JavaScript is required for this website to work.
Ethiek

Abortus: wanneer recht onrecht wordt

Evolutie abortuswetgeving in schril contrast met eerbied voor alle leven

René Stockman10/7/2020Leestijd 4 minuten
Vorige week verhinderde de voorzitter van CD&V Joachim Coens dat een
wetsvoorstel inzake abortus – dat een aanzienlijke verruiming inhoudt van de
voorwaarden en termijnen voor het uitvoeren van een abortus – in het parlement
zou worden goedgekeurd.

Vorige week verhinderde de voorzitter van CD&V Joachim Coens dat een wetsvoorstel inzake abortus – dat een aanzienlijke verruiming inhoudt van de voorwaarden en termijnen voor het uitvoeren van een abortus – in het parlement zou worden goedgekeurd.

foto © Maria Oswalt / Unsplash

Schendt men niet de rechten van het weerloze kind in de baarmoeder indien men tot abortus beslist? Tijd om na te denken over alternatieven.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Vorige week verhinderde de voorzitter van CD&V, Joachim Coens, dat een wetsvoorstel inzake abortus — dat een aanzienlijke verruiming inhoudt van de voorwaarden en termijnen voor het uitvoeren van een abortus — in het parlement zou worden goedgekeurd. Hij plaatste de hangende regeringsonderhandelingen tijdelijk ‘on hold’. In het politieke landschap in België sprak men van een herhaling van de ‘mini koningskwestie’. Daarmee verwees men naar Koning Boudewijn die op 30 maart 1990 op morele basis weigerde het wetsvoorstel rond de depenalisering van abortus te ondertekenen. Daardoor plaatste hij zich in de onmogelijkheid om als koning te regeren.

Doorgeslagen libertaire ideologie

‘Moedig’ klonk het op bepaalde banken, ‘laf’ op andere, en ‘onverantwoord’ op nog andere. Uitstel maar geen afstel? Recht op leven mag geen zaak zijn van meerderheid tegen minderheid. Ook niet in een democratie. Over het ethische minimum kan niet gediscussieerd of onderhandeld worden. Zeker niet in een land dat de mensenrechten hoog in het vaandel beweert te dragen.

Abortus werd reeds eerder gedepenaliseerd. Ook de term ‘noodsituatie’ verdween in 2018 al uit de wet. Dit nieuwe wetsvoorstel beoogt nu een nog verdere versoepeling van de voorwaarden om abortus op een wettige wijze mogelijk te maken. En om het uiteindelijk als een recht van de vrouw te beschouwen.

Het wetsvoorstel kadert dus volledig binnen een doorgeslagen libertaire ideologie. Die verabsoluteert de zelfbeschikking, de vrijheid en de autonomie van het individu. Niets mag deze absolute zelfbeschikking, vrijheid en autonomie nog in de weg staan. We herkennen deze ideologie ook in het verhaal van de euthanasie. Daar wil men uiteindelijk ook komen tot een recht op euthanasie op eenvoudig verzoek van de betrokkene.

Vrijheid blijheid

Dat er jaarlijks wereldwijd 50 miljoen abortussen worden uitgevoerd kan ons toch niet onverschillig laten. Daarbij zijn er een deel die quasi verplicht zijn, opgelegd door totalitaire regimes. In die situaties worden de rechten van de vrouw fundamenteel geschonden. Toch horen we weinig of geen reactie tegen deze praktijken. Andere landen zijn dan weer de speelbal van de mondiale actie van (de ngo, nvdr) ‘Planned Parenthood’. Die slaagt erin haar ideologie te koppelen aan het al dan niet ontvangen van financiële steun vanwege nationale en internationale fondsen en ngo’s.

Het zijn verborgen agenda’s die tot in de hoogste echelons hun weg hebben gevonden en de besluitvorming mede bepalen. Daartegen protesteren is taboe. In de Westerse landen wordt het nu steeds meer als een teken van vooruitgang in de promotie van de mensenrechten gezien om abortus als een nieuw verworven recht te laten erkennen. En de meeste politici buigen voor deze vorm van libertair denken. Ze hebben daarbij geen enkel besef van de gevolgen hiervan. ‘Vrijheid blijheid’ lijkt wel hun enige politieke leidraad en moreel kompas.

België was bij de eersten om abortus onder bepaalde voorwaarden te depenaliseren. Het waande zich daardoor ethisch verheven boven andere landen. In Nederland is men nog ‘progressiever’ dan in België. Daar kan abortus tot 22 weken. Dat is de termijn die zogenaamd ‘wetenschappelijk’ werd vastgelegd als het ogenblik waarop een kind levensvatbaar zou zijn buiten de baarmoeder. Wat is er nu ‘vooruitstrevend’ aan het recente Belgische wetsvoorstel? Dat men vrouwen — die nu naar Nederland gaan om een abortus te laten uitvoeren omdat ze de grens van de 12 weken hebben overschreden — nu in eigen land zal kunnen ‘behandelen’? Dat men het uitvoeren van een abortus verder kan banaliseren tot een routinehandeling?

Eerbied voor alle leven

Deze evolutie op wetgevend vlak staat in schril contrast met de eerbied voor alle leven. In het bijzonder voor het leven dat bedreigd is en niet voor zichzelf kan opkomen. Schendt men niet de rechten van het weerloze kind in de baarmoeder indien een vrouw tot een abortus beslist? Wie heeft het recht en waar haalt men het recht vandaan om nieuw leven te beëindigen en een nieuwe persoon in wording het leven te ontnemen? We bevinden ons in onze samenleving op een kantelend hellend vlak. Daarbij willen we hoe langer hoe meer over elkaars leven beslissen. Werkelijk een bijzonder akelig vooruitzicht voor de echt zwakkeren in onze samenleving. We moeten deze tendens dringend een halt toeroepen. We moeten evolueren naar een mentaliteit van warme menselijke verbondenheid.

Durven we nog beweren dat onze samenleving een toonbeeld is van menselijkheid? Een gidsland voor de rest van de wereld? Uit eigen ervaring met andere culturen in de rest van de wereld weet ik hoe er van daaruit met afschuw wordt gekeken naar de wijze waarop onze samenleving met bejaarden en het ongeboren leven omgaat. Worden de ogen van onze politici voor gebrek aan menselijkheid in onze eigen samenleving pas echt geopend nadat men in het parlement wordt geconfronteerd met beeldmateriaal van bijvoorbeeld schrijnende toestanden in de woonzorgcentra tijdens de coronacrisis? Gaan onze politici echt pas kritisch nadenken over veranderingen en alternatieven wanneer ze met hun neus en ogen op de feiten worden gedrukt?

Zou het niet eerder wenselijk en ‘progressief’ zijn om te zoeken naar wegen om abortus te voorkomen. Om als samenleving te investeren in specifieke psychologische begeleiding en bijkomende opvoedingsondersteuning bij ongewenste zwangerschappen?

Willekeurig, selectief en disciminerend

Het huidige wetsvoorstel faciliteert abortus op ongeziene wijze. Getuigenissen vanuit Nederland tonen aan dat zelfs de termijn van 22 weken nog amper gerespecteerd wordt. Dat er altijd wel een uitzonderingsmaatregel wordt gevonden om ook na deze termijn abortus uit te voeren en daarvoor niet gestraft te worden. Durft men nog in alle duidelijkheid zeggen dat bij abortus een mens wordt gedood en dat tegelijk minstens één ander persoon psychologisch zwaar belast wordt? Men dient er bijgevolg alles voor over te hebben om abortussen te voorkomen in plaats van deze te faciliteren.

De verdediging van de mensenrechten en rechten van minderheden gebeurt in onze samenleving hoe langer hoe meer op een onaanvaardbaar willekeurige, selectieve en discriminerende wijze. Op zich reeds volledig in strijd met het wezen van het concept van de mensenrechten zelf. Ongeboren kinderen zijn een weerloze minderheidsgroep. Ook zij hebben politici nodig om hun recht op leven plaatsvervangend te verdedigen. We mogen niet langer enkel de rechten garanderen van die mensen die daarvoor zelf kunnen opkomen en het luidst kunnen roepen. Men reageert massaal emotioneel wanneer een pandababy’tje het niet haalt. Maar men blijft onbewogen bij het feit dat er vandaag opnieuw zoveel kinderen hun geboorte niet halen omwille van een technische ingreep.

Mini koningskwestie

12 weken, 18 weken, 22 weken, geen weken…. Een abortus is steeds iets traumatisch en tragisch. Iets dat men beter op de een of andere wijze had kunnen voorkomen. Laten we de tijd die we nu krijgen dankzij deze nieuwe ‘mini koningskwestie’ aanwenden om daarover wat fundamenteler na te denken. Laten we het niet onverschillig van ons af schuiven. Het is hoog tijd dat zij die beweren verdedigers van de zwakkeren in de samenleving te zijn en zij die de bezorgdheid voor de natuur, de dieren en het milieu terecht tot een prioriteit maken, ook duidelijk hun stem laten horen in de kwestie van het respect voor het menselijk leven. En laten we legitieme wegen zoeken om ook onze stem te laten klinken. Ook al is het op het eerste gezicht in een woestijn. Want ook een woestijn kan weer bloeien!

Broeder René Stockman is generale overste van de pauselijke congregatie van de Broeders van Liefde. Hij is tevens specialist psychiatrische verpleegkunde.

Commentaren en reacties