JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Wil ‘rechts’ nog tegenargumenten horen?

Veralgemenen en tot het absurde herleiden helpt het debat er niet op vooruit

Christophe Bostyn26/8/2018Leestijd 4 minuten

foto © Photo by Sharon McCutcheon from Pexels

De ‘andere’ is links of rechts, racist of boomknuffelaar enz. Plak er een etiket op en je kan iemands mening makkelijk wegzetten. Een pleidooi voor meer pragmatiek in het debat.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De titel verwijst naar een vrije tribune vorige week op Doorbraak, maar had evengoed en zelfs beter ‘Wil iemand nog tegenargumenten horen?’ kunnen zijn. In die vrije tribune werd terecht de opmars van het dovemansgesprek aangeklaagd. Om dan te vervallen in net dat: een dovemansgesprek waarin de uitwassen van enkelen worden veralgemeend tot een heel politiek spectrum, in dit geval het linkse. Een fenomeen dat op sociale media schering en inslag is, bij links en rechts. Dagelijks lees je varianten op ‘het is de schuld van de socialisten’ en ‘het Vlaams-nationalisme is extreemrechts’.

Velen blijven steken in het grote gelijk en omringen zich op sociale media graag en soms ook onbewust met gelijkgezinden, zodat ze zich in een luchtbel bevinden waarin ze het eigen gelijk nog eens bevestigd en weerspiegeld zien. De extreme stemmen van de andere zijde worden snel en graag opgepikt en dienen opnieuw hetzelfde doel: ‘Ha, zie je wel! Die van links/rechts zijn mafketels!’

Sociale media

Genuanceerde en diepgaande discussies zijn op sociale media nauwelijks terug te vinden. De dictatuur van de gevatte oneliner heerst op Twitter. Je standpunten motiveren met degelijke argumenten is te lang om uit te leggen, het leidt tot de verveling en het afhaken van anderen en andersdenkenden. Nadenken en even stil staan bij de eigen positie lijkt een tweet bijna niet meer toe te staan. Sociale media sluiten een rechtstreeks fysiek contact uit waardoor je de andere niet alleen niet aanvoelt, maar ook geen enkele baat hebt om het bijvoorbeeld beleefd of constructief te houden. Hoe gemakkelijk is het schuilen achter een computer- of telefoonscherm?!

Die andere is er toch niet of is toch van ‘de andere zijde’? Koppel daaraan de stimuli van sociale media om te ‘scoren’ met veel ‘likes’ en de impuls waarmee berichten (te) snel de wereld worden ingestuurd en je hebt al vlug de ingrediënten voor een dovemansgesprek of een moddergevecht. Het is dan ook een klassieker geworden bij politici die een belangrijke positie bereiken. Plots ziet deze zijn of haar berichten op sociale media uitgekamd. De (sociale) media publiceren er de sappigste uitspraken uit, veelal zonder de context te schetsen, en de politicus moet er zich algauw voor verontschuldigen in de media.

Reductio ad absurdum

Het gaat soms ver. Neem nu Venezuela: ’15 jaar geleden het rijkste land van Zuid-Amerika. Dit zijn de gevolgen van socialisme. U kan dit in Vlaanderen ook krijgen, gewoon stemmen op #spa #groen of #pvda.’

15 jaar geleden het rijkste land van Zuid-Amerika. Dit zijn de gevolgen van socialisme. U kan dit in Vlaanderen ook krijgen, gewoon stemmen op #spa #groen of #pvda https://t.co/yqbQLLo29u

— David F. Neyskens (@davidneyskens) August 19, 2018

Niemand, zelfs de auteur van deze lijn — mijn Doorbraak-collega David Neyskens — kan ernstig beweren dat sp.a of Groen voorstander zouden zijn van het invoeren van een economisch systeem naar het model van Maduro’s Venezuela. Enkel volgens de twijfelende PVDA ‘lijkt de erfenis van Hugo Chavez om zeep’. ‘Dat er ook goede dingen zijn gebeurd’ met de pieken scherende petrodollars ten tijde van Chavez, sluit niet uit dat het bolivariaanse experiment totaal is mislukt. Net zomin als Maduro’s dictatuur op het conto van sp.a en Groen hoeft worden geschreven – de PVDA tot daar nog aan toe – zou het absurd zijn het beleid van andere Zuid-Amerikaanse dictators zoals Pinochet of Videla als voorbeelden te stellen voor waar CD&V, Open Vld en N-VA met Vlaanderen heen willen.

De socialistische of christelijke sociaaldemocratieën in Europa liggen aan de oorsprong van de welvaartstaat, met heel wat positieve sociale verwezenlijkingen. De overgrote meerderheid Vlamingen staat pal achter een goede openbare gezondheidszorg, inclusief die aan de rechterzijde. Maar wil ook dat die efficiënt wordt beheerd. We hebben in Vlaanderen een ruime waaier aan politieke kleuren, een verrijking voor een politieke cultuur die ook minpunten heeft. Wel kan je zo niet, zoals in landen met een tweepartijenstelsel, een enkele partij met alle schuld overladen. Onze regeringen zijn collegiaal en worden gesteund door meerkleurige meerderheden.

Doen we beter wat we zelf doen?

‘Het is de schuld van de Walen’ werkt dus ook niet meer voor alles voor wie een zondebok zoekt. Vlaanderen heeft een ruime autonomie, in sommige beleidsdomeinen zelfs volledig. ‘Wij zullen moeten bewijzen dat wij wat we zelf doen, beter doen’, zo dacht Vlaanderen’s eerste minister-president Gaston Geens. Mocht hij vandaag terugkomen om een oordeel te vellen over de huidige Vlaamse regering en zijn ‘historische akkoorden’, dan zou hij er ongetwijfeld gemengde gevoelens bij hebben. Structureel heeft Vlaanderen heel wat kwalen uit de Belgische politieke cultuur overgenomen en geïnstitutionaliseerd. Immers, we hebben nauwelijks exclusief Vlaamse of Belgische politici. Enkel partijpolitici die politieke niveaus inwisselen naargelang de carrière of de electorale strategie van de partij het wenst.

Alles veralgemenen tot links en rechts en de schuld voor een meerpartijenbeleid bij één enkele partij leggen, draagt bij tot de verarming van de debatcultuur. Het draagt bij aan het bouwen van muren tussen mensen en partijen en verhindert zo dat er een grote consensus kan ontstaan voor belangrijke projecten en veranderingen in Vlaanderen. Bij gebrek aan consensus over belangrijke onderwerpen, zit er voor partijen dikwijls niets anders op dan te focussen op mediagenieke trofeetjes. Zo krijg je een kapgrage Vlaamse milieuminister, Joke Schauvliege (CD&V), die met plezier toestemming verleent om wat bos te kappen voor de uitbreiding van een loods en tegelijkertijd met het chequeboekje zwaait naar de groene kiezer. Of die zin heeft in een gesubsidieerde boswandeling met coach? Dergelijke en andere frivoliteiten zijn niet ‘de schuld van de socialisten’, maar worden mee mogelijk gemaakt door een Vlaamse regering waar de N-VA de plak zwaait.

Consensus zoeken voor het Grote

Links heeft het grote gelijk niet in pacht. Rechts evenmin. Hovaardigheid is der mensen en beperkt zich heus niet tot de linkerzijde. De geschiedenis toont dat aan autoritaire leiders lak hebben aan ideologie. Linkse en rechtse ideologieën, het is eender, zolang ze het doel maar dienen. In dit geval worden ‘links’ en ‘rechts’ gebruikt om dialoog met de andere onmogelijk te maken, om de ideeën van de andere al bij voorbaat uit te sluiten. Ideeën beoordelen op de inhoud zou veel meer zin hebben.

Vlaanderen heeft nood aan een toekomstproject, een nationale consensus voor Vlaanderen. In dat toekomstproject worden zoveel mogelijk Vlamingen betrokken, van welke partij of kleur ze ook – soms letterlijk – zijn. Een uitdagend project dat echt gericht is op verandering, is enkel zo mogelijk. Een enkele partij zal die verandering nooit brengen. Tenzij we willen we wachten tot die partij de absolute meerderheid heeft en er jaren daarop wordt ingezet: op de groei van een partij in plaats van in te zetten op de toekomst van Vlaanderen en de Vlamingen.

Christophe Bostyn is Spanje- en Cataloniëkenner. Hij volgt de Spaanse en Catalaanse politiek op de voet en publiceert daar regelmatig over.

Commentaren en reacties