JavaScript is required for this website to work.
post

Ambitieuze leraars trek je aan door hun meesterschap te vergroten

Dennis Bels23/8/2022Leestijd 4 minuten

foto © Wikimedia Commons

Als het GO! ambitieuze profielen wil aantrekken, dan moeten leraars het eigenaarschap over hun lesinhouden blijven behouden, schrijft Dennis Bels.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Afgevaardigd bestuurder van het GO! Koen Pelleriaux verkondigde met het nieuwe schooljaar in zicht zijn ideeën over de toekomst van het leraarschap. Zo wil hij meer ambitieuze leerkrachten voor de klas om het niveau van de leerlingen op te krikken. Hij oppert hierbij om meer mensen die in de privé werken deeltijds voor de klas te zetten.

Met de Vlaams Belang-fractie gaan we zeker akkoord dat ons Vlaams onderwijs ambitieuze leerkrachten nodig heeft. We hebben ons in het Vlaams Parlement al meermaals uitsproken voor meer vrijheid op de onderwijsarbeidsmarkt en het beter faciliteren van duaal lesgeven waarbij mensen deeltijds leraar zijn en deeltijds in een relevante private sector werken.

De hybride leraar

Sowieso is het mijn diepe overtuiging dat we in de toekomst veel meer zullen (moeten) rekenen op wat men in Nederland hybride leraren noemt. Veel jongeren met ambitie doen vandaag allerhande activiteiten tegelijk en willen later graag ook meer diversiteit in hun professionele bezigheden. Er wordt ook vaker van job gewisseld, het idee dat je 40 of 45 jaar hetzelfde zou moeten doen schrikt velen af. Sterke professionals zijn vaak niet voor één gat te vangen en willen hun diverse talenten en competenties ook valoriseren in hun beroepsleven.

Maar dan moet ook de overheid meer doen om het onderwijs aantrekkelijker te maken voor zij-instromers, zoals het aanpakken van de zogenaamde ‘vlakke loopbaan’ binnen het onderwijs en vooral ook een verdere optrekking realiseren van de maximaal meeneembare loonanciënniteit van 10 naar 20 jaar om de loonkloof voor oudere werknemers uit de privé te milderen.

Wat is ambitie?

Al zijn er ook sterke bedenkingen te maken bij die uitspraak van Pelleriaux. Ik hoed me ervoor dat hij zou insinueren dat de huidige leraren niet ambitieus genoeg zouden zijn uit gemakzucht. Een minderheid klopt inderdaad gewoon z’n lesuren en doet weinig meer dan dat, maar het merendeel van de leraren wil echt vooruit met hun klas, ook al zijn de omstandigheden ieder jaar minder gunstig.

Onderzoek toont aan dat leraren ook veel tijd spenderen aan hun job: een voltijds werkende leerkracht werkt over een heel kalenderjaar 41,5 uur per week. Dat lijkt me toch zeker geen indicator van weinig inzet en ambitie. Het enige wat je bepaalde leraren kan verwijten is dat men binnen de huidige algemene culturele context (de zesjescultuur om Wouter Duyck te parafraseren) jongeren minder drilt en pusht om echt het onderste uit de kan te halen.

Een legertje uit de privé inschakelen zal als op zichzelf staande maatregel het probleem van onze dalende onderwijskwaliteit ook niet oplossen. We moeten daarom ook en vooral het huidige en toekomstige lerarenkorps verder versterken door enerzijds de kwaliteit van de lerarenopleidingen te verbeteren en anderzijds meer tijd en middelen vrij te maken voor professionalisering tijdens de loopbaan.

De leraar als coach in massaonderwijs

Daarnaast verklaart Pelleriaux dat we het onderwijs ook anders moeten organiseren om het lerarentekort op te vangen, meer zoals het hoger onderwijs. Hierbij zouden grotere groepen worden samengezet voor klassikaal onderwijs en daarna kleine groepjes leerlingen begeleid voor oefeningen en coaching. Alle lessen in klassen van twintig leerlingen organiseren is hierbij volgens Pelleriaux voorbijgestreefd.

De effectiviteit en werkbaarheid van dat idee durf ik toch ernstig te betwijfelen. De vergelijking met het hoger onderwijs is ook best ongelukkig gekozen. Daar klaagt men net steen en been omdat de student-docentratio er veel te hoog is om te komen tot kwaliteitsvol onderricht en er weinig ruimte is voor differentiatie en studiebegeleiding.

Je kunt ook het publiek en de dynamiek in het hoger onderwijs niet vergelijken met klassen leerplichtigen waar leerlingen minder zelfstandig zijn en vaker kampen met leerproblemen. Probeer ook maar eens orde te houden in een lokaal met 60 pubers. Zelf had ik ooit een klasgroep van 32 leerlingen op het laatste lesuur op vrijdag, wat relatief vlot verliep, doch vooral omdat het quasi volwassen en goed meewerkende zesdejaars betrof.

Het is verder ook best curieus dat Pelleriaux zelf het voorbeeld geeft van een leraar geschiedenis die makkelijk zijn uitleg kan doen aan 60 leerlingen, terwijl geschiedenis net een vak is met een vrij beperkt lerarentekort. De vakken met de grootste tekorten zoals wiskunde en technische vakken, zijn net diegene die het minst geschikt zijn om aan grote groepen les te geven omdat er net veel differentiatie en individuele begeleiding nodig is. Idem dito met taalvakken als Frans of Duits. In dat opzicht is zijn denkpiste zeker geen structurele oplossing voor het lerarentekort.

Ook is dit model een miskenning van de sociale functie die het leven en werken in een klasgroep betekent voor de ontwikkeling van kinderen en jongeren. Ik verwijs hierbij naar onderwijspsycholoog Wim Van den Broeck die al meermaals een pleidooi heeft gehouden voor een herwaardering van het klassikale leren. Verder wordt dat model van de leraar als coach ook sterk bekritiseerd door verschillende onderwijsexperten. Zo stelde bijvoorbeeld Tim Surma in een interview dat een leerkracht geen coach moet zijn, maar een expert.

Ten slotte herhaalde Pelleriaux zijn pleidooi van vorige zomer om meer taken van de leraar, zoals lesmateriaal en examens uitwerken, uit te besteden aan specifieke onderwijsteams. Hierom heb ik Pelleriaux al een paar keer gekscherend de Henry Ford van het Vlaamse onderwijs genoemd. Dat Tayloriaanse denken met verregaande arbeidsdeling werkt niet in het onderwijs. Lesimpulsen ontwerpen, toetsen en examens maken en verbeteren, dat behoort net tot de wezenlijke taken van het leraar zijn. In m’n beginjaren als leraar heb ik ook ettelijke avondlijke uren gespendeerd aan het uitwerken van eigen cursussen. Vaak was dat uit noodzaak, maar het gaf ook een grote voldoening. Als we dat gaan outsourcen naar design teams, dan riskeer je van de leraar een pure uitvoerder te maken.

Meesterschap

Een leraar wordt net leraar omwille van het meesterschap over zijn vakgebied binnen z’n klas. De leerkracht moet de verantwoordelijkheid (kunnen) nemen over het gehele leerproces, met leiding en expertise. Dat is hetgeen het beroep net aantrekkelijk maakt, maar wat nu door allerlei omgevingsfactoren alsmaar meer erodeert.

Als Pelleriaux die ambitieuze profielen waarover hij spreekt wil aantrekken, dan moet hij er net voor zorgen dat leraren het eigenaarschap over hun lesinhouden en het klasgebeuren blijven behouden. Een aspirant-kok kiest toch ook niet voor een opleiding aan de kokschool om dan uiteindelijk in de keuken enkel maaltijdboxen van HelloFresh te bereiden waarbij je zelf je ingrediënten niet mag kiezen?

Maar om dat eigenaarschap te vergroten is natuurlijk vooral ruimte nodig. Leraren worden heden ten dage overladen met zaken die niet per se onderwijsgerelateerd zijn. Dat gaat dan over toezichten, verhoogde zorgvragen van leerlingen, administratieve rompslomp, etc. Die taken zijn minder op de leest van een leraar geschoeid en die kunnen inderdaad verlicht worden door te zorgen voor meer en betere ondersteuning en omkadering. Maar dan moet men met meer middelen over de brug komen, en daar wringt net vaak het schoentje…

Dennis Bels is historicus & godsdienstwetenschapper en (ex-)leraar rooms-katholieke godsdienst, geschiedenis, Latijn & Grieks. Sedert 2019 werkt hij als inhoudelijk medewerker onderwijs bij de Vlaams Belang-fractie in het Vlaams Parlement.

Commentaren en reacties