JavaScript is required for this website to work.
post

Waarover men niet kan zwijgen

Socrates et cetera 26

Guido Lauwaert15/10/2019Leestijd 2 minuten
Het Martelarenplein: de beste naam voor de plek waar cabinetards over het lot
van ambtenaren beslissen.

Het Martelarenplein: de beste naam voor de plek waar cabinetards over het lot van ambtenaren beslissen.

foto © reporters/Jan Van de Vel

De nieuwe Vlaamse regering wil het met minder ambtenaren doen. Om te besparen. Klopt niet.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De nieuwe Vlaamse regering wil het met minder ambtenaren doen. In de loop van de legislatuur moet een kleine tweeduizend man – mannelijke zowel als vrouwelijke – elders werkvertier en bijhorende privilegies gaan zoeken. Klopt niet! Er zullen op z’n minst dubbel zoveel liquidaties volgen, de traditionele dialectische wartaal van de politici kennende. De eerste cijfers zijn nooit de laatste. Er is altijd de magisch-realistische trap van steen en wolken, zoals Johan Daisne ons met zijn trein der traagheid op jonge leeftijd al leerde.

Uiteraard wordt er, eenmaal de valbijl gemonteerd is, niet gekeken wie er al dan niet een raamambtenaar is, maar een vijand van het volk is. Dat wil zeggen, geen lidkaart van de regerende partij heeft, of, wat veel erger is, nooit een partijkaart had en bij leven en welzijn niet van plan is er een aan te schaffen. Kennis en bekwaamheid is niet belangrijk bij de keuze van wie onthoofd zal worden. Is dat trouwens nooit geweest, sinds het ontstaan van het ambtenarendom. De laatste lettergreep, entre paranthèses, staat er niet toevallig.

Het snoeiwerk moet een besparing van 75 miljoen euro opleveren. Wie heeft dat berekend? Kom, dat laat zich raden. Mensen die niet langs de valbijl passeren. En wie zijn dat soort mensen? Niet ambtenaren, maar kabinetsmedewerkers. Het gekke is dat dat legertje niet enkel verantwoordelijk is voor besparingen, maar in de eerste plaats voor exuberante meeruitgaven. En dat terwijl de grote meerderheid een stelletje politieke avonturiers zijn. Eenmaal een minister geen stoel meer heeft, verliezen ook zij hun kruk. Willen of niet, terug naar de stoottroepen van de partij waar ‘hun minister’ lid van is, of de gemeenteraad waar hun partij wat schepenstoelen bezet. O, het politiek beleid is zo eenvoudig. Eén of andere politicus heeft politiek ooit staatskunde genoemd, maar dat was simpelweg om die bedrijvigheid een aura van wetenschap te geven. Dat verantwoordde hun hoge gages, in tijden dat het volk boog voor notabelen en zelfs hun paarden.

Enfin, wat gaat het gevolg zijn van de vermagering van ambtenarendom? Luister. Socrates et cetera zal het u eens uitleggen. Houd u vast aan de takken van het gras. Het zullen voornamelijk ambtenaren met kennis van zaken zijn die onthoofd worden. Zij zijn een hinderpaal op de strapatsen en de voordelen van de cabinetards. Alle macht willen die rakkers en op z’n minst monddood wie hen in de weg staat. Hoe meer het land naar rechts of links opschuift, hoe minder ambtenaren er dienen te zijn. Dat is trouwens niet enkel het geval voor ons plat land, maar voor alle landen met een democratische dictatuur. Maar goed, terug naar ons dierbaar vaderland.

Als de afslanking van het ambtenarendom een besparing van de staatsuitgaven zou meebrengen, hoera! Wat blijkt echter het geval? Met minder ambtenaren heb je méér cabinetards nodig. Een lid van die gang kost twee-, zo niet driemaal zoveel als een ambtenaar. Want de edelen van een minister doen het niet voor een regulier maandloon. Wie geen douceurtjes heeft wordt niet beschouwd als iemand met invloed en een uitgebreid netwerk.

Besluit. De vermindering van het aantal ambtenaren zal geen besparing opleveren van 75 miljoen euro, maar een meeruitgave. Naar schatting… 75 miljoen euro.

De meeruitgave zal uiteraard niet kenbaar gemaakt worden. Het zal in stukken gehakt worden en verdwijnen in tientallen posten van de Vlaamse uitgaven. Dat kost op z’n minst een roedel cabinetards. Daar zal door iedereen van Slagerij Jean Ham over gezwegen worden. Want – en hier past de slotzin de Tractatus Logico-Philosophicus  van Ludwig Wittgenstein – ‘Waarover men niet kan spreken, daarover moet men zwijgen.’

Guido Lauwaert (1945) is organisator, regisseur, acteur, auteur, columnist, recensent voor o.a. Het Laatste Nieuws, NRC Handelsblad, Het Parool, VPRO-radio, Knack en Doorbraak. Hij richtte de Poëziewinkel op (later Poëziecentrum) en heeft een grote liefde voor Willem Elsschot en Paul van Ostaijen.

Commentaren en reacties