JavaScript is required for this website to work.
post

‘Wij willen een gedeelde samenleving, geen verdeelde’

Bart De Wever gaat voor +30%

Karl Drabbe20/5/2014Leestijd 12 minuten

25 mei nadert. De belangen zijn groot, voor de eerste maal in de geschiedenis vallen de deelstaat-, de federale en de Europese verkiezingen samen. Staat ons land op een breekpunt? Zal de uitvoering van de zesde staatshervorming het sluitstuk worden van een lange onstabiele politieke periode? Wat zijn de voor- en nadelen van het confederalisme? Met welke boodschap vertrekken de Vlaamse partijen naar de kiezer? Hoe ziet hun ideaal België er uit? Youssef Kobo bevroeg Bart De Wever naar zijn visie, voorstellen en plannen voor het Vlaanderen, België en Europa van de toekomst.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

‘Doorbraak: Wat zijn voor uw partij de prioriteiten voor de komende verkiezingen? Waar moet het de volgende vijf jaar absoluut over gaan?

‘De keuze voor de kiezer op 25 mei is eenvoudig: of men kiest voor het PS-model dat de burger belast en ondernemen ontmoedigt of men kiest voor het N-VA model, dat  mensen die werken, sparen en ondernemen beloont. Wij willen weer vooruit en dat kan enkel als we de staat op orde zetten. De staatsschuld moet afgebouwd worden, de belastingen moeten naar omlaag en de overheid moet slanker. En we moeten de loonkostenhandicap aanpakken. Op die manier kunnen we extra jobs creëren, meer mensen aan de slag helpen en zo ons sociaal systeem versterken. Wij willen de koek verdelen, maar dan zullen we wel eerst de koek moeten bakken. En liefst een zo groot mogelijke koek.’  

Hoe heeft de regering-Di Rupo het volgens u er vanaf gebracht?

‘Het waren grotendeels verloren jaren. De federale regering heeft nauwelijks structurele maatregelen genomen en de problemen gewoon doorgeschoven naar de volgende regering,  de belastingbetaler, de deelstaten en vooral – en dat is het ergste – naar onze kinderen. Alleen de belastingverhogingen waren structureel. De belastingen werd op drie jaar tijd met acht miljard verhoogd. En we hoorden al bij de koplopers van de wereld op dat vlak. De vele “hervormingen” van Di Rupo bleken weinig meer dan “goednieuwsshows” te zijn. Het brugpensioen doofde niet uit, het  heet nu “werkloosheid met bedrijfstoeslag’” De wachtuitkering werd niet afgeschaft, die heet nu “inschakelingsuitkering”. De Senaat werd ook niet afgeschaft, ze wordt alleen niet meer rechtstreeks verkozen. Ook de strafuitvoering verbeterde niet. Zeven maanden celstraf wordt omgezet in 30 dagen enkelband. Dat is geen strafuitvoering, dat is strafkwijtschelding.’

Vlaamse regering

Maakt u ook eens een balans van de Vlaamse regering.

‘De Vlaamse regering heeft in volle crisis  goed werk geleverd. Ze heeft onder impuls van de N‐VA‐ministers vier maal op rij een begroting in evenwicht afgeleverd. Bijna niemand in Europa doet ons dat na. Onze ministers hebben – als kleinste partner – zwaar gewogen op deze Vlaamse regering. Denk maar aan de onderwijshervorming, die wij in goede banen hebben geleid. Minister Bourgeois heeft de Vlaamse overheid vereenvoudigd en afgeslankt. Er zijn nu 7% minder ambtenaren zijn en er werd 1,5 miljard bespaard.’

‘Daarnaast heeft het integratie- en inburgeringsbeleid onder Geert Bourgeois een grote stap vooruit gezet. Dankzij het nieuwe integratie- en inburgeringsdecreet wordt de versnippering van de sector en het beleid doorbroken en komt er meer professionele ondersteuning op het terrein. De focus komt nu te liggen op meer maatwerk en een betere toegankelijkheid met het oog op een maximale participatie van mensen van vreemde herkomst. Wij willen een gedeelde samenleving, geen verdeelde. De verhoging van het taalniveau in Inburgering kadert daar uiteraard ook in.’

‘De prestaties van minister Muyters zijn ook niet min. Hij er in geslaagd om de unieke omgevingsvergunning erdoor te krijgen en heeft de werkzaamheidsgraad bij ouderen kunnen verhogen ondanks het federale beleid. En dankzij zijn beleid behoort de Vlaamse jeugdwerkloosheidsgraad tot de laagste van Europa. Er is nog werk aan de winkel, maar in crisistijden is dat geen geringe prestatie. En natuurlijk: hij heeft de rekeningen op orde gebracht. We erfden van Open Vld een put van 2 miljard op Vlaams niveau. Muyters heeft die put gedicht en zelfs ruimte gecreëerd voor de volgende legislatuur. Alleen wordt die budgettaire ruimte volledig opgesoupeerd door de zesde staatshervorming, waarmee de regering Di Rupo de factuur doorschuift naar de deelstaten.’

Men verwijt de Vlaamse regering dat ze een fileregering is, het mobiliteitsprobleem neemt elke dag toe net als de wachtlijsten in de zorgsector, de grote infrastructuurwerken geraken maar niet van de grond, een gecontesteerde onderwijshervorming …

‘Wie eerlijk is, kan er niet omheen dat deze Vlaamse regering goed werk heeft geleverd. Al de zaken die u opsomt, vragen een volgehouden inspanning. Deze problemen zijn er niet van vandaag op morgen gekomen en men had beter vroeger ingegrepen. Toch zijn de bakens verzet op alle vlakken. Zo zijn er extra plaatsen gecreëerd, is er eindelijk een akkoord over de Oosterweelverbinding, zijn de krijtlijnen van de onderwijshervorming gekend, is de unieke omgevingsvergunning eindelijk goedgekeurd … In belangrijke en gevoelige mobiliteitsdossiers zijn nu knopen doorgehakt, zodat we de komende jaren kunnen bouwen. Met het decreet Complexe Projecten willen we in de toekomst vermijden, door mensen van in het begin erbij te betrekken, dat voorstellen wanneer ze kan en klaar zijn geschorst of vernietigd worden. We hopen dat andere partijen constructief meewerken aan gemaakte beslissingen. Niemand is gebaat bij obstructie. We moeten vooruit. Dus al bij al denk ik dat het palmares van de Vlaamse regering nog niet zo slecht is.’

We zitten met een record aan faillissementen in ons land, hoe kunnen we het tij keren?

‘Het is overduidelijk dat we vanaf dag één na de verkiezingen de competitiviteit moeten herstellen. De ondernemers moeten meer zuurstof krijgen. Dat begint door hen opnieuw de waardering te geven die ze verdienen. Niet zoals de regering-Di Rupo, met pestbelastingen en verdachtmakingen.’

‘Het grootste probleem voor onze bedrijven is de loonkloof met onze buurlanden. In Nederland of Duitsland is het gemiddeld 20% goedkoper om iemand aan te werven. Wij willen daarom de lasten op arbeid in de volgende twee jaar met 5% doen dalen.’

‘Wij pleiten ook voor tweejaarlijkse all-in akkoorden vanaf 2016. In slechte tijden kunnen werknemers mee een inspanning leveren, in goede tijd profiteren ze mee van het succes.

‘En we willen ook rechtszekerheid bieden aan onze bedrijven. Daarom sluiten we een fiscaal pact voor 5 jaar af, waarin alle regels vastliggen. De vennootschapsbelastingen verlagen we van 34% naar het West-Europese gemiddelde onder de 25%. Dat is veel minder complex dan de notionele intrestaftrek en is dus vooral voordelig voor onze kmo’s.’

‘Deze zaken moeten een gunstig ondernemersklimaat creëren zodat er nieuwe jobs bijkomen. Dit komt alle burgers ten goede.’

Geduld

Stapt u in een federale regering zonder verdere institutionele hervormingen?

‘Wij willen vanaf dag één in een regering die sociaaleconomisch orde op zaken wil stellen. Maar wat voor zin heeft het om nu van iedereen inspanningen te vragen, als de PS na vijf jaar terugkeert naar de macht en alles weer verkwist? Als we de noodzakelijke structurele hervormingen willen verankeren, dan moeten wij de structuren veranderen. Maar we zijn niet naïef. Dat gaat niet van vandaag op morgen. De omslag naar het confederalisme zal tijd vergen. Maar ik heb geduld.’

Hoe hoog staat de strijd tegen ongelijkheid om uw prioriteitenlijst? En welke concrete maatregelen zou u daarvoor nemen?

’15 % van alle Belgen leefde in 2012 onder de armoedegrens. In 2011 was dat voor Vlaanderen 9,8 %, wat een daling betekende tegenover het jaar ervoor. Voor Wallonië bedroeg het 19,2 %, een stijging, en voor Brussel zelfs 34%. Ik denk dat dit wel het duidelijkste bewijs is dat een socialistisch model daarom niet meteen socialer is. De beste manier om je te wapenen tegen armoede is een job.  Om een idee te geven: als je werkloos bent, heb je 33 % kans om in armoede te geraken, als je werkt hebt slechts 4,5 %. Dus ja, wie aan een job kan geholpen worden, moet aan een job geholpen worden.  Maar we laten de zwakkeren niet achter. We trekken het leefloon, de minimumuitkeringen en het minimumpensioen op tot de Europese armoedegrens. Maar aan het recht op leefloon/koppelen we ook een gemeenschapsdienst. Dit zorgt ervoor dat mensen niet in een sociaal isolement geraken.’

Onlangs pleitte Johan Van Overtveldt voor het behoud van de loonindex, een week later liet Ben Weyts zich op het kopstukkendebat in Théàtre Nationale ontvallen dat wat hem betreft de index mag afgeschaft worden. Waar pleit u voor?

‘Beide, want er zit geen tegenspraak in. We pleiten niet om het principe van de index af te schaffen. Het principe dat de lonen moeten meestijgen met de levensduurte bestaat overal, en dat stellen we ook niet in vraag. Wat we in vraag stellen is de automatische loonindexering, want daardoor neemt de loonkostenhandicap met de buurlanden exponentieel toe en gaan er jobs verloren.’

‘Wij willen de automatische loonindexering hervormen. Via all-in akkoorden onderhandelen de werkgevers en werknemers op sectoraal niveau over hun loonvoorwaarden en de verrekening van de stijgende levensduurte. Via opt out clausules kan men dan op bedrijfsniveau van die all-in akkoorden afwijken. Als het slecht gaat met het bedrijf, kan iedereen een inspanning doen om de werkgelegenheid te behouden. Maar als het goed gaat, moeten de werknemers ook mee kunnen genieten van de winst.’

‘Landen als Duitsland, Denemarken, Finland hebben bewezen dat een hervormde index via all-in akkoorden de koopkracht veel beter beschermt dan een automatische indexering. En dat zijn bij mijn weten geen derdewereldlanden. Integendeel. Het is hun voorbeeld dat we moeten volgens.’

‘Voor de sociale uitkeringen en pensioenen behouden we de  automatische indexering, mits enkele aanpassingen. Deze groepen kunnen immers geen sociaal overleg kunnen aangaan met de overheid die hun uitkering betaalt, en we de koopkracht willen beschermen van deze kwetsbare groepen in onze samenleving.’

Is een splitsing van de sociale zekerheid geen slechte zaak voor iedereen in dit land? Een solidariteitssysteem wordt toch het best op een zo groot mogelijke schaal georganiseerd om het draagbaar te houden? 

‘Het argument van het Belgische schaalvoordeel wordt vaak gebruikt om ons confederaal model van sociale zekerheid te kunnen afschilderen als een onverstandig idee. Maar is de Belgische sociale zekerheid dan zoveel performanter dan in de veel kleinere Scandinavische landen? Denemarken, Zweden en Finland leveren het bewijs dat een sociale zekerheid op basis van 6,5 miljoen inwoners in de praktijk perfect mogelijk is. ‘  

‘Onze sociale zekerheid is vandaag niet meer zeker en niet meer sociaal. De Belgische pensioenen behoren bijvoorbeeld tot de laagste van Europa terwijl we heel ons leven lang de hoogste belastingen betalen op onze lonen. Waar zit dan het sociale? Het financiële en het maatschappelijke draagvlak voor de solidariteit brokkelen zienderogen af. We moeten dus iéts doen. In de eerste plaats stellen we hervormingen voor in de sociale zekerheid: beperken van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd, afbouwen van het passief arbeidsmarktbeleid, afschaffen van de wachtuitkeringen … Op die manier maken we ruimte voor zij die het echt nodig hebben.’

Europa

80% van het werk van politici bestaat uit het omzetten van Europese wetgeving, draait u uw kiezer geen rad voor hun ogen als u stelt dat het N-VA-model radicaal anders zal zijn?

‘Dat klopt maar gedeeltelijk. Europese wetgeving is vaak kaderwetgeving, waar lidstaten de beleidsruimte hebben om de wetten aan te passen aan de noden of specifieke situatie van elke lidstaat. Op een heel aantal beleidsdomeinen kan Europa bovendien niet wetgevend optreden, denk bijvoorbeeld aan het arbeidsmarktbeleid, cultuur of onderwijs. Maar het feit dat zoveel wetgeving vanuit Europa komt, maakt het des te belangrijker dat Vlaanderen kan wegen op de Europese besluitvorming. Vandaag blijft de coördinatie en de voorbereiding van het Belgische standpunt federaal. En toch gaat het in meer en meer Europese beleidsthema’s over bevoegdheden van de deelstaten. Vlaanderen moet over zijn bevoegdheden ook in Europa zijn zeg kunnen doen en niet – zoals nu – via een federale minister.’

Heeft de EU de financieel-economische crisis goed aangepakt, waar schoot ze tekort? Wat kon er anders?

‘De financieel-economische crisis legde de constructiefouten en onvolkomenheden van de euro bloot. De mogelijke valkuilen waren nochtans lang voor de start van de euro gekend. De verwachting – of hoop – dat deze onvolmaaktheden zichzelf spontaan zouden oplossen, botste op de harde realiteit. Er was politiek verzuim en gebrek aan verantwoordelijkheid om de nodige maatregelen te nemen.’

‘Om de financieel-economische crisis duurzaam op te lossen is het noodzakelijk dat de lidstaten hun huishouden op orde hebben en hiervoor hun verantwoordelijkheid opnemen. Je kan geen sociale welvaart creëren op een economisch kerkhof. Vandaar dat de Europese Unie inzet op  begrotingsdiscipline en het versterken van het toezicht. Die aanpak gaat echter verder dan louter besparen. Er moet gesaneerd worden, met andere woorden: bespaard, hervormd en geïnvesteerd. Maar voor een gezonde monetaire unie moeten we verder gaan, onder meer door een échte Europese bankenunie te creëren.’

Jeugdwerkloosheid bedraagt 19,8% in België, hoe wenst u dit aan te pakken?

‘Jonge werkzoekenden moeten binnen de vier maanden een persoonlijke ondersteuning krijgen bij het zoeken naar een job, een intensieve begeleiding, beroepsopleiding of (tijdelijke) werkervaring. Tegelijk verwachten we van hen dat ze positief meewerken aan dit traject naar een nieuwe job. Jongeren die met onvoldoende kwalificaties op de arbeidsmarkt komen, laten we via werkplekleren in een niet-schoolse context de vereiste competenties en werkattitudes verwerven. Dan bedoel ik zaken zoals in team werken of op tijd komen. Kortom, een gezonde arbeidsethos. Maar een versterkt activeringsbeleid op zich is niet voldoende om de jeugdwerkloosheid effectief aan te pakken. Er moeten ook en vooral voldoende jobs zijn voor deze jongeren. Vandaar dat we in ons plan V prioriteit geven aan een structurele verlaging van de lasten op arbeid, zodat werkgevers opnieuw jobs kunnen creëren voor jonge werkzoekenden.’

Antwerpen

Alle ogen waren het afgelopen anderhalf jaar gericht op Antwerpen. Hoe hebt u het verschil als burgervader kunnen maken? In wat verschilt uw beleid van dat van Patrick Janssens?

‘We hebben echte trendbreuken gerealiseerd in ons veiligheidsbeleid, ons sociaal beleid en het onderwijs. We treden hard op tegen drugs, woninginbraken en gewelddadige diefstallen. Die twee laatste zijn vorig jaar gedaald met 14 %, en we pakken elke maand gemiddeld meer dan 70 drugdealers op. We maken ook een einde aan het gedoogbeleid voor softdrugs, omdat ook die veel mensenlevens kapot maken.’

‘Daarnaast besteden we meer geld aan het ocmw, en we zorgen dat de middelen terechtkomen bij Antwerpenaars die écht hulp nodig hebben. Zo betalen kansarme ouders maar één euro voor een gezonde, warme maaltijd voor hun kinderen. Het budget voor onderwijs hebben we verdubbeld, en dat investeren we vooral in het opfrissen van verwaarloosde schoolgebouwen. Bovendien hebben we Antwerpen financieel gezond gemaakt: we investeren méér in de stad dan de vorige bestuursploeg en bouwen tegelijk onze schulden af, en dat zonder de belastingen te verhogen.’


Minister van Justitie Annemie Turtelboom verwijt u dat u te veel gaat vissen in het vaarwater van Vlaams Belang met uw pleidooi voor een nog hardere aanpak van criminaliteit dan degene die er nu al is. Wat is uw reactie daarop?

‘Een harde aanpak van de criminaliteit is inderdaad nooit een prioriteit geweest van deze federale regering. Het gevolg is een laks beleid waar de band tussen recht en rechtvaardigheid steeds dunner wordt. Wij willen die band herstellen. Ik heb geen enkel probleem met elektronisch toezicht. Maar zonder opvolging en begeleiding komt dat neer op strafkwijtschelding. Er is onvoldoende personeel en middelen om gevangenen met een enkelband te controleren. Daardoor kunnen ze hun criminele gedrag gewoon verderzetten.’

‘Het systeem zet zelfs aan tot meer criminaliteit. Een veroordeelde drugsdealer die thuis zit met een enkelband, wordt door Justitie beschouwd als een gevangene. Hij krijgt geen leefloon of werkloosheidsuitkering, want de staat gaat er vanuit dat hij kost en inwoon krijgt in de gevangenis. Hij krijgt wel een maandelijkse toelage van 500 euro, maar dat is niet genoeg om van te leven. Wat doet die veroordeelde dealer met een enkelband dan? Hij begint opnieuw te dealen. Maar in plaats van dat op straat te doen, doet hij dat gewoon thuis van op de bank.’

‘Rechters kunnen wel straffen opleggen, maar wat voor zin heeft het als die gewoon wordt kwijtgescholden? Een gevangenisstraf van zeven maanden wordt automatisch omgezet naar één maand enkelband. Dat is één zevende van de straf! Bovendien krijg je allerlei absurde situaties. Iemand die veroordeeld wordt voor huiselijk geweld, krijgt een enkelband om vervolgens thuis te zitten. Met andere woorden: op de plaats van de misdaad. Sorry, maar dergelijke zaken kunnen voor mij niet langer.’

Identiteit

Als u stelt dat identiteit bepaalt wie tot een democratie behoort en wie niet, over welke identiteit hebt u het dan? En hoe ziet u dat concreet?

‘Voor ons is identiteit erg belangrijk om een gemeenschap te maken. Als hier morgen iemand landt vanuit de andere kant van de wereld, dan is die persoon niet onmiddellijk een Vlaming. Vlaming zijn is een statement die u verbindt met een gemeenschap van bijna zeven miljoen mensen. En omgekeerd. Het is een verhaal dat u rechten geeft, maar ook plichten. Iedereen kan het Vlaamse burgerschap verwerven. Dat staat open voor iedereen. Maar we mogen dan ook vragen om Nederlands te leren. Dat mogen we hen zelfs opleggen, omdat het in hun voordeel is, omdat ze dan meer kansen zullen krijgen.’

‘Ik heb geen enkele ambitie om mensen te beroven van hun identiteit. Maar ik vind wel dat er een sokkel moet zijn waarover we het eens zijn. Een voetbalelftal is een ploeg, maar als je er twee rugbyspelers tussen zet, niet meer.’

Racisme, zo blijkt uit onderzoek na onderzoek, is een structureel probleem in ons land. Welke concrete maatregelen zal u nemen als u aan de macht komt? Bent u voorstander of tegenstander van praktijktesten en waarom? Enkele weken geleden liet Dajo De Prins, specialist in antidiscriminatiewetgeving, verstaan dat volgens hem het Centrum voor gelijke Kansen en Racismebestrijding te weinig de juridische strijd voert tegen discriminatie. Hoe staat u daar tegenover? Moet het Centrum meer of minder juridische strijd voeren tegen discriminatie en waarom?

‘Eerst en vooral: racisme is onaanvaardbaar. Maar ik wil ook niet in het andere uiterste vallen, waarbij we het etiket racistisch te pas en te onpas gaan gebruiken. Genuanceerd en oordeelkundig omgaan met de realiteit, is volgens mij in deze veel beter dan een strikte juridische aanpak. Een versterkte investering in onderwijs en vorming, in arbeidsbemiddeling en werkervaring op de werkvloer, zijn volgens mij van groter belang om de opwaartse sociale mobiliteit te bevorderen. Het zijn deze sociale hefbomen die het “verschil” kunnen maken, veel meer dan praktijktests en juridische procedures.’

Recent vierden wij het jubileum van de 50 jaar Turkse en Marokkaanse migratie. Hoe staat het gesteld met die multiculturele samenleving volgens u?

‘Na 50 jaar moeten we vooral vaststellen dat we veel te laat en onverstandig omgegaan zijn met migratie. Het gevolg is dat de toestand van veel nieuwe Vlamingen dramatisch slecht scoren in de rankings van opleidingsniveau, werk, huisvesting en armoede. We hebben de afgelopen jaren wel een grote stap vooruitgezet door de nadruk te leggen op integratie. Daarbij zetten wij sterk in op taal, het begin van integratie. We vragen de nieuwkomers niet om hun identiteit af te leggen aan de grens of hun geloof op te geven. We vragen wel om onze publieke cultuur te delen, onze taal te leren en de basisregels van onze samenleving te respecteren en na te leven. Een inburgeringstraject moet de nieuwkomers hierbij helpen.’

‘Ik geloof in een model waar nieuwkomers welkom zijn en actief deelnemen aan de res publica. We moeten openstaan voor de enorme diversiteit die Vlaanderen is. Onze gemeenschap is een thuis voor Vlamingen van het meest diverse pluimage, elk met hun eigen achtergrond en overtuiging. Dat is een verrijking. Maar ook een uitdaging. Het herinnert ons eraan dat wij blijvend moeten werken aan het openstellen van onze gemeenschap en cultuur aan nieuwe Vlamingen. Vlaanderen heeft daarin niet steeds een foutloos parcours afgelegd. Dat moeten we ook durven erkennen.’

De gaswetgeving blijft voor beroering zorgen. Wekelijks halen de meest absurde incidenten het nieuws. Zijn we met deze wetgeving niet te ver doorgeschoten? Moet deze wetgeving niet worden aangepast?

‘GAS-boetes maken het mogelijk om kort op de bal te spelen en situaties niet te laten verrotten. Vroeger kwamen sluikstorten, geluidsoverlast en wildplassen bij het gerecht terecht, maar magistraten hebben daar geen tijd voor. Overlast bleef daardoor ongestraft. Nu kunnen gemeentes zelf optreden, met een bemiddelingstraject, sociale begeleiding of een boete. Maar het motto blijft: beter voorkomen dan genezen. Alles begint bij een goede buurtwerking en een hecht gemeenschapsgevoel. In een buurt waar mensen elkaar kennen en met elkaar spreken, zullen situaties minder snel escaleren. Maar in een grootstad als Antwerpen is dat ideaalbeeld vaak veraf en dan moeten we anders optreden.’

‘Zonder GAS-boetes zouden wij geen enkel instrument meer hebben om overlast te beteugelen. Daar staat wel tegenover dat we er wijs mee moeten omspringen. Want met elk absurd GAS-pv dat de kranten haalt, verdwijnt een stukje maatschappelijk draagvlak voor het hele GAS-systeem. GAS-ambtenaren hebben in die zin een grote verantwoordelijkheid.  En ik wil hier duidelijk benadrukken: de GAS-ambtenaren vervangen geen rechters. Een GAS-ambtenaar kan overlast vaststellen en een pv opstellen, maar een tweede, sanctionerend ambtenaar beslist of er een sanctie komt en wat voor een sanctie dat wordt. Wie zich onrechtvaardig behandeld voelt, kan ook altijd verweer aantekenen.’

Wat is voor N-VA een goed verkiezingsresultaat?

‘Na de verkiezingen kan het twee richtingen uit: het PS-model of het N-VA model. Als we 30 % of meer halen kunnen ze ons niet meer negeren en kunnen we het initiatief nemen op Vlaams en federaal vlak. Dan kunnen we werk maken van het N-VA-model en van de verandering die we de Vlaming hebben beloofd.’

 

Foto: (c) Reporters

 

Karl Drabbe is uitgever van ERTSBERG. Hij is historicus en wereldreiziger en werkt al sinds 1993 mee aan Doorbraak.

Commentaren en reacties