Zelzate en het cordon van de haat
foto © VRT
De coalitie tussen PVDA en sp.a in Zelzate zet vraagtekens bij het cordon. Maar de crux van het probleem is de haatzaaierij door het cordon.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHet debat over het cordon sanitaire laait alweer op, zeker nu de socialisten in Zelzate een coalitie vormen met de PVDA. Dat is alvast hypocriet, want de socialisten zijn nog steeds voorstanders van een ondoordringbaar cordon rond het Vlaams Belang. Maar ook los daarvan laten ze zich kennen, omdat ze volledig voorbijgaan aan de diepe haat die vervlochten is met de PVDA – hun karikaturale standpunten tegen ondernemers, bijvoorbeeld.
Toch ben ik voorstander van coalitiegesprekken met extremistische partijen zoals de PVDA en het Vlaams Belang, maar dan enkel als hierbij hun haat duidelijk wordt aangepakt. Als ze willen meebesturen, moeten ze maar aantonen dat ze daarbij hun ressentiment aan de kant kunnen zetten. Leg de bal dus in het kamp van de haters, de extremisten, zonder zelf toe te geven aan de haat.
Catch 22
Eigenlijk ligt daar een dilemma. Enerzijds, met een cordon wil je eigenlijk de haat van extremistische partijen buiten houden, anders geef je hen net een forum. Anderzijds, het cordon is zelf een constructie van de haat, omdat het partijen en hun kiezers op voorhand uitsluit. Als je de haat van een partij beantwoordt met je eigen haat, hoeveel beter ben je dan? De vraag is dus, ga je de wolf vlakaf verbieden om de schaapstal te betreden, waardoor de wolf net gevaarlijker wordt? Of ga je de wolf wel toelaten, met gevaar voor de schapen? Mijn oplossing is eerst te kijken of de wolf gemuilkorfd wil worden, vooraleer hem in de schaapstal toe te laten.
De sp.a van Zelzate verdedigt zich door te wijzen op het verschil tussen een partijprogramma en een coalitieakkoord. Met een democratisch akkoord zit je inderdaad al op de goede weg. Maar daar mag het echter niet stoppen, want partijprogramma’s en coalitieakkoorden, is dat niet iets voor politici, journalisten en politicologen? Het politieke spel kan je niet herleiden tot louter het politieke, louter het geschrevene, louter de puur praktische kant. De essentie van politiek uit zich evengoed in communicatie en de gevoelens die daarbij gepaard gaan. Gevoelens, zoals die van haat. De communicatie van extremisten broeit nu eenmaal op een diep ressentiment – vaak nog heel wat dieper dan hun in vergelijking nuchter opgeschreven partijprogramma. Daarom is de communicatie bij een mogelijke samenwerking met een extremistische partij van enorm belang: een poging moet ondernomen worden om de haat eerst zichtbaar en dan onschadelijk te maken.
Extremisme
Wat de sp.a nu in Zelzate deed schoot vooral op dit laatste punt tekort. De sp.a wijst er dan wel op dat de PVDA nooit veroordeeld is geweest wegens racisme of discriminatie, en daarom niet te vergelijken valt met het Vlaams Belang. Daarmee doet de sp.a echter alsof deze PVDA uit koorknaapjes bestaat, want de haat van de PVDA uit zich toch op geheel andere manieren. Als ik Maarten Boudry mag geloven is de PVDA ‘een partij die tot op vandaag de bloedige Oktoberrevolutie viert, de dictatuur in Venezuela prijst, en resoluties ter steun aan Noord-Korea indient’.
Ik zie geen gegronde reden om Boudry niet te geloven (zie ook hier). Daar ligt een snerpende haat die niets te maken heeft met racisme of discriminatie. Dat is overigens een slechte strategie, want zolang de sp.a het extremisme van de PVDA negeert, dan hebben de socialisten geen bestaansreden meer: kiezers met sociaaldemocratische gevoelens kunnen dan evengoed op de PVDA stemmen.
De sp.a heeft dan wel een akkoord met de PVDA, maar wil ten stelligste vermijden dat in andere gemeenten de N-VA zou samenwerken met het Vlaams Belang. Uiteraard. Met deze hypocrisie ontmaskert de sp.a zichzelf als haatpartij: rechts mag zeker niet doen wat voor links normaal is. Dit euvel zie je voortdurend, ook bij andere centrumlinkse partijen. Want heel het idee van een cordon sanitaire is vanaf het begin een uiting geweest van onvervalste centrumlinkse politiek correcte haat: de bedoeling ervan is meer dan enkel akkoorden met het Vlaams Belang vermijden, de bedoeling is elk gesprek, elk debat onmogelijk te maken, en zeker een rechtse coalitie.
Probleem voor N-VA
Daar ligt nu ook een probleem in de communicatie van de N-VA: zijn ze nu principieel als ze niet willen samenwerken met het Vlaams Belang, of is dat een kwestie van strategie? Want als de N-VA ook maar in één gemeente met het Vlaams Belang samenwerkt, ook al doen ze dat met het meest democratische programma denkbaar, zouden de centrumpartijen de N-VA dan nog als partner aanvaarden? Nu ligt het al zo moeilijk: de N-VA wordt al gehaat als de pest door het politiek correcte establishment. En daar ligt dan alweer een punt van centrumlinkse haat: eigenlijk willen veel centrumlinkse politici niets liever dan het cordon uitbreiden tot en met de N-VA.
Beter zou zijn moesten de werkelijk democratische partijen zich radicaal distantiëren van elke cordon sanitaire, ook die rond de PVDA. Dat is ook de piste die de Franstalige Assita Kanko (MR) recent op de RTBF verdedigde. In de plaats daarvan komt dan een soort ‘hygiëne van de deradicalisering’. Onder welke voorwaarden zijn gesprekken mogelijk? Altijd gesprekken! Onder welke voorwaarden kunnen samenwerkingen met extremistische partijen? Zij moeten zich duidelijk distantiëren van de haat! Pas als centrumlinks of centrumrechts deze hygiëne volgen, bewijzen ze dat ze zelf immuun zijn voor haatpolitiek. Extremistische partijen hebben namelijk niet het monopolie op de haat.
Je kan enkel haters deradicaliseren door met hen te communiceren. Pas als dat proces goed verloopt kan je met hen in zee gaan. Misschien is er weinig kans dat de extremistische partij overstag gaat. Misschien, maar dan heeft ze wel moeten luisteren en praten, en kan ze niet meer aan haar achterban verkopen dat ze gemeden worden als de pest.
Rob Lemeire (1973) is getrouwd en heeft twee dochters. Hij is de auteur van het boek ’12 regels voor opvoeden met autoriteit’. Hij is ingenieur en schrijft over opvoeding, cultuur, klimaat, voeding en het sociale weefsel.
Supermarkten schreeuwen het uit hoe goedkoop en lekker hun producten zijn. Tegelijk verdwijnen aanspreekbare slagers, bakkers en boeren razendsnel. En stijgen de gezondheidskosten.
De scherpste kantjes er afvijlen, dat is ook met een nieuwe oppositiekuur in het vooruitzicht geen optie, benadrukt Tom Van Grieken (VB).