Wordt Doorbraak nu een sensatieblad?
Neen, we kunnen u gerust stellen. Maar ook geen braaf mainstream medium.
foto © Reporters
De afgang van VP-voorzitter Kris Van Dijck zet de scheiding tussen mainstream media en ‘alternatieve media’ op scherp. En waarom dat misschien wel een goede zaak is voor de democratie.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementIn de zaak rond ex-Vlaams Parlementsvoorzitter Kris Van Dijck en de weergaloze coup-de-théâtre die zich op 11 juli afspeelde, wordt hier en daar gemompeld dat Doorbraak iets teveel op de man speelde, meer bepaald in mijn column ‘Een glaasje teveel’, waar in bedekte termen al werd gealludeerd naar het cherchez la femme-motief. Effectief verschuift de zaak, door een onthulling van P-magazine, in de richting van smeuïge verhalen rond de (voormalige) relatie van Van Dijck met een prostituée, de link met het escortmilieu, en mogelijke uitkeringsfraude.
Dat het hier om een prominente N-VA-politicus gaat, deed sommigen anderzijds opperen dat schrijver dezes aan bashing zou doen, het systematisch viseren van één partij. Ik wil dat ten stelligste weerleggen. Mij gaat het om the powers that be, en de taak van een alternatief, onafhankelijk medium als Doorbraak om de machthebbers te tonen dat wij niet braaf aan de leiband meelopen, zie verder. Toevallig is de N-VA nog altijd de dominerende politieke formatie in Vlaanderen, en als dat morgen een andere partij wordt zal die wat mij betreft met evenveel kritische interesse worden bejegend. Naar de inhoud en de beleidslijnen, én het persoonlijk profiel van de verkozenen des volks.
Doorbraak mag echter geen sensatieblad worden, duiding en analyse moeten primeren zoals hoofdredacteur Pieter Bauwens gisteren op de Doorbraak-barbecue nog aangaf. Daarom even de puntjes op de i.
Het privé-leven van de heer Van Dijck interesseert ons helemaal niet. Of een politicus vreemd gaat, of op een betaalde liefde beroep doet, is zijn zaak, voor zover het binnen de wet blijft en het geen invloed heeft op de professionele sfeer. Wel kwam in mijn column van woensdag 10 juli de kwestie van de aanrijding onder (zware) invloed aan bod, en het feit dat de burgemeester van Dessel een paar keer heeft geprobeerd om de zaak foutief voor te stellen, speciaal wat betreft de juiste graad van intoxicatie. Van daaruit werden twijfels geuit over de functioneerbaarheid van de parlementsvoorzitter en de kwaliteit van het politiek personeel in het algemeen. Tenslotte werd in bedekte termen verwezen naar een link met het escortmilieu, omdat we via-via wisten dat men de zaak aan het uitvlooien was en dat de bom op ontploffen stond. Een gerechtelijk onderzoek zal nu verder moeten uitwijzen of Kris Van Dijck juridisch over de schreef is gegaan. In dat geval zou hij best ook zijn ambt van Vlaams parlementslid ter beschikking stellen.
Omerta
Maar waarom kreeg zo’n schimmig bloteborstenblad als P-magazine de eer? Dat Van Dijck iets had met een escortbureau en een ‘speciale regeling’ bekwam voor de genaamde Lynn, die na het sluiten van de benen een uitkering kreeg uit het Fonds tot vergoeding van de in geval van Sluiting van Ondernemingen ontslagen werknemer’, was al lang een publiek geheim, ook binnen de redactionele cenakels van De Standaard, De Morgen en de Tijd. Maar zoals dat gaat met publieke geheimen is hun houdbaarheidsdatum verbonden met de verstandhouding tussen die mainstream media en het politieke universum, meer bepaald de machtspartijen.
Duidelijker nog: de goede relaties tussen journalisten en politici zijn gebaseerd op wederkerigheid. De primeurs en inside informatie gaan enkel naar journalisten die vooral ook goed kunnen zwijgen, dat is nu eenmaal de ongeschreven afspraak. In mijn boek ‘Na het journaal volgt het nieuws’ doe ik dit fenomeen uit de doeken onder de noemer Wetstraatmatras. Een staaltje daarvan mochten we bijvoorbeeld ondervinden in het opstootje tussen Gwendolyn Rutten en Joël de Ceuleer. Deze laatste was boos geworden omdat de Open-VLD-voorzitter ‘niet voldoende mededogen’ had betoond voor een familie van asielzoekers, en gaf uit rancune dan maar een onaangenaam nieuwtje omtrent Rutten prijs aan de buitenwereld. Niets schokkends, maar toch: even was het colloque singulier tussen perskaartjournalist en politica verbroken. Waarbij we de vraag stelden hoeveel van die achtergehouden informatie zich zo nog in het niemandsland van de omerta bevindt.
Die godsvrede tussen politiek en pers verloopt meestal (zeer) vriendelijk, maar af en toe wordt de sfeer grimmig. Het is bijvoorbeeld bekend dat Guy Verhofstadts relaties met de pers al van in het begin van zijn politieke carrière gekenmerkt werden door chantage en dreiging om journalisten kalt te stellen door ze geen informatie meer te geven. Dus is het zwijgen geblazen en meegaan in de logica van de machthebbers. Verhofstadt heeft hier beslist grenzen verlegd, alle redacties hebben kennis gemaakt met zijn bulder- en dreigtelefoons. En het strafste: het werkte nog ook. Democratie en vrije meningsuiting in een liberaal perspectief.
Een beetje oorlog
De ontploffing van de zaak van Dijck is echter geen gevolg van een ‘misverstand’, maar simpelweg een teken dat sommige journalisten nog wel hun werk doen. Niet deze van de Standaard of De Morgen, wel die van een marginaal sensatieblad als P-magazine, waar de betrokken escortdame als model bekend was en het spoor makkelijk te volgen was. Eigenlijk is dat een enorm affront voor Karel Verhoeven en Bart Eeckhout, die alsmaar toeteren dat ze aan onderzoeksjournalistiek willen doen maar in feite vooral het politieke milieu afschermen. Temeer omdat het eenmansspeurwerk van P-journalist Stefan Lambrechts qua middelen en mankracht niet te vergelijken is met de paar honderd inktkoelies die hun broek verslijten op de bureaustoelen van De Standaard.
Uiteraard kan enig opportunisme het betrokken blad niet ontzegd worden, wanneer het de bom uitgerekend laat ontploffen tijdens de 11-juli speech van de VP-voorzitter in het Brusselse stadhuis. En dat uitgever-godfather Maurice De Velder wat openstaande rekeningen heeft met het Vlaamse politieke establishment, is óók een openbaar geheim. Toch zet de zaak Van Dijck de scheiding tussen mainstream media en ‘alternatieve media’ op scherp. Het is weer een beetje oorlog tussen de politiek en (een deel van) de media, en dat is misschien wel goed voor de democratie.
In dat opzicht is de onthulling rond de persoon van Kris Van Dijck vooral een schot voor de boeg, en een verwittiging aan het politiek establishment dat niet alle journalisten aan de leiband meelopen. En dat ook een medium als Doorbraak zich méér dan als een luis in de pels moet opstellen.
11 juli zal nooit meer zijn zoals voorheen, dit is echt iets voor de geschiedenisboeken, wie nu in het buitenland was, was op de verkeerde plaats. De Slag der Gulden Sporen is vervangen door zijn 21ste-eeuwse versie, namelijk een reeks GSM’s die afgaan in het Brusselse stadhuis, waardoor de man in het sjiekste harnas kennis maakte met het slijk. Symbolischer kan niet. Ongetwijfeld zal het establishment in het verweer gaan en mag bijvoorbeeld journalist Stefan Lambrechts een dagvaarding in zijn bus verwachten zoals mevrouw Van Dijck al aankondigde. Of zoals Ignace Vandewalle (‘De illegale Ghelamco arena’) te beurt viel.
Dat zijn gekende intimidatietechnieken tegen de vrije pers. Of misschien wordt er zelfs een soort opgelegd protocol van zelfcensuur gefabriceerd. Hallo Pol Deltour van het VVJ en het Meldpunt voor Agressie tegen Journalisten? -‘Uw correspondent kan uw oproep momenteel niet beantwoorden, probeert u het later nog eens.’
Categorieën |
---|
Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.
Bereid u voor op een oorlog die overal en nergens is, zeggen experts. Misschien bestaat die al veel langer dan we dachten…
‘De papieren krant bestaat nog, maar je voelt aan alles dat dat niet zo lang meer gaat duren’, meent Jonathan Hendrickx.