2030: Portrait de la Belgique dans dix ans
België in 2030: een dystopie?
Le Vif waagt zich aan toekomstvoorspelling
foto © Le VIF
Het eerste nummer van het nieuwe jaar van Le Vif/L’Express, keek in de glazen bol en zag dat het over tien jaar allemaal goed is gekomen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHet eerste nummer van het nieuwe jaar van het Franstalige weekblad, evenknie van Knack, keek in de glazen bol en zag dat het over tien jaar allemaal goed is gekomen met ons land. Niets dan rozige visioenen in een reeksje toekomstvoorspiegelende bijdragen van Le Vif/Express, dat op zijn voorpagina toeterde: ‘Welkom in 2030’. In dat langetermijnperspectief van de tijdschriftredactie bestaat België nog steeds, ook al blijft het ‘d’une crise à l’autre’ functioneren. Meer zelfs, het land maakt zich in de zomer van 2030 op om met danig feestgedruis zijn tweehonderdjarig bestaan te vieren.
In de geslaagde en soms grappige artikelenreeks over ’s lands vooruitzichten luidt het dat Elisabeth I in die tussentijd de troon heeft bestegen (over het lot van haar vader wordt zedig gezwegen), en tevens dat de nieuwgevormde fusiepartij Open CDVLD volop in het offensief zit om de geesten in het noorden van het land aan haar kant te krijgen. Uit de tekst kan worden begrepen dat, mede onder impuls van de regering Bouchez I (2024-2028) de transfers naar het zuiden merkelijk zijn toegenomen; en dat heeft in Wallonië tegen 2030 gezorgd voor een onbekommerd bestaan (hoe het Vlaanderen in die tussentijd vergaan is, wordt niet vermeld wegens onbelangrijk).
Alle politieke notabelen van over tien jaar zijn de zonen en dochters van huidige bewindslui (het blad noemt uit de losse pols Louis Verhofstadt, Kira Van Rompuy en Matteo Daerden), en zo ook voert Giovanni De Winter de met kop en nek grootste partij van het land aan. Maar het cordon sanitaire is nog altijd in blakende vorm zodat dat laatste voor niemand als een probleem wordt aangevoeld.
Doorbraak: een aanvullende prognose
Waar staan onze contreien over tien jaar? Le Vif/L’Express verwijst naar de uitspraak van Liesbeth Homans die luidop de verwachting had gekoesterd dat België in 2025 zou ophouden te bestaan – maar het tijdschrift voorspelt dat ze in 2030 al blij mag zijn dat ze nog een federaal pensioen kan optrekken. Aangezien de voorspellingen van het tijdschrift erg geloofwaardig zijn, zal dit kloppen en kan Doorbraak daar alleen maar iets aan toevoegen vanuit het eigen perspectief.
Want wij voorspellen dat onze contreien, all things being equal, tegen dan behoorlijk verarmd zullen zijn. De onverminderd stijgende transfers vanuit het noorden hebben er immers voor gezorgd dat Wallonië tegen 2030 zichzelf verzekerd heeft van een behoorlijke welstand (ondanks het feit dat de werkloosheid daar nog steeds torenhoog is). Dat wordt nog versterkt door de toegenomen stroom van EU-fondsen vanuit Straatsburg (Brussel werd opgegeven als Europese Hoofdstad), die met succes naar Wallonië afgeleid werd door de eurocraten Didier Reynders en Charles Michel (daarbij geholpen door Kris Peeters).
Een vernieuwd stemgedrag
Die toegenomen welvaart in het zuiden van het land staat in 2030 in sterk contrast met de situatie in Vlaanderen. Het leegbloeden werd er in de hand werd gewerkt door de regering Rutten I (2021-2024). Na een ellenlange regeringsvorming werden de pensioenvoorzieningen en allerhande vrijstellingen van sociale bijdragen dermate opgevijzeld dat het Vlaamse bedrijfsleven bezweek onder de almaar toenemende fiscale druk. Massaal zochten ze hun heil in het buitenland – net als vele hooggeschoolden uit dat landsgedeelte.
De invloed van de partij Ecolo-Groen (waarvan de twee vleugels in 2024 volledig gefusioneerd werden, en waarin de Nederlandstaligen sindsdien braaf zwegen) in die regering had ertoe geleid dat de petrochemische nijverheid in de havens van Antwerpen en Gent welhaast volledig werd gedelokaliseerd naar Rotterdam en Duinkerken. Dat alles zorgde vanaf 2025 in het noorden van het land voor een scherpe daling van de welstand.
Toen de bestaansonzekerheid in Vlaanderen op deze wijze groeide en een algemeen gevoel van onmacht snel om zich heen sloeg, begon de plaatselijke socialistische partij, die rond 2020 op sterven na dood was, opnieuw erg veel stemmen in de wacht te slepen. In die mate zelfs dat alle drie de traditionele partijen zich genoopt voelden om de gelederen te sluiten. Het conglomeraat Vlaams Bewustzijn (het vroegere Vlaams Belang, dat na een veroordeling wegens politiek incorrect taalgebruik nog maar eens van naam moest veranderen) en N-VA, die samen een ruime meerderheid vertegenwoordigden van de Vlaamse stemmen, moest immers afgeblokt blijven — daar bleven de Waalse partijen sterk op hameren. Sinds de verkiezingen van 2024 zat de eengemaakte Vlaamse centrumpartij, die door het leven ging onder de welluidende afkorting SPCDVLD.a, dan ook gebeiteld als dè preferente coalitiepartij voor elke federale regering — hoewel zij zelfs niet in de buurt kwam van een meerderheid in het noorden van het land. Maar dat werd niet langer aangevoeld als een onrechtvaardigheid.
Geen omkering van de solidariteit…
Die problemen waren nog oplosbaar geweest, had de onbeperkte toestroom van migranten niet geleid tot gigantische problemen op het vlak van integratie en veiligheid, want vooraleer een nieuwe regering kon gevormd worden in 2021 was Vlaanderen veruit de meest welvarende regio in het land, zodat vluchtelingen en gelukszoekers massaal naar het noorden van het land kwamen afgezakt. En zeker toen de kersverse regeringsleider Gwendolyn Rutten had openbaar gemaakt aan iedereen die het wilde weten: ‘Wij schaffen dat!’ was de toevloed van gelukszoekers van over de hele wereld niet meer te stoppen geweest. Die migratietrend was overigens vanaf 2010 ook een binnenlands fenomeen geworden: in België zelf was er toen sprake van een ware zuid-noordstroom, want heel wat tweede- en derdegeneratiemigranten uit Wallonië staken toen ook de taalgrens over.
Maar in de nasleep van de regering Rutten I begon die stroom geleidelijk om te keren. Migranten in 2030 schuwen het armlastige Vlaanderen en verkiezen terug het zuiden van het land. Daar worden ze hartelijk verwelkomd en worden ze rijkelijk ondersteund: hoewel de sociale zekerheid tegen dan gesplitst is, blijft Vlaanderen volgens de achtste staatshervorming immers financieel verantwoordelijk voor het onderhoud van alle migranten die het land bereiken – de Vlaamse regering had dat geaccepteerd omdat dit de decennia ervoor toch al het geval was.
Dat alles resulteerde in een catastrofale aderlating van het voorheen zo florissante Vlaamse welzijn en legde zo’n zware druk op de sociale zekerheid in het noorden van het land dat de financiële stromen, die sinds het ontstaan van België steevast van noord naar zuid hadden gelopen, zich aan het omkeren waren en ten voordele begonnen uit te draaien van het verarmde Vlaanderen. Tegen dan was evenwel de regering Bouchez II aan het bewind gekomen (we schrijven 2028), en kort na diens aantreden werd dit beleidsdomein dan ook volledig gedefederaliseerd. De solidariteitsgedachte hoefde toen voor onze Franstalige landgenoten niet meer zo nodig in het vaandel gevoerd.
Escape from Deurne
Daarbij kwamen de hoge investeringen in het justitiële apparaat. Via het regeerakkoord van de regering Rutten I was justitie al geregionaliseerd. Ondanks het veel hogere werktempo van de Vlaamse magistraten (vergeleken met hun Waalse collega’s) kreeg de Vlaamse ambtenarij al die dossiers niet verstouwd, zodat gedragsproblemen vanwege de nieuwe Belgen tijdens die voorbije periode zorgde voor heel wat onbestrafte overlast, met inbegrip van alle bijbehorende maatschappelijke schade die het gevolg is van elk ontoereikend vervolgingsbeleid.
Op oudejaarsavond 2029 werd het Antwerpse station dan ook tot op de grond platgebrand, en in de loop van de jaren voordien was de autochtone bevolking van Deurne welhaast volledig op de vlucht geslagen wegens aanhoudende granaataanslagen en schietpartijen op klaarlichte dag. Alleen Bart de Wever en zijn gezin bleven halsstarrig ter plaatse, maar moesten op een goede dag worden ontzet door een inderhaast bijeengeraapt commando geleid door Theo Francken (voor de gelegenheid fel hinkend en voorzien van een ooglapje). De familie De Wever kon via een gewaagde helikopterkaping nog net ontsnappen vanop het dak van hun woonhuis, belegerd als dat was door allerlei ongure figuren die onder begeleiding van groene en rode vlaggen vervaarlijk kwamen opzetten.
Jan Van Peteghem is ingenieur en emeritus-gasthoogleraar verbonden aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen van de KU Leuven. Zijn beroepservaring en wetenschappelijk werk draaien grotendeels om de arbeidsomstandigheden en -voorwaarden, meer in het bijzonder de veiligheid en de gezondheid op het werk.
Bart De Wever en Paul Magnette zijn het alvast over één ding eens: 2024 wordt een strijd tussen de N-VA en de PS.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.