Achthonderd jaar Magna Carta
Waarom Vlaanderen de Britten beter zou steunen
De 800ste verjaardag van de Magna Carta toont de diepere grond voor de Briste bezwaren tegen de EU. Vlaanderen zou die beter steunen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementEen rustige weide in Runnymede, even ten westen van Londen. Op 15 juni 1215 dwongen hier een aantal opstandige edellieden een charter af van koning Jan zonder Land. Deze koning had in 1204 Normandië verloren aan de Franse koning. Om dit hertogdom terug te winnen voerde hij dure oorlogen en hief hij torenhoge belastingen. Bij de slag in Bouvines in 1214 stond hij met de Welfen (en de Vlamingen) in het verliezende kamp tegen de Fransen. Zijn internationaal prestige was nu helemaal weg. Bovendien regeerde hij Engeland naar vis et voluntas, op basis van brutale en willekeurige beslissingen die indruisten tegen het gewoonterecht en oudere charters. Na de ondertekening kwam Jan zonder Land terug op zijn beslissing en ontketende hij een nieuwe burgeroorlog tegen de edellieden. Paus Innocentius III steunde hem hierbij door het charter nietig te verklaren want onder dwang gesloten. Na de dood van Jan zonder Land herbevestigde zijn opvolger Hendrik III in 1225 echter het charter. Het werd afgesplitst van het Charter of the Forests en ging nu definitief de geschiedenis in onder de benaming van Magna Carta. De paus steunde dit keer het charter en bedreigde iedereen die het charter zou negeren met excommunicatie. Het kan verkeren, ook in Rome.
Als men het charter losknipt van de verdere politieke evolutie in Engeland, dan kan het gelezen worden als een overwegend feodaal document waarin de rechten van de adel en de kerk tegen het opdringerige koninklijk gezag worden herbevestigd. Een groot aantal bepalingen in het charter betreffen het erfrecht van grootgrondbezit, een zuiver adellijke kwestie. De algemene bepalingen, waaronder het beroemde chapter 29, gelden voor alle ‘free men’ in het koninkrijk. De meeste boeren, levend en werkend op de domeinen van de adel waren echter ‘unfree tenants’ ( ‘villeins’) waarvoor de rechten in het charter niet golden. Men schat dat in het dertiende eeuwse Engeland ongeveer tachtig procent van de boeren ‘unfree’ waren en dus van de rechten in het charter verstoken bleven.
Het belang van de Magna Carta ligt in de invloed die het had op de latere politieke evolutie van Engeland. Het charter werd in de volgende eeuwen herlezen en geherinterpreteerd als een politiek en constitutioneel wapen tegen het vorstelijk absolutisme. Het beroemde chapter 29 bepaalt dat niemand kan gearresteerd worden, gevangen gezet worden, zijn eigendom kan verliezen, buiten de wet gesteld worden of verbannen worden dan door wettig vonnis geveld door zijn gelijken (‘peers’) en volgens de wetten van het land. Het principe van de beoordeling door zijn gelijken werd later geïnterpreteerd als het recht van elke onderdaan om door een jury beoordeeld te worden. Coke, de zeventiende-eeuwse leider van de parlementaire partij tegen de absolutistische Stuarts, stelde dat ook de ‘villeins’ van de rechten in de Magna Carta konden genieten want zij waren eveneens vrije burgers van het land behalve in hun relatie tot hun heer. Een juridische handigheid waardoor het principe van ‘habeas corpus’ van ‘chapter 29’ werd uitgebreid tot alle Engelse burgers. Latere Engelse constitutionele documenten zoals The Petition of Rights van 1628, de Habeas Corpus Act van 1679 en de Bill of Rights van 1689 trekken de principes van de Magna Carta verder door. De Engelsen droegen de principes van de Magna Carta ook mee in hun kolonisatie. Het charter van Virginia werd door Coke geschreven en was gebaseerd op de Magna Carta. De eerste grondwet van Massachusetts (‘Body of Liberties’) was gebaseerd op de Magna Carta. Voor de Amerikaanse revolutionnairen was de Magna Carta een belangrijke inspiratiebron.
Principes zoals rechtstatelijkheid, democratie, individuele vrijheid, bestraffing volgens de wet en na eerlijk proces (‘due process and fair trial’) hebben dus een zeer lange voorgeschiedenis in de landen met een Anglo-Saksische traditie. Dit verklaart ook waarom de Engelsen het zo moeilijk hebben met verdere Europese integratie en de continentale doctrine van de ‘ever closer Union’. Zij vrezen dat hun aloude vrijheden in de verdrukking komen wanneer zij hun soevereiniteit weggeven aan een continentale wetgever, gedomineerd door collectivistische en corporatistische ideologieën.
Omgekeerd verklaart dit bijvoorbeeld ook de houding van Bart Staes omtrent een mogelijke BREXIT. In een interview in De Zondag verklaarde hij dat hij geen traan zou laten indien de Britten de Europese Unie zouden verlaten. Voor een eco-collectivist zoals Staes is het Anglo-Saksische individualisme en de onzichtbare hand-visie van Adam Smith een gruwel. Met een BREXIT is men van die lastposten verlost. Voor de centrum-rechtse politieke krachten op het Europese continent zou een BREXIT een echte ramp zijn. In Engeland vinden zij een belangrijke bondgenoot om ook op het Europese continent een beleid te voeren, gebaseerd op de liberaal-conservatieve ideeën van ‘limited government’, individuele vrijheid en vrije markteconomie.
Ook Vlaanderen moet hierin zijn positie bepalen. Door de verankering in België werd Vlaanderen meestal meegezogen in de Franse Europese strategie. Vlaanderen zou zich hiervan kunnen losmaken door de Engelsen te steunen in hun eis voor een Europese Unie met meer beperkte bevoegdheden. In de veertiende eeuw was Vlaanderen, om economische redenen, meestal een bondgenoot van Engeland. In het Arteveldelied zongen wij ‘Wie verbond aan het nijverige Vlaanderen ’t Britse strand?’ De herdenking van de Magna Carta is misschien een goede gelegenheid om bij deze strategie heraan te knopen.
Foto © Reporters
Boudewijn Bouckaert (1947) is emeritus hoogleraar rechten en 'law and economics' aan de Ugent. Hij was Vlaams Parlementslid voor LDD en voorzitter van de klassiek-liberale club Nova Civitas en van het Overlegcentrum voor Vlaamse Verenigingen. Vandaag is hij voorzitter van de klassiek-liberale denktank Libera!
Een groots opgezette studie in de Verenigde Staten toont aan dat de ‘hillbilly-tragedie’ van J.D. Vance reëel is: de Amerikaanse blanken boeren achteruit.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.