JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

André Bourgeois’ strijd voor amnestie

Karl Drabbe24/10/2015Leestijd 2 minuten

Vorige week zondag overleed christendemocratisch oud-politicus André Bourgeois.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Op 18 oktober overleed de Izegemse CD&V-politicus André Bourgeois. Media hadden er wel oog voor, maar kwamen niet verder dan een korte opsomming van zijn functies, onder meer als burgemeester, Vlaams Parlementslid en senator en – onder Dehaene I – minister voor Landbouw en kmo’s. Dat hij uit de oude middenstandsvleugel van de CVP kwam, hielp voor dat laatste. In de memoires van Dehaene lezen we dat hij minister werd omdat hij 63 was en niemand voor de voeten kon lopen. Het is de enige vermelding in de memoires van zijn premier, die Bourgeois kreeg.

Bourgeois heeft nochtans geschiedenis geschreven als de christendemocraat die – samen met Herman Suykerbuyk trouwens – amnestie op de agenda wou plaatsen en een streep trekken onder het oorlogs- en repressieverleden van Vlaanderen.

Amnestie. Zegt het u nog iets? Er werd gedurende decennia om geschreeuwd en betoogd. Het Taalaktiekomitee plaatste het vroeger jaar na jaar op de agenda. Met het pausbezoek in 1985 was de roep niet van het scherm te branden. De Volksunie ijverde er voor, N-VA ligt er al lang niet meer wakker van. En toen de IJzerbedevaart nog een bedevaart naar de graven van de IJzer was, was het een jaarlijks terugkerende eis.

In 1986 diende André Bourgeois een wetsvoorstel in in de Kamer om de spons over het verleden te halen, zoals dat door de Franstaligen werd voorgesteld. Het betrof een correctie op de zogenaamde amnestiewet van minister Piet Vermeylen (BSP) uit 1961. Die wet deelde de door ‘epuratiemaatregelen getroffen burgerbevolking’ op in acht groepen, ingedeeld per strafmaat. Elke groep kreeg eigen criteria om de burgerlijke of politieke rechten te herbekomen. 

Bourgeois, van opleiding een jurist, was al jarenlang bezig met het dossier. In 1976 schreef hij een ‘balans van de repressie en epuratie: opruimingen van de gevolgen van repressie’ in het reeds lang verdwenen dominicaner maandblad Kultuurleven. In 1984, zo lezen we in de memoires van oud-De Standaard-journalist Manu Ruys, stelde hij voor de Vlaamse Raad een inventaris samen ‘van de sociale en menselijke gevolgen van de repressie- en epuratiewetgeving.’ Ruys heeft het over ‘een heel keurig verslag,’ maar stelt vast: ‘de amnestiekwestie behoorde toen al tot de geschiedenis en het document was nauwelijks meer dan een archiefstuk.’  

Bourgeois wou, met steun van onder anderen Herman Suykerbuyk en Paul Tant – het initiatief kwam louter uit CVP-hoek – die ‘amnestiewet’ versoepelen. Om te vermijden dat de wet meteen naar de prullenmand zou worden verwezen, pleitten de initiatiefnemers voor een individuele en géén collectieve behandeling van de dossiers. Een persoonlijk verzoekschrift indienen bij de minister van Justitie zou vergemakkelijkt worden, om zo sneller eerherstel te krijgen. In het wetsvoorstel was sprake van – toen – 20.652 personen op de ‘epuratielijst’, wier burgerlijke en politieke rechten na het einde van de Tweede Wereldoorlog waren ontnomen zonder veroordeling.

Het wetsvoorstel werd uiteindelijk niet goedgekeurd. Langs Vlaamse kant was er wel een meerderheid. De Franstaligen stemden unaniem tegen. Het is pas met Herman Suykerbuyk in het Vlaams Parlement dat er nog ‘verzoenende’ maatregelen werden getroffen.

Karl Drabbe is uitgever van ERTSBERG. Hij is historicus en wereldreiziger en werkt al sinds 1993 mee aan Doorbraak.

Commentaren en reacties