JavaScript is required for this website to work.
Media

Wie is de Mol?

De hamvraag van één miljoen

ColumnJohan Sanctorum29/4/2019Leestijd 4 minuten

foto © SBS

Bloedserieus speculeren de twee grote Vlaamse kranten over de ontknoping van een TV-spelletje

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Dagelijks krijg ik in mijn mailbox vanwege De Morgen een bericht over de headlines, datgene wat de krant serveert als hoofdnieuws. Daarin vandaag op plaats één de verkiezingsuitslag in Spanje, gevolgd op plaats twee door de stand van zaken in De Mol, het op TV Vier uitgezonden spelprogramma. Als niet-kijker lees ik met stijgende verbazing hoe ene Kris Kuppens nauwgezet verslag doet en speculeert over het vervolg van het wedervaren van Bas, Axel en Elisabet, nu Joeri het strijdtoneel moest verlaten. Vlaanderen houdt zijn adem in, nog twee weken te gaan en de ultieme ontmaskering is een feit.

De Standaard kan inzake reflectie uiteraard niet achterblijven: al op 8 april verscheen een uitgebreide analyse over het profiel van de kandidaten en hun molligheid, zijnde de kans dat ze in het programma zijn gesmokkeld om de anderen tegen te werken in de ren naar de hoofdprijs. Het opmerkelijke in dit soort journalistiek is nog niet zozeer de aandacht voor televisie op zich. Wel de manier hoe de spelletjesrealiteit binnensluipt in het gewone nieuws, en zichzelf ook tot nieuws promoveert. Zonder de minste ironie of satirische toon, zonder kritisch perspectief ook, krijgt het Woestijnvisproduct de status van actualiteit. Niet te verbazen: elke aflevering is goed voor zowat één miljoen kijkers, en die negeer je niet ongestraft.

Of waarom De Mol vooral een goudmijn is voor Vier, die de mainstream media dwingt om in deze surrealiteit mee te gaan. In mijn boek ‘Na het journaal volgt het nieuws’ spreek ik over versoaping:  noch De Standaard noch de Morgen hebben de intellectuele kracht om aan onderzoeksjournalistiek in de brede zin van het woord te doen. In de plaats daarvan zijn het verhalenfabrieken die elke dag weer voor de opgave staan om de Vlaming aan de praat te houden. Met de televisie als dankbare inspiratie. Hoe is het zover kunnen komen? Waarom krijg ik nu al dagenlang te lezen dat de 70-jarige actrice Reinhilde Decleir ‘veel aanbidders heeft gehad’?

Verkleutering

De Mol

In feite is die verglijding op zich een tragi-komisch verhaal. Versoaping betekent dat de papieren mainstream media (in Vlaanderen hoofdzakelijk het duopolie De Standaard/De Morgen) gedoemd zijn om aan werkelijkheidsvlucht te doen: ze moeten zich enerzijds aan een politiek-correcte lezing van de feiten houden door een zelfcensuur die al na de ontzuiling eind de jaren ’60 werd ingesteld, met Paul Goossens als peetvader. Objectiviteit was niet het hoofdcriterium, wel de framing van informatie tot een ‘geschikte waarheid’ die overeenkwam met ideologische premissen,- de links-progressieve dus, met o.m. een veel te rooskleurig beeld op de multiculturele samenleving en het miskennen van de gevaren die fascistische ideologieën als de islam inhouden.

Anderzijds moest men ook ‘verhalen’ zoeken of verzinnen die passen in de commerciële strategie om de gemiddelde Vlaming aan te spreken. Dat is nodig om de advertentietarieven op peil te houden, die nu eenmaal aan oplages en leesbereik gelinkt zijn. Zo werd de hoofdredacteur een handelaar in bedrukt papier die het tot marketeer van het jaar kan brengen, een eretitel die De Standaard-hoofdredacteur Peter Vandermeersch in 2007 kreeg, en wordt een krant in essentie een fabeltjeskrant. Wat men voordien de boekskens noemde, Dag Allemaal en aanverwanten, wordt eigenlijk de algemene norm, met een sterke focus op wat de televisie te bieden heeft, de BV’s, hun wedervaren, de soapseries, en dus zelfs spelletjes à la De Mol die een eigen realiteit vormen. De filosoof Jean Baudrillard sprak van simulacres: een verkleutering waar een economische én politieke logica achter zit, en waarin de geaccrediteerde journalistiek zich helemaal laat gaan.

Hierdoor ontstaat een fatale neerwaartse spiraal, waarbij de mainstream media steeds méér mainstream worden en steeds méér op mekaar beginnen te gelijken. Op die manier maken ze zichzelf eigenlijk overbodig en ontkennen ze ook de ultieme realiteit: dat ze ten dode zijn opgeschreven. Een doodsstrijd die nog een tijdje kan duren vanwege het overheidsinfuus en het feit dat mensen toch nog kranten lezen, als een soort overgebleven Pavlov-reflex uit de vorige eeuw. En om er achteraf de stoof mee aan te steken.

Kuifje in…

VRT

Versoaping doet zich ook voor wanneer journalisten en verslaggevers zelf nieuws worden: het medium heeft het scenario dan helemaal in de hand en creëert een eigen realiteit die naar believen in allerlei duidingsprogramma’s en talkshows verder wordt uitgesmeerd. De wedervaren van Rudi Vranckx, die bijna de allures van een stripheld krijgt (Kuifje in…), worden door de VRT nog altijd uitgebreid ten tonele gebracht: steeds minder gaat het om wat er in Syrië gebeurt, en steeds meer om wat Rudi daar doet, tot en met Sinterklaasacties in de muziekschool van Mosul. Vergeten we uiteraard ook niet de artistieke tweedekanstrajecten van ‘pianist’ Thomas Vanderveken en ballerina Hanne Decoutere, die ons uitgebreid berichtte hoe zeer haar tenen deden en dat ze haar man en kinderen nauwelijks nog zag. Vlaanderen leeft mee. De nieuwsankers worden zelf nieuws en vormen vluchtheuvels voor de journalistiek die eigenlijk geen belang heeft bij een kritisch-geïnformeerd publiek. Ook de gemediatiseerde ombouw van VTM-anker Bo van Spilbeeck hoort in dat rijtje thuis. In haar eindejaarsoverzicht 2018 vermeldde de VRT tenslotte doodserieus het overlijden van Thuis-personage Luc Bomans, tussen de rest van de necrologie…

Ach, natuurlijk hebben we allemaal behoefte aan verhalen en verhaaltjes, suspense en verstrooiing. De vraag is alleen of een krant deze surrealiteit tot realiteit moet verheffen, als was de vraag ‘Wie is de mol?’ van dezelfde orde als ‘Wie wordt de volgende Belgische premier?’ Of geldt de boodschap dat ook de politiek maar een spel is, ook een soort mollenverhaal waar wij vreugde of ergernis aan kunnen beleven, over kunnen speculeren en discussiëren, maar vooral bitter weinig aan kunnen veranderen?

De versoaping van de mainstream media is een fataal proces. Ik geef hen nog vijf jaar en het papieren lied is uit, de digitale revolutie hebben ze sowieso gemist. Maar ondertussen wordt er wel aan desinformatie gedaan en moet de Vlaming steeds meer zelf op zoek naar informatie op het web. Dat is een leerproces, we zullen het ook moeten leren, met vallen en opstaan. Eén miljoen kijkers per aflevering  voor De Mol, dat is zoveel als het aantal Doorbraak-kliks op een heel jaar. Ik hoop toch dat het niet dezelfde zijn.

‘Na het journaal volgt het nieuws’, het boek en de lezing: voor meer info klikhier.

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties