omdat zij als vrouw geacht wordt zich niet over politiek uit te spreken?

En wat is de rol van religie? De getoonde Jemenitische vrouwen zijn ongetwijfeld religieus, waarschijnlijk islamitisch, en dus soennitisch of sjiitisch. De toestand in Jemen is in 2015  geëscaleerd toen een sjiitische minderheid de macht greep in het overwegend soennitisch land. Hoe staan de getoonde moeders in dat conflict? Wat wordt er over dat conflict verteld in hun moskee? Zijn er ter plaatse verschillende moskeeën, van verschillende stromingen? Dat vertelt Vranckx allemaal niet. Zo gomt hij het belang van religie uit het dagelijkse leven.

Relativering

In politiek correcte kringen, waartoe ik Vranckx ook reken, bestaat de neiging de rol van de islam weg te relativeren. Dat geldt met name voor de tegenstelling sjiisme en soennisme. In 2015 werd nog verwacht dat de sjiitische minderheid die in Jemen de macht had gegrepen, zelf wel zou inzien dat haar machtsaanspraken in een overwegend soennitisch land beperkt zijn. Gevaar was enkel dat de tegenstelling sjiitisch en soenitisch zou gaan werken als een selffulfilling prophecy.

Arabist Chams Eddine Zaougui duidt in 2015 deze selffulfilling prophecy  als volgt: ‘De tweespalt tussen soennisme en sjiisme binnen de islam is eeuwenoud, maar door jarenlange verdeel-en-heers-politiek van Arabische leiders is de situatie vergiftigd. Het wantrouwen zit diep en huidige leiders blijven dat op cynische wijze uitbuiten. Een gevaarlijke situatie die snel kan escaleren tot een regionale oorlog.’

Selffulfilling prophecy

Door van een selffulfilling prophecy  te spreken wordt de suggestie gewekt dat hier sprake is van een illusie, door de leiders in leven gehouden. In feite gaat het echter om een diep ingebrande, en daarom niet te loochenen werkelijkheid waar bevolking én leiders gevoelig voor zijn. Uit Zaouguis woorden trek ík de conclusie dat de eeuwenoude tegenstelling tussen sjiisme en soennisme onder de oppervlakte nog steeds springlevend is. Er hoeft niet veel te gebeuren of de veenbrand gaat weer branden.

Wat Zaougui selffulfilling prophecy  noemt, zou ik ‘altijd te activeren gebrouilleerdheid’ willen noemen. De verwachting van Zaougui en anderen dat de sjiitische minderheid in Jemen haar machtsaanspraken wel tijdig zou temperen, is trouwens niet uitgekomen. In plaats van op een herstel van de binnenlandse verhoudingen is juist aangestuurd op grensconflicten met het soennitische Saoedi-Arabië, wat aantoont dat de gebrouilleerdheid zich ook van beneden naar boven beweegt.

Enkel slachtoffers?

Vranckx portretteert de Jemenitische bevolking enkel als slachtoffer, niet als dader. Wie zijn reportages bekijkt, ziet daardoor lang niet alles. De kijker ziet vooral wat Vranckx wil dat je ziet. Zijn faam als reporter is erop gebaseerd dat hij je met beelden kan laten denken wat hij wil dat je denkt. Wat hij knap doet, is dat hij schrijft met filmmateriaal, met monteren als belangrijk instrument. Zijn beelden sluiten nauw aan bij wat hij wil zeggen.

Nadeel is evenwel dat hij zijn verhaal op basis van filmmateriaal zó knipt dat nog maar één conclusie rest. Zo kan Vranckx het zich kan permitteren de conclusie aan de kijker over te laten. Het gevaar van zijn methode is juist de inherente overtuigingskracht van de gemonteerde beelden. Veel kijkers zijn geneigd zijn filmbeelden zonder meer als waarheid te accepteren: ik heb het gezien, dus het is waar.

Paul Hekkens is cultureel antropoloog en algemeen econoom. Hij woont in Maastricht. Zijn publicaties zijn terug te vinden te vinden via The Post Online, De Limburger, de Volkskrant en Trouw.

Commentaren en reacties