Wat betekent het Davidsfonds vandaag nog?
Davidsfonds
foto © Davidsfonds
Het Davidsfonds stapte recent uit het OVV. Keert het cultuurfonds zich helemaal af van zijn Vlaamse wortels of is er wat anders in het verschiet?
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnement‘Het Davidsfonds wil zich in de toekomst gaan profileren als een ambitieus en open cultuurnetwerk met respect voor de Vlaams-christelijke wortels en aandacht voor de taal.’
Gelukkig dat er zoiets als Wikipedia bestaat of ik had dit niet geweten. Ik surfte uit nieuwsgierigheid op de website van het Davidsfonds. Mocht ik geen voorkennis hebben, dan had ik gedacht dat het een vereniging was die louter reizen en lezingen organiseerde. Niet meer en niet minder. Als ik het goed begrijp, wil het Davidsfonds vandaag ook niets meer zijn dat. Wat jammer.
Karl Drabbe schreef er in 2014 nog over: ‘het Davidsfonds heeft zich teruggeplooid op cultuurreizen met Mark Eyskens en andere wandelzoektochten. Het OVV – het Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen – is een praatbarak zonder Schwung of daadkracht (en ook dat was anders; bij de formatiegesprekken in 1999 mocht het OVV nog op visite bij Paars).’
Ondertussen stapte het Davidsfonds uit dat OVV, gelijktijdig met VtbKultuur en het Priester Daensfonds. Naar verluidt uit onmin over een nieuwe platformtekst. Welke ambitie heeft het Davidsfonds nog?
Davidsfonds deed de bevolking lezen
Het is lang bij vele gezinnen een vast ritueel geweest. Elk najaar kwam het tijdschrift binnen waarbij je een rijkdom aan boeken had waaruit je kon kiezen. Enige tijd later belde er iemand met een plastic zak vol boeken aan. Je boekenkast groeide aan en meteen was het lidmaatschap verzekerd. Ik leerde dankzij die plastic zak over keizer Karel, de Romeinse keizers, de Franse Revolutie, de Boerenkrijg en zoveel meer.
Voor de generatie van mijn grootouders was het Davidsfonds veel meer dan een boekenfonds. Het was dé leverancier van lectuur en cultuur voor eenvoudige gezinnen. Mijn grootmoeder zaliger ging slechts tot haar twaalfde naar school, maar ze beschikte over een rijke algemene kennis. En voor een groot deel is dat te danken aan de boeken en activiteiten van het Davidsfonds. Ze was vast en zeker niet de enige.
Cultuurflamingantisme: het kenmerk van het Davidsfonds
Het Davidsfonds stond decennialang aan de voorhoede van de Vlaamse Beweging. Het katholieke fonds ontstond in 1875. Genoemd naar de geestelijke en taalkundige Jan-Baptist David was het een reactie op het als liberaal en vrijzinnig gepercipieerde Willemsfonds. Allebei streefden de fondsen naar ‘de verstandelijke en zedelijke ontwikkeling der Vlaamsche bevolking’ – dixit de toenmalige statuten van het Willemsfonds. Het katholieke Davidsfonds en zijn ideologische tegenhanger ijverden voor de erkenning van het Nederlands in België. In 1898 werd het Nederlands eindelijk als officiële taal erkend door de Gelijkheidswet. ‘Godsdienst – Taal – Vaderland’ was de leuze. Voor alle duidelijkheid, dat ‘Vaderland’ was België.
Het Davidsfonds speelde een belangrijke rol in de uitbouw van de volksbibliotheken en het was een belangrijke motor achter het Algemeen Secretariaat voor Katholieke Boekerijen. De bevolking werd door de jaren heen gestimuleerd om deel te nemen aan opstelwedstrijden, lezingen, muziekavonden, uitspraaklessen, geschiedenisavonden, toneelstukken etc. Nooit werd het aspect van het Nederlands uit het oog verloren.
Politiek flamingantisme: een vurig fonds
Naast dit cultuurflamingantisme droeg het Davidsfonds ook een politiek flamingantisme uit. Van meet af aan hield het fonds zich echter weg van partijpolitiek. Het was Vlaams en katholiek. De talentellingen, de IJzerbedevaarten, de Koningskwestie, de Marsen op Brussel, Leuven Vlaams, de grendelgrondwet, het Egmontpact, het Sint-Michielsakkoord tot het Lambermontakkoord: het Davidsfonds liet telkens duidelijk zijn stem en standpunten horen. Het fonds stond overigens aan de wieg van het Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen.
Pas vanaf de jaren 1970 zou het Davidsfonds zich uitspreken voor het federalisme, toen nog een explosieve term in de Belgische politiek. Men wilde in de jaren ervoor vermijden dat het fonds in de Volksuniehoek werd geduwd. In 1987 bracht het OVV onder sterke impuls van het Davidsfonds een Masterplan naar voren. Daarin stapte men af van het federalisme en bepleitte het Davidsfonds confederalisme. België als koepel voor de deelstaten Vlaanderen en Wallonië en een gedeeld Brussel. In 1993 sprak het Davidsfonds zich uit voor een volwaardige staat Vlaanderen ‘al of niet binnen een Belgisch verband, die een volwaardige partner wordt binnen de Europese Gemeenschap’.
Schaamte over het eigen verleden?
In de huidige opdrachtverklaring staat te lezen: ‘Vandaag blijft de vereniging zich inzetten voor een zelfstandig Vlaanderen, weliswaar binnen een sterk gewijzigde context én met belangrijke accentverschuivingen.’ Maar die opdrachtverklaring is niet eenvoudig te vinden op het net. Alvast niet op de nationale website. Noch op de Facebookpagina. Het zijn vooral de lokale afdelingen die ernaar durven verwijzen. De boeken worden inmiddels uitgegeven door de Standaard Uitgeverij; het Davidsfonds stootte een paar jaar terug zijn verlieslatende uitgever af.
Het Davidsfonds heeft het in de 21ste eeuw moeilijk. Ook in deze vereniging slaat de vergrijzing duidelijk toe. Afdelingen hebben het moeilijk om te blijven bestaan. In mijn eigen gemeente is er bijvoorbeeld al lang geen Davidsfonds meer. Het ledenaantal zakte in deze eeuw van 60 000 naar zo’n 45 000. Peter Peene, de vorige voorzitter, verklaarde in 2004 aan De Standaard: ‘Het proces van de ontvoogding is nu in de handen van de politiek. Als beweging hebben we daar maar weinig impact meer op. Dus verkiezen we onze energie niet langer in allerhande politieke moties te stoppen, maar in de verdere uitbouw van onze culturele activiteiten.’ Het fonds verwijderde zich meer en meer van zijn oorsprong.
Goed, het organiseert als vanouds culturele activiteiten. Allemaal ongetwijfeld interessant en ook toe te juichen. Maar wanneer er bijvoorbeeld alweer een debat oplaait over het kennis en kwaliteit van het Nederlands in het onderwijs, dan hoor je het Davidsfonds niet. Nochtans leven we in een tijd waar er opnieuw kinderen zijn die nood hebben aan een motor die hen aanmoedigt om te lezen. Of om het Nederlands te koesteren. En dat is meer dan alleen een opstelwedstrijd en een dictee organiseren. Een strijdbaar cultuurflamingantisme heeft wel degelijk nog zin. Maar het Davidsfonds wekt de voorbije jaren de indruk dat het zich schaamt over het eigen rijke verleden.
Terugkeer naar het publieke debat
Laat me hoopvol afsluiten. In februari 2017 kreeg het Davidsfonds een nieuwe voorzitter, Peter De Wilde. Hij is ook de administrateur-generaal van Toerisme Vlaanderen. Op 11 juli liet hij via Twitter verstaan dat het Davidsfonds opnieuw ‘opiniërend aanwezig’ wil zijn over de Vlaamse identiteit.
Via hetzelfde medium kondigde Peter De Wilde ook aan dat hij met het Davidsfonds begin oktober ‘dé echte Vlaamse Beweging’ terug op gang wil trekken. Eén die ‘hoger reikt, breder omarmt en dieper verbindt’.
Keert het Davidsfonds onder de nieuwe voorzitter terug naar zijn wortels?
Harry De Paepe bezit een grote passie voor geschiedenis en Engeland. Hij is de auteur van verschillende boeken.
In Engeland en Wales wordt er een recordaantal ‘niet misdadige incidenten’ gemeld. De politie verschijnt nu aan de deur voor de meest onnozele zaken.
Jack London was een veelschrijver én avonturier. Zijn omzwervingen overtuigden hem van de noodzaak van een socialistische samenleving, een idee dat hij verwerkte in zijn boeken.