Wie is de uitdager van Erdoğan bij de komende presidentsverkiezingen?
Kemal Kılıçdaroğlu komt over als de ‘Gandhi van Turkije’
Presidentskandidaat Kemal Kılıçdaroğlu bij de Mars voor Gerechtigheid.
foto © WikiMedia Commons
De Turkse oppositie neemt stelling in tegen president Erdoğan. Maakt haar kandidaat, Kemal Kılıçdaroğlu, kans om Erdoğan uit het zadel te wippen?
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe ‘Tafel van Zes’ is hersteld. Het zo geheten bondgenootschap van zes Turkse oppositiepartijen heeft een interne strubbeling overleefd.
Zou de Turkse oppositie erin kunnen slagen Erdoğan uit het zadel te wippen? Op 14 mei aanstaande zou de wereld het moeten weten. Die dag vinden er presidents- en parlementsverkiezingen plaats in het land aan de Bosporus. De AKP, de partij van Erdoğan, kwam in november 2002 aan de macht. Haar leider kon pas in maart 2003 premier worden en is sinds augustus 2014 president. Door de invoering van een nieuw presidentieel systeem in april 2017 verenigt Erdoğan in zijn persoon de functies van zowel staatshoofd als regeringsleider.
Zware slag
Kemal Kılıçdaroğlu, de voorzitter van de seculiere oppositiepartij CHP (goed voor 25 procent van de stemmen), noemde Erdoğan een dictator. Het is diezelfde Kılıçdaroğlu die aankondigde de handschoen te willen opnemen tegen de zetelende president. Maar binnen het bondgenootschap ontstond onenigheid over zijn kandidatuur als presidentskandidaat. Meral Akşener, de voorzitster van de İyi Partisi (letterlijk ‘Partij van het Goede’), stapte vorige week misnoegd op. Ze zag liever Mansur Yavaş, de CHP-burgemeester van Ankara, of Ekrem İmamoğlu, de charismatische CHP-burgemeester van Istanboel, als presidentskandidaat.
De actie van Akşener was een zware slag voor het oppositionele blok. İyi is met vijftien procent na de CHP de sterkste oppositiepartij: de vier andere zijn splinterpartijtjes die samen nauwelijks vijf procent van de kiezers weten te bekoren. De pro-Koerdische HDP, die rond de twaalf procent haalde bij de vorige verkiezingen, staat aan de zijkant omwille van de haar toegedichte banden met de PKK. Erdoğan en de HDP lusten elkaar rauw. De stemmen van de HDP-kiezers kunnen dus eventueel wel de doorslag geven in het voordeel van de kandidaat van het oppositionele blok.
Een hoffelijke man
Het bondgenootschap had noch Yavaş, noch İmamoğlu als presidentskandidaat willen nomineren. Want als de ene of de andere uiteindelijk president zou worden, dan zou de CHP de burgemeesterssjerp van respectievelijk Ankara of Istanboel hebben kwijtgespeeld aan de AKP. Bovendien hangt er İmamoğlu een gevangenisstraf boven het hoofd. De AKP heeft hem aangeklaagd omdat hij zogezegd de voorzitter van de Hoge Verkiezingsraad zou hebben beledigd (zie artikel in Doorbraak).
Tot ieders grote verrassing keerde Akşener maandag op de middag terug naar de ‘Tafel van Zes’. Ze gaat dan toch akkoord met de kandidatuur van Kılıçdaroğlu. Als voorwaarde stelde ze wel dat Yavaş en İmamoğlu in geval van een verkiezingsoverwinning als vicepresidenten zouden worden aangeduid. Volgens de AKP laat de grondwet echter niet toe dat een burgemeester tegelijk vicepresident zou zijn. De oppositie antwoordde daarop dat ze deze regeling via een presidentieel decreet zou aanpassen (uiteraard in geval van een overwinning).
Kılıçdaroğlu gaat er dus voor. Maar wie is de ‘Gandhi van de CHP’, zoals hij wordt genoemd omwille van zijn uiterlijke gelijkenis met de Indiase politicus en omwille van zijn bescheidenheid? Hij werd op 17 december 1948 in de provincie Tunceli geboren. (Tunceli is het vroegere Dersim waar in 1937-’38 een — bloedig neergeslagen — opstand van de Koerden tegen de Turkse overheid woedde.) Voor sommigen is hij daarom al te oud om effectief als staatshoofd te kunnen fungeren. Voor anderen is het probleem dat hij uit een alevitische familie komt. De alevieten zijn een ‘ketterse’ stroming binnen de Islam. In Turkije werden de alevieten altijd al met een scheef oog bekeken en dat is in feite nog altijd zo. Voor velen ontbreekt het hem aan charisma. Hij zou ook te zacht en te hoffelijk zijn om weerwerk te bieden tegen een gehaaide machtspoliticus als Erdoğan.
Protestmars
Sinds Kılıçdaroğlu in 2010 voorzitter van de CHP werd, is het hem nog nooit gelukt op nationaal vlak een overwinning op Erdoğan te behalen. Voor de partij, die nog door Atatürk is gesticht, een bittere pil. İmamoğlu daarentegen beschikt wel over het nodige charisma. Het meest opmerkelijke wapenfeit van de econoom Kılıçdaroğlu is de protestmars tegen het autoritaire beleid van Erdoğan, die hij op 15 juni 2017 vanuit Ankara startte. Na vierhonderd kilometer stappen bracht de mars haast een miljoen mensen op de eindbestemming Istanboel bijeen. De aanleiding was de arrestatie en daaropvolgende veroordeling van een CHP-parlementslid wegens ‘verraad van staatsgeheimen’. Het ironische van de protestmars zat hem daarin dat Kılıçdaroğlu voor een onafhankelijke justitie opkwam, in naam van dat begrip waarvoor de eerste letter van de regeringspartij AKP staat, namelijk adalet (‘gerechtigheid’).
Aangeslagen
Een inschattingsfout was wel dat hij de parlementsleden van de CHP in juni 2016 mee had laten stemmen voor de opheffing van de parlementaire immuniteit van volksvertegenwoordigers die van ‘terrorisme’ werden verdacht. Die door de AKP aangestuurde maatregelen richtten zich tegen de HDP. Kılıçdaroğlu ging in dat verhaal mee omdat hij bang was dat zijn eigen partij anders ook als ‘terroristisch’ zou worden beschouwd. Nu zal hij moeten bewijzen dat hij op zijn tanden kan bijten. Hij mag dan wel integer en bescheiden zijn, in de Turkse politiek — maar niet alleen daar — worden vechterskwaliteiten meer naar waarde geschat. En daarvan heeft Erdoğan nog genoeg, ook al is hij de laatste tijd aangeslagen door de economische crisis en woede bij vele mensen over de gebrekkige aanpak van de gevolgen van de aardbeving begin februari door de overheid.
Categorieën |
---|
Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.
Een volledige ambtstermijn zat er niet in voor de SPD’ers Brandt, Schmidt, Schröder en nu Scholz.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.