De coronacrisis eist ieders aandacht nog steeds op. Daardoor zouden de verregaande ontwikkelingen in het Midden-Oosten u ontgaan kunnen zijn. In een tijdspanne van 2 maanden hebben maar liefst 3 Arabische landen — Bahrein, de VAE en Soedan — officieel de strijdbijl begraven met aartsvijand Israël en kondigden aan over te gaan tot normalisering. Het begin van een nieuw Midden-Oosten? Of de voorbode van een Arabische winter? Onverwachte omwenteling De landen van de Arabische wereld verkeren in een staat van…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
De coronacrisis eist ieders aandacht nog steeds op. Daardoor zouden de verregaande ontwikkelingen in het Midden-Oosten u ontgaan kunnen zijn. In een tijdspanne van 2 maanden hebben maar liefst 3 Arabische landen — Bahrein, de VAE en Soedan — officieel de strijdbijl begraven met aartsvijand Israël en kondigden aan over te gaan tot normalisering. Het begin van een nieuw Midden-Oosten? Of de voorbode van een Arabische winter?
Onverwachte omwenteling
De landen van de Arabische wereld verkeren in een staat van oorlog met Israël sinds de aankondiging van haar oprichting in 1948. Eerder had de bevolking van de Levant, en in het bijzonder Palestina, zich hevig verzet tegen de migratie van zionistische Joden naar hun regio. Die maakte destijds deel uit van Britse en Franse mandaatgebieden. In 1967 vatte de Khartoem-resolutie het Arabische beleid jegens Israël samen in de zogenaamde ‘drie geens’: geen vrede met Israël, geen erkenning van Israël, geen onderhandelingen met Israël.
Lange tijd leek het erop dat deze basishouding onwrikbaar was. Het gezichtsverlies dat een Arabisch land riskeerde door officiële banden te zoeken met Israël, werd onbetaalbaar geacht. Hoewel het dus geweten was dat de Golflanden onder de tafel samenwerkten met Israël — vooral tegen gezamenlijke vijand Iran en zijn sjiitische bondgenoten — kon die relatie nooit het daglicht zien. Althans tot een paar weken geleden.
In minder dan twee maanden tijd traden drie regionale spelers uit de Arabische falanx. De Verenigde Arabische Emiraten, Bahrein en Soedan kondigden schijnbaar uit het niets aan hun relaties met Israël te zullen normaliseren. Vanwaar zo’n plotse omwenteling? Is de solidariteit met de Palestijnse zaak ineens uitgedoofd onder de Arabische bevolking?
Paranoïde dictators
Men moet de normaliseringsgolf allereerst plaatsen in de context van de Amerikaanse verkiezingen. De herverkiezing van Donald Trump wordt bedreigd door een brede, gemotiveerde multiraciale coalitie van minderheden en opgeleide, stedelijke blanken onder leiding van Joe Biden. In het licht daarvan is het belangrijk voor Trump om de grote groep fanatieke evangelische kiezers voor zich te winnen. En die geloven dat Israël de voorbode is van de wederkomst van Christus.
In het Midden-Oosten ligt de zaak complexer. De Arabische Lente heeft de onverkozen despoten die er de plak zwaaien, doen inzien dat het voortbestaan van hun regimes geen kosmische noodzakelijkheid is. Voor het eerst kregen ze een toekomst te zien waarin ze het niet langer voor het zeggen hadden. En dat joeg hun de stuipen op het lijf. Na de lente volgde een winter van de meest brutale repressie.
De Golflanden gaven immense bedragen uit om protesten thuis te vermijden en de militaire junta in Egypte te ondersteunen. Activisten, critici en journalisten werden opgesloten in opeenvolgende arrestatiegolven. Saoedische troepen onderdrukten een nakende revolutie in Bahrein. Later vielen ze Jemen binnen om de populaire sjiitische Hoethi-militie te verdrijven. Dat heeft geleid tot een humanitaire ramp. Qatar, het enige Golfland dat islamistische krachten in de regio ondersteunt, werd diplomatiek geïsoleerd en zelfs met invasie bedreigd.
Blowback
Een jonge generatie roekeloze ultranationalistische leiders (MBS in Saoedi-Arabië, MBZ in de VAE) nam de teugels over. Zij zagen in de VS en Israël bondgenoten tegen de interne bedreiging van soennitische islamisten en de externe bedreiging van sjiitische. Het is geen geheim dat de overheden van SA en de VAE Israëlische software gebruiken om activisten te monitoren en te hacken. Deze strategie zou echter zomaar in hun gezicht kunnen ontploffen.
Sedert de Iraanse Revolutie in 1979 trachten de despoten en militaire leiders die het Midden-Oosten besturen, één rampscenario te vermijden: een union des islamistes. Samenwerking tussen de ayatollahs en de Moslimbroeders moest te allen prijze vermeden worden. Om die reden nam Saoedi-Arabië in de nasleep van de val van de Sjah een ultrafundamentalistisch imago aan. Dit in de hoop de religieuze soennitische massa’s aan haar kant te krijgen tegen de Iraanse vijand. De vermeende ‘eeuwige vijandigheid’ tussen soennieten en sjiieten werd in werkelijkheid op dat moment in het leven geroepen.
In de laatste jaren heeft Saoedi-Arabië haar legitimiteit als fundamentalistische leider echter vakkundig gesloopt. Daartoe nam het land onder meer een reeks moderniserende, liberaliserende maatregelen. Een toenadering tussen de autocratische Arabische leiders en de as VS-Israël zou weleens de druppel kunnen zijn die een einde maakt aan de ijzeren muur tussen soennitische en sjiitische islamisten. Het feit dat het Turkije van Erdoğan en het Iran van Rouhani de twee prominentste tegenstanders zijn van de normaliseringsakkoorden, vormt daar een potente symbolische voorstelling van.
Een precaire vrede
De normalisering met Israël is een poging van onverkozen, despotische regimes om hun positie veilig te stellen. In Bahrein bestuurt een soennitisch vorstenhuis een overweldigende sjiitische meerderheid. De bevolking van de VAE bestaat voor 89% uit expats en buitenlandse arbeiders die de nationaliteit niet bezitten. Zij kunnen dus geen burgerrechten doen gelden. De Soedanese overgangsregering is niet verkozen. Ze is samengesteld uit bureaucraten en militaire figuren die financiële en diplomatieke steun krijgen van de Golflanden.
Wanneer men Arabische bevolkingen vraagt naar hun mening, spreken ze zich altijd uit tegen normalisering. De sjiitische oppositie in Bahrein, die een meerderheid van de Bahreini’s vertegenwoordigt, veroordeelde het normaliseringsakkoord met grote stelligheid. Het Koeweitse parlement, een van de weinige dat democratisch verkozen wordt in de Arabische wereld, deed hetzelfde. De huidige Tunesische president dankte zijn verkiezing vorig jaar in hoge mate aan de perceptie dat zijn tegenstander de relatie met Israël wilde normaliseren.
De nieuwe vrede mag dus wel voorgesteld worden door president Trump en zijn Israëlische bondgenoot Netanyahu als een ‘historische verwezenlijking’, maar uiteindelijk is ze gebouwd op drijfzand. Zonder een breed gedragen overeenkomst die de rechten van Palestijnen op hun historische thuisland doet gelden, zal vrede misschien bestaan op papier, maar niet in de harten van de mensen. Het is dan wachten op de eerstvolgende democratiseringsgolf voor de façade ineenstort. Immers, zoals Martin Luther King schreef: true peace is not the absence of tension but the presence of justice. [Echte vrede is niet de afwezigheid van spanningen maar de aanwezigheid van rechtvaardigheid]