JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

51 een magisch getal in het wielrennen, niet in relancepolitiek?

Get up Wallonia

Johan Van Duyse19/4/2021Leestijd 4 minuten
‘Get up Wallonia’ moet het gewest mee opnemen in de vaart der volkeren via een
‘nieuw elan op economisch, sociaal en ecologisch vlak, gebaseerd op en
gefaciliteerd door een eigentijdse overheid’.

‘Get up Wallonia’ moet het gewest mee opnemen in de vaart der volkeren via een ‘nieuw elan op economisch, sociaal en ecologisch vlak, gebaseerd op en gefaciliteerd door een eigentijdse overheid’.

foto © Belga / Bruno Fahy

Met ‘Get up Wallonia’ wil het gewest bouwen aan zijn economische toekomst. Het plan wordt echter niet onmiddellijk bejubeld.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Een negenkoppige ‘strategische raad’ onder leiding van Mathias Dewatripont heeft alle kaarten op tafel gelegd om ‘Get up Wallonia’ van start te doen gaan. Na een Toekomstcontract en enkele versies van het Marshallplan moet ‘Get up Wallonia’ voor de definitieve doorbraak (excusez le mot) zorgen. Het moet het gewest mee opnemen in de vaart der volkeren via een ‘nieuw elan op economisch, sociaal en ecologisch vlak, gebaseerd op en gefaciliteerd door een eigentijdse overheid’. Niemand die tegen zo’n missie opmerkingen wil formuleren toch?

Dit plan is het lijvige eindpunt van de input van consultants, van reflexie- en andere werkgroepen, van sociale en economische partners, van milieuorganisaties én van 6000 suggesties van individuele burgers. Al deze suggesties werden gewikt en gewogen en samengevat in 370 bladzijden. Daarin worden vijf assen, 18 maatregelen en 51 concrete acties gedefinieerd. Ingewikkeld? Op zijn minst.

Het algemeen belang

Kritiek kwam er al tijdens het proces zelf. Jean-François Tamelinni, de patron van de FGTB (de Waalse socialistische vakbond), schreef op 13 oktober 2020 in Le Soir dat ‘het allemaal veel te traag ging, en dat dat kwam door een teveel aan experts en consultants. Wij, wij mensen van het terrein, wij weten perfect wat Wallonië nodig heeft. Wij zijn ondervertegenwoordigd in de werkgroepen en de discussies leveren geen enkel overkoepelend inzicht op’.

Eén van die geviseerde partijen, Price Waterhouse Coopers (PWC), reageerde onder andere hierop in zijn rapport van begin januari 2021. ‘Middenveld, burgers, politici en bedrijven moeten meer en beter gaan samenwerken, en hun eigen structuur niet langer als het eindpunt van “het algemeen belang” beschouwen.’ Maar die voordelen afstaan, ‘dat wordt een moeilijke’, voorspelt PWC. Voor het consultancybedrijf is het duidelijk dat de vorige relanceplannen onder andere strandden omdat er actoren waren die heel gemakkelijk dat ‘algemeen belang’ gelijkstelden met ‘eigen belangen’.

Pierre met de pet

De opstellers van het rapport beseffen dan ook dat het plan alleen maar kan lukken als werkelijk iedereen meedoet. Het moet dus door ‘Pierre met de pet’ gedragen worden. Dat draagvlak was er helemaal niet bij het Marshallplan. Dat bleef een ver-van-mijn-bedshow voor de modale Waal. Maar nu kan het wél kunnen. De gezondheidscrisis stelt immers de hele maatschappij en zijn structuren in vraag. En de opwarming van de aarde vraagt om een nieuwe aanpak op sociaal, economisch en milieuvlak.

De samenstellers voegen eraan toe dat ‘ons bestuur, onze regering, het sluitstuk moet zijn van het plan via een participatief en innovatief bestuur. Daarvoor moeten ze het huidige denken op korte termijn afzweren’. Uit hun woorden klinkt enige vertwijfeling, en die las men ook in de Franstalige beurskrant L’Echo van 10 april. ‘Het gewest mag niet vervallen in het iedereen tevredenstellen met wat kruimels, maar moet structurele keuzes maken, en dat dreigt men weer te vergeten’.

18 maatregelen uitschrijven en 51 concrete acties bepalen: het lijkt inderdaad van het goede te veel. Zo’n aantal zal een strikte opvolging heel moeilijk maken. En de structuur van het plan is al niet eenvoudig.

De inhoud: van 5 en 3 en 5 en 18 en 51

In het al aangehaalde januari-rapport haalt PWC vijf moeilijkheden aan die een mogelijke Waalse relance in de weg stonden. ‘Ondernemen’ is een vies woord, er zijn te veel instanties bezig louter met het vergaren van subsidies, eerder dan er iets effectiefs mee te doen (honi soit qui mal y pense), er werken te veel mensen in de overheid, het gewest heeft geen ‘smoel’ en, last but not least, de bewoners vertrouwen hun politici niet. Zullen we zeggen dat deze vijf punten zeker in Wallonië herkenbaar zijn, maar niet exclusief Waals?

De vijf assen uit het relanceplan hebben een totaal andere insteek, en lijken, jammer maar helaas, niet echt innovatief. Ze zouden zo uit een vorig plan overgeschreven kunnen zijn: (1) ‘focus op de jeugd en het talent van Walen’, (2) zorgen voor ecologische duurzaamheid, (3) stimuleren van economische ontwikkeling, (4) ondersteunen van welzijn, solidariteit en sociale inclusie en tenslotte (5) participatief en innovatief besturen.’

Deze assen worden dan weer ondersteund worden door drie doelstellingen: gezonde economie, rechtvaardige maatschappij en ecologische duurzaamheid.

En nu concreet?

Er werden 18 maatregelen uitgewerkt. Die zorgen nog eens voor 51 concrete acties. Van die 18 maatregelen mag men geen onmiddellijke resultaten verwachten. Zo is er de doelstelling om jongeren te helpen de gepaste studierichting te vinden. Niet makkelijk. Zeker niet als men weet dat het huidige ‘alternatief leren-alternatief werken’ wél al jaren wordt gepromoot, maar nauwelijks weerklank vindt. De tijd van nog eens een pilootprogramma is voorbij. Alle middelen moeten ingezet worden om het alternatief leren gelijkwaardig te maken met andere vormen van onderwijs, want ‘we mogen het niet beperken tot de technische beroepen’. Ook het ontstellend gebrek aan talenkennis wordt als structurele zwakte aangestipt. Nu is ‘onderwijs’ wel een gemeenschapsbevoegdheid, geen gewestelijke. Dat zou wel eens voor problemen kunnen zorgen. Niet toevallig pleit Elio Di Rupo, de minister-president, qua staatshervorming dan ook voor ‘vier gewesten’.

Wallonië wil ook de oude stadskernen aanpakken en doen herleven, met steden als Bilbao, Kopenhagen, Roubaix of Metz, als goede voorbeelden in het achterhoofd.

Wallonië wil ook een gecoördineerd woonbeleid uitwerken. Hier wil het gewest wel een ‘tabula rasa’ uitwerken. Het voorstel bestaat erin om van nul te beginnen en een eenvormige woonvergoeding uit te werken op basis van inkomen. Het huidige systeem, waarbij men uitgaat van de gezochte oplossing, denk hierbij aan sociale woning, sociale huurwoning, of sociaal hypothecair krediet, zou dan op de schop gaan. Dit moet ervoor bijvoorbeeld kunnen zorgen dat de mobiliteit van families wordt vergemakkelijkt. De tegemoetkoming, de woonvergoeding blijft immers bestaan, een persoonsgebonden materie als het ware.

Conclusie

De oefening die tot ‘Get up Wallonia’ heeft geleid, schuwt de harde woorden niet, is niet bang om harde zelfkritiek te formuleren. Maar de uitwerking en de plannen zijn een stuk minder gedurfd. De situatie op de ‘arbeidsmarkt’ wordt bijvoorbeeld wel als zeer slecht omschreven, maar of ‘men de meertewerkstelling kan bekomen via hogere minimumlonen, via brugpensioen en een lagere pensioenleeftijd’? VOKA had er in De Tijd van 14 april alvast geen goed oog in.

Omdat we beter een goede buur hebben dan een verre vriend, duimen we best maar voor een succesvol ‘Get up Wallonia’. 51 is een legendarisch nummer in het wielrennen. Ook als drankje is het niet te versmaden. Of het dat ook zal worden in de geschiedenis van de heropleving van de Waalse economie? Wie leeft, zal zien.

Johan Van Duyse (1953) leest en schrijft over media en over de eerste wereldoorlog. Onlangs kwam zijn tweede boek uit: ‘De verkeerde doden’ (uitgeverij Willems), een waar gebeurd verhaal over vier Franse soldaten die op een augustusnacht in 1915 samen de loopgraaf introkken… Het boek is verkrijgbaar via https://boeken.doorbraak.be/p/de-verkeerde-doden-johan-van-duyse/

Commentaren en reacties