‘Ze gaven ons vier, hoogstens vijf jaar’
Christelijk weekblad Tertio viert 20ste verjaardag
Emmanuel Van Lierde, hoofdredacteur van het weekblad Tertio
foto © Tertio/Ilse Prinsen
Toen de kranten 20 jaar geleden hun identiteit inruilden voor marketing ontstond Tertio, een christelijk weekblad. Maar wat betekent dat?
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHet christelijke weekblad Tertio bestaat deze maand 20 jaar. Reden genoeg om eens stil te staan bij de eigenheid van deze speler in de Vlaamse media. We schuiven aan tafel met Emmanuel Van Lierde, lezer en abonnee van het eerste uur en de huidige hoofdredacteur van Tertio. Op zoek naar het DNA van het blad. En 20 jaar media en religie in Vlaanderen.
Emmanuel Van Lierde was nog student toen Tertio werd opgericht. Maar hij herinnert zich de omstandigheden goed. ‘Het was de bedoeling van Bert Claerhout, de eerste hoofdredacteur, om veranderingen in de media in Vlaanderen op te vangen. In 1999 bestond VTM 10 jaar en je zag een duidelijke evolutie in de media. Alles werd commercieel bekeken, de mediagroepen werden toen al groter en inhoudelijk kregen we meer van hetzelfde. De media ontzuilden en de katholieke kranten namen afstand van hun roots. De Standaard schrapte de AVV-VVK, maar ook het religieuze nieuws. Zo groeide eind jaren 90 het idee een weekblad op te starten om een eigen stem te laten klinken. Een uitgave die korter op de bal kan spelen dan Kerk & Leven, gericht op actualiteit, maatschappelijke thema’s en politiek. Tertio was niet bedoeld als een nieuw kerkblad, wel een echt journalistiek product waarin de actualiteit door een katholieke bril bekeken wordt. Dat startte toen met de journalisten Jos Vranckx – die uiteindelijk wel bij Gazet van Antwerpen bleef – en Bert Claerhout en financieel ondersteund door families en congregaties.’
Ook politiek was het een bijzondere tijd.
‘Tertio startte in februari 2000 en kort daarvoor, in juli werd Verhofstadt premier van de paarsgroene regering. Een eerste regering sedert lang zonder christendemocraten en daarvan werd gebruikgemaakt om de ethische debatten in De Kamer te brengen. De Euthanasiewet werd gestemd en het homohuwelijk en ook de weigering om deel te nemen aan de Irak-oorlog. De eerste cover van het eerste nummer van Tertio ging over het euthanasiedebat. Er lijkt dan toch niet zo veel veranderd in 20 jaar.’
Is er in Tertio vandaag niet minder politiek dan vroeger?
‘Ja en neen. Nu is er uiteraard wel wat te schrijven over de C van CD&V en als het godsdienstonderwijs politiek onder druk komt, dan is dat ook belangrijk politiek nieuws voor ons. Dan is er dus veel politiek in Tertio. Op andere momenten zijn er minder thema’s waarop we ons kunnen profileren. Maar ook bij het nieuwe Vlaamse regeerakkoord vormden wij een standpunt over de Vlaamse subsidies voor het middenveld en cultuur, en het belang daarvan.’
Zijn jullie een christelijk of een katholiek blad?
‘Wij zijn in die 20 jaar oecumenischer geworden. We hebben nu een protestantse journalist als collega. De interreligieuze dialoog is ook veel belangrijker geworden in die 20 jaar, ook in Vlaanderen. We zijn ook minder gelieerd aan het instituut dan we gepercipieerd worden. In de media worden we nog echt als katholiek medium bestempeld. Of dat echt bewust en beredeneerd is, weet ik niet, ik denk dat voor velen – ook journalisten- vandaag in Vlaanderen christen en katholiek nog zoiets als synoniemen zijn.’
Wordt ‘christelijk’ ook niet vaak gezien als CD&V?
‘Wij zijn noch partijpolitiek noch kerkelijk gebonden. Je kan zelfs zeggen dat we strenger zijn voor de CD&V, we zijn zeker hun applausblad niet. Ook Bart Maddens en Luc Vander Kelen zijn opinieschrijvers in Tertio, dat kan je bezwaarlijk CD&V’ers noemen. Wij doen aan journalistiek en willen het hele spectrum aan bod laten komen, van Karel De Gucht over Bart De Wever tot Boudewijn Bouckaert en Steve Stevaert – ze stonden allemaal al in Tertio. We bieden een forum aan allerlei politieke figuren en strekkingen. Op één na, wij houden ons aan het cordon, geen Vlaams Belangers.’
Nochtans zitten daar ook christenen.
‘Zeker zijn daar gelovigen, ook bij parlementsleden. Maar ik heb toch mijn vragen over hoe ze hun christelijke geloof rijmen met hun lidmaatschap van Vlaams Belang. Misschien ligt dat aan mij. Ik geef wel toe dat hun ethisch standpunt vaak dicht bij de katholieke traditie staat.’
Is Tertio kerkelijk progressief? Op de lijn van paus Franciscus?
‘Vandaag kan je dat wel zeggen. Maar de perceptie is zeker niet altijd zo geweest. Als je vandaag een beetje politiek tegengewicht geeft, krijg je al snel het etiket ‘conservatief’ en word je in debatten in het defensief gedwongen. Vandaag zie je ook vaak dat wie zich out als gelovige, wordt weggezet als dom en conservatief. Wij willen kerkelijk alle groepen een forum geven, van Opus Dei tot de basisgroepen van Bezield Verband. Dat is soms wat schipperen. Ik denk dat we ook niet verbergen dat we deze paus een goede spreekbuis vinden voor de kerk. Hij zet thema’s op de kaart. Hij verbindt maatschappelijk relevante thema’s met het evangelie: gezin, milieu, armoede. Deze paus stuurt de discussie weg van het binnenkerkelijke en dat sluit aan bij de missie van Tertio.’
De weekbladen hebben het moeilijk in Vlaanderen, hoe zit dat met Tertio?
‘Dat is stabiel. We zijn al veel verder geraakt dan sommigen 20 jaar geleden dachten. Toen gaven ze ons vier of vijf jaar. In het begin ging de groei goed. Toen kregen we een stagnatie. Maar wij voelen wat er in de kerk gebeurt. De schandalen rond het seksueel misbruik in de kerk hebben ook ons abonnee-aantal een tik gegeven. We zijn daarvan wel wat hersteld, maar niet volledig.’
Wie leest Tertio?
‘Dat is een divers publiek. Kaderleden in de kerk en mensen die met geloven bezig zijn. Ook zoekende mensen, niet noodzakelijk christenen of katholieken. Er is daarnaast ook een categorie ouderen, maar die verminderen door sterfte, zoals Gaston Durnez onlangs. Daarnaast slaat Tertio aan bij een nieuwe groep lezers van 45+. Die hebben wat meer tijd omdat de kinderen groter zijn en gaan op zoek naar verdieping in hun leven. We doen we ook kleine acties om die groepen te proberen te bereiken. Daarvoor werken we samen met parochies, christelijk vormingswerk, conferenties, de KULeuven, UCSIA. Voor die promotie hebben we allerlei instapformules en we zien dat 1/4de van die lezers abonnee blijft. Naar eigen zeggen omdat ze bij ons iets lezen dat ze elders niet vinden. Tertio is een nicheblad, wij zoeken niet naar de mega verbreding, wij willen onze identiteit niet opgeven maar een goed, heel goed product maken in onze sector en onze niche.’
En dat blijven jullie doen op papier?
‘Dat blijft onze eerste focus, zolang dat kan. Na onze feestperiode bij de verjaardag zullen we ons digitaal aanbod eens bekijken, maar papier is een zekerheid. We brengen langere artikels, ‘slow journalism’ en zelfs 45-plussers lezen dat nog altijd liever op papier. Je kan dat rustig in de sofa zittend lezen. We hebben wel een digitaal abonnement, het zijn meestal buitenlandse abonnees die daarvoor kiezen, missionarissen bijvoorbeeld. In Vlaanderen hebben we er zo niet veel.’
De redacties van Kerknet en Kerk en Leven smelten samen, volgt Tertio?
‘Neen. Officieel werken we niet samen, we delen hetzelfde gebouw, onze kantoren liggen naast elkaar. Dan ontmoet je elkaar en spreek je met elkaar, maar we zijn en blijven onafhankelijk. Tertio is een autonome coöperatieve. Die families-aandeelhouders zitten in de raad van bestuur en het redactiecomité en , dat is anders dan bij Kerk en Leven.’
Het verjaardagsnummer van Tertio verschijnt op 19 februari.
Categorieën |
---|
Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.
Broeder René Stockman spreekt open over de toekomst van de kerk, het synodaal proces en misbruik.
‘De papieren krant bestaat nog, maar je voelt aan alles dat dat niet zo lang meer gaat duren’, meent Jonathan Hendrickx.