JavaScript is required for this website to work.
post

Annick De Ridder: ‘Als wij de problemen durven benoemen, noemt men dat polariserend of fascistisch’

Karl Drabbe10/3/2018Leestijd 11 minuten
Annick De Ridder herkende haar partij niet meer en koos voor N-VA.

Annick De Ridder herkende haar partij niet meer en koos voor N-VA.

foto © N-VA

Annick De Ridder voelt zich als een vis in het water in ‘gemeenschapspartij’ N-VA. En is klaar voor de campagnestrijd. Schepen worden in Antwerpen? Als het maar niet met Groen is.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Een paar weken terug hees Bart De Wever haar op het schild. Ze debatteert op het scherp van de snee en neemt amper een blad voor de mond. Als de kiezer de kaarten goed legt, wordt ze straks schepen in Antwerpen. Een gesprek met de nieuwe first lady van de N-VA in Antwerpen.

Doorbraak: De eerste vrouw op de Antwerpe N-VA lijst. Spreek ik met een toekomstige schepen?

Annick De Ridder: ‘Ik ga daar niet flauw over doen. Als je een prominente plaats inneemt en mee aan de kar trekt van de campagne, dan is dat niet om nadien je verantwoordelijkheid niet op te nemen. We zullen zien hoe de kiezer de kaarten schudt. Onze hoofdprioriteit is om Bart De Wever terug op de burgemeesterstoel te krijgen en ons beleid verder te zetten. Nu gaan we eerst keihard campagne voeren. Ik heb er wel zin in.’

Is de campagne niet al jaren bezig?

‘Ja, wij doen dat al jaren. Huis-aan-huis-bezoeken, ons huis-aan-huis-blad. Men zal van ons niet vlak voor de verkiezingen kunnen zeggen “ze zijn daar weer, het zijn verkiezingen.” Wij maken er een punt van om altijd in contact te treden met de Antwerpenaar. In die zin is de campagne nooit gestopt.’

Waar gaan jullie de klemtonen leggen in de campagne?

‘We hebben de voorbije jaren een beleid gevoerd waarvan je kunt zien dat de verandering werkt. Qua stadsvernieuwing en mobiliteit zal iedere Antwerpenaar wel erkennen dat de stad — helaas — één grote werf is. Dat betekent dat er wordt vernieuwd en gebouwd en oplossingen gezocht voor de files.’

Maar de plannen voor die werken zijn wel al lang geleden gemaakt.

‘In het geval van Oosterweel zelfs 20 jaar geleden, maar het is wel onder dít bestuur en onder déze Vlaamse regering dat de knoop is doorgehakt. Een deel van de plannen die je maakt worden maar uitgevoerd door een volgende meerderheid. Maar kijk naar Oosterweel, en ook op vlak van veiligheid is er toch wel wat gebeurd: het lik-op-stukbeleid, de war on drugs. De klemtoon voor de komende campagne zal vooral liggen op veiligheid, mobiliteit, afvalbeleid en het identitaire verhaal: wat is onze Vlaamse gemeenschap, wat is onze Antwerpse stadsgemeenschap? Wat zijn ons gedeeld verleden en toekomst? Wat is ons waardenpatroon? Wat zijn onze verworvenheden? Mensen liggen daar van wakker. Je ziet in veel debatten hoe belangrijk dit geworden is, zoals nu het verbod op levensbeschouwelijke symbolen … Dat zijn zaken waar de ontvangende gemeenschap zegt: wij zijn gastvrij maar we vormen wel samen een nieuwe gemeenschap. Vlaanderen start niet van een onbeschreven blad, wij zijn een gemeenschap, een res publica die gesmeed is door taal, cultuur en geschiedenis. Wij verwachten dat nieuwkomers, die hier welkom zijn, één worden met onze gemeenschap door een aantal zaken over te nemen.’

Migrantenstemrecht

Je legt nogal sterk de nadruk op de Vlaamse identiteit. Apart toch, voor iemand die een hele carrière achter de rug heeft bij een individualistische liberale partij als Open Vld.

‘Je vergist je daarin. Ik kom inderdaad niet uit een familie van vendelzwaaiers, maar dat wil niet zeggen dat ik niet veel respect heb voor symbolen. Ik was al in mijn jeugdjaren erg Vlaamsgezind. De politieke microbe is gestart …’

…op het fameuze migrantenstemrechtcongres van de VLD in 2003.

‘Mijn start lag wel vroeger dan dat. In 1996, het jaar van de Witte Mars na Dutroux, was heel Vlaanderen woedend. Er was een volksrazernij. Scholieren werden op sleeptouw genomen door extreemlinks. Ik ben op school gebleven, ik was even verontwaardigd, en heb gedebatteerd met mijn leerkrachten. Maar ik wou mij niet voor de kar laten binden door extreemlinks.’

Dutroux heeft je wakkergeschud?

‘De politieke verontwaardiging dateert van toen. Ik heb dan zelfs lidkaartjes gemaakt van een club, met Vlaamse leeuwtjes erop. In de jaren 90 was alles wat Vlaams was slecht en besmet. Vanuit de morele verontwaardiging voor Justitie en een Vlaamse inborst, ben ik actief geworden. Vergeet niet dat de VLD toen erg Vlaamsgezind was. Ik kon toen niet voor de Volksunie van Bert Anciaux kiezen. Het sociaaleconomische en identitaire project van de de N-VA nú, bestond toen nog niet. In die tijdsgeest was de VU heel klein en links en was de VLD net verveld van de PVV. In de realisaties is de N-VA nu de volkspartij met een sociaaleconomisch en identitair verhaal dat ook het mijne is, en de Open Vld is het tegenovergestelde geworden.’

De N-VA van vandaag is de VLD van de jaren 90?

‘Van de beloften op sociaaleconomisch vlak die de VLD heeft gemaakt, is niets terechtgekomen. Die partij heeft zich totaal verloochend in de paarse regeringen.’

En daarom ben je in 2013 overgestapt naar N-VA?

‘Ja, maar er is ook het identitaire. Het migrantenstemrecht; wat er toen leefde in de samenleving kan je doortrekken naar de huidige ongerustheid. In 2003-2004 had de Vlaming al veel moeten slikken: de snelbelgwet, de regularisaties… We wilden dus niet ook nog dat migrantenstemrecht. En toch besliste de VLD om op dat moment tegen de Vlaamse grondstroom in dat migrantenstemrecht goed te laten keuren, zonder er een regeringszaak van te maken. Je kon al zo makkelijk lid worden van de club. Links eiste rechten op voor een groep die het burgerschap weigerde dat normaliter net die rechten met zich meebrengt. Dat was bij heel veel Vlamingen een steek in het hart.’

Dat stemrecht is er dan gekomen, maar dat heeft politiek weinig impact gehad.

‘In de feiten was dat beperkt, maar identitair was dat toch belangrijk. Er is een groep die geen burgerschap wil maar wel de rechten claimt die bij dat burgerschap horen. Dat kan je perfect doortrekken naar de huidige discussie. Vlaanderen is geen onbeschreven blad. Wij hebben onze taal, onze cultuur, onze democratie, onze normen. Het waardenkader daarrond is geen statisch gegeven, dat wijzigt wel, maar je verwacht dat we samen de Vlaamse identiteit gestalte geven. Er zijn ongetwijfeld externe invloeden. Maar je verwacht wel dat de hardware aanvaard wordt, en je verwacht een gedeeld waardenpatroon dat ook door de nieuwkomers wordt omarmd. Je krijgt nu ongerustheid bij de bevolking. Durven wij nog uitkomen voor onze identiteit? Durven wij nog zeggen waar we voor staan, wat onze gedeelde toekomst is, geënt op de geschiedenis die wij samen delen? Dat is voor ons een belangrijk verhaal. Dat duikt op bij het onverdoofd slachten, bij uiterlijke kentekenen van religie, gelijkheid van man en vrouw, aanvaarden van holebi’s … Debatten die een evidentie zouden moeten zijn, moeten we toch niet meer opnieuw gaan voeren?’

De debatten van vandaag zijn nog steeds dezelfde als die van 20 jaar terug? De essentie van het verhaal is nog altijd hetzelfde voor jou?

‘Wat mij betreft is er een rechte lijn in mijn engagement toen voor VLD en vandaag voor N-VA. Ik verkondig nu hetzelfde als wat ik begin jaren 2000 verkondigde. Ik vind nu het verhaal dat ik vertel – sowieso identitair als sociaaleconomisch – terug bij N-VA, en dat is waarom ik aan politiek ben beginnen doen in de jaren 90.’

‘We hoopten dat we bepaalde debatten niet meer zouden moeten voeren. Ik hoop echt dat het debat over gelijkheid van mannen en vrouwen en de plaats van religie tot het verleden behoort. Sommige groepen ter linkerzijde willen die debatten opnieuw voeren. Voor mij is dat een van de grootste raadsels: dat links, dat ooit het hardst op de barricade stond voor het chirurgisch wegsnijden van alle religieuze symbolen, nu op de eerste rij staat om diezelfde symbolen in de publieke ruimte te promoten.’

Laicité

Wie leg je dat verbod van uiterlijke religieuze symbolen op?

‘Ik ben voor de volledige neutraliteit van mensen in overheidsdienst. Wij hebben wel geen laicité zoals in Frankrijk …’

Maar als ik het debat zie tussen Mieke Van Hecke en Darya Safai en Bart De Wevers tweet over het vliegende spaghettimonster, krijg ik de indruk dat de N-VA wel die laicité zou willen invoeren in Vlaanderen.

‘Er zijn twee zaken. Je hebt het publieke, de overheid, de loketfunctie. Daar moét neutraliteit zijn. Voorts in het straatbeeld is eenieder vrij, maar ik kan enkel hopen dat religie meer en meer naar de achtergrond verdwijnt.’

Theo Francken is alvast voorstander van een algemeen hoofddoekverbod op scholen.

‘Dat is niet zo evident om te realiseren, want dan moet je decreetgevend werk doen. En dan stoot je op de Raad van State. Dan ontstaat de discussie tussen wat je als maatschappij wenselijk vindt en wat je juridisch tot stand kunt brengen. De beste manier om dat te doen is met richtlijnen via scholen en/of onderwijskoepels. Zo’n verbod mag dan wel wenselijk zijn – ik vind dat kinderen op school moeten opgroeien zonder de druk van een hoofddoek te ervaren van ouders en broers. Maar hoe realiseer je dat juridisch best? In het verleden is de beslissing bij de scholen en/of onderwijskoepels gelegd.’

‘Ik hoop dat godsdienst meer en meer een privézaak zal worden. Ik hoop dat dat zo weinig mogelijk interfereert in de publieke ruimte met de regels waarnaar wij leven. Het katholicisme is ook geëvolueerd. Als mensen naar de kerk willen gaan en bepaalde geloofsgebruiken willen hanteren, is dat een privézaak. Maar ons leven wordt niet meer bepaald tot in de kleinste details door de katholieke kerk.’

Maar als je zo sterk inzet op identiteit … Voor veel mensen is hun geloof toch ook een laag in hun identiteit?

‘Inderdaad, terecht. Ik ben zelf ook katholiek opgevoed, maar beschouw mezelf als niet-gelovig. Ik heb van thuis uit christelijke waarden meegekregen, en dat kader is en blijft er. Maar het katholieke geloof breekt niet meer in of bepaalt het dagelijks leven niet meer zoals vroeger. Ik hoop dat dat in de publieke beleving ook met de andere geloofsgemeenschappen zo zal zijn. Dat religie een privébelevenis wordt tussen jou en jouw god, en niet meer het spanningsveld waarmee men meer en meer gaat afdwingen in de publieke ruimte die meer en meer opschuift. Iedereen zoekt zingeving op zijn of haar manier, en dat kan heel breed gaan, maar je hoopt dat dat meer een privébeleving wordt en minder botst in de publieke ruimte met uw normen en regels. En nu zie je de omgekeerde beweging.’

Kan de stedelijke overheid daar iets in betekenen? In Antwerpen bijvoorbeeld?

‘In je dienstverlening heb je als overheid een rol. En daar heeft Antwerpen duidelijk gezegd: neutraliteit in het geval van een loketfunctie. Als het van ons afhangt, blijft dat zo. De linkerzijde zegt dat dat op de schop moet. In de publieke ruimte heb je de vrijheid van religie, vereniging en meningsuiting. Daar moet de overheid niet in optreden. Ze moet dat wel doen als je op het punt komt dat die religie botst met onze waarden en regels, zoals de gelijkheid van man en vrouw. We moeten een inclusief identitair verhaal brengen waarbij je mensen zegt dat ze deel kunnen uitmaken van een club, maar waarbij wij ons ook nog altijd herkennen in die club. Wij zijn daar al een bewijs van met Nabilla (Ait Oud, schepen in Antwerpen – KDr.), Zuhal (Demir, staatssecretaris – KDr.), Nadia (Sminate, burgemeester Londerzeel – KDr.), Darya Safai nu…’

Dat zijn wel allemaal vrouwen.

‘(fel) Dat mag ook eens.’

Ik bedoel dat het wel opvalt dat politici van andere origine bij de N-VA haast allen vrouwen zijn.

‘Wij zijn geen vrouwonvriendelijke partij in tegenstelling tot wat men soms beweerde.’

Temperament

Toen je naar de N-VA overstapte schreef Walter Pauli van Knack dat u alvast niet van uw paard bent gebliksemd was na het lezen van het partijprogramma van N-VA.

‘Dat was een geleidelijk proces. Mijn afscheid was al bezig tijdens de laatste paarse regeringsdeelname van de VLD.’

In 2011 bent u gestopt met de Antwerpse gemeentepolitiek. Had dat ook met die evolutie te maken?

‘Dat was gemengd. Ik ben op mijn 25ste, erg vroeg dus, aan politiek beginnen doen. In de beginjaren was ik ook advocaat. Nadien heb ik het Vlaams Parlement gecombineerd met het fractieleiderschap voor de VLD in de Antwerpse gemeenteraad. Dan bereik je wel een punt… Politiek slorpt je erg op. Ik dacht er toen wel na of ik dat zo intensief zou kunnen blijven doen tot mijn pensioen. En dat ging samen met mijn afscheid dat al bezig was.’

Een samenloop van omstandigheden?

Sociaaleconomisch en identitair herkende ik mij niet meer in de partij waar ik een heel deel van mijn leven dag en nacht aan gewijd heb. Toen heb ik een break genomen – dat was heel heftig – en ben dan in de privé gaan werken. Ik dacht toen de politiek on hold te zetten, en heb niet deelgenomen aan de gemeenteraadsverkiezingen in 2012. Ik heb toen zelfs overwogen om met alles te stoppen. Maar Fernand Huts (De Ridders werkgever in die tijd – KDr.) heeft toen gezegd dat ik die beslissing nog niet mocht nemen, omdat ik er spijt van zou krijgen.’

Was die spijt er?

‘Het kriebelde toch.’

In de gemeenteraad had je een goed contact met de toen eenzame Bart De Wever. Is daar de basis gelegd van jouw overstap?

‘Eenzaam was hij niet hoor, hij zat tussen mezelf en Cathy Berx (de huidige provinciegouverneur van Antwerpen – KDr.). In mijn jaren in de gemeenteraad had ik een goed persoonlijk contact met Bart De Wever en Liesbeth Homans (toen De Wevers medewerkster – KDr.). De Wever, Cathy Berckx en ik zaten met drie op een rij in de gemeenteraad. Dat zijn de beste politieke jaren. Wij waren de drie musketiers en spraken vooraf alles door. (lacht) Wij hebben ons toen écht goed politiek geamuseerd. Dan ben ik uit de gemeenteraad gegaan en ben ik wel regelmatig koffie blijven drinken met Bart De Wever en met Liesbeth Homans die ik dan beter heb leren kennen in het Vlaams Parlement. Zo kreeg ik wel het gevoel dat wij meer en meer op dezelfde lijn zaten. Dat was redelijk ontnuchterend, omdat we niet in dezelfde partij zaten. Ik ben op dezelfde lijn gebleven, maar mijn partij was opgeschoven. Het was een pijnlijk afscheid dat maanden heeft geduurd.’

Gemeenschapspartij

U bent veilig thuisgekomen, om het met de N-VA-slogan van 2018 te zeggen.

‘Het grote verschil – en dat wist ik niet als ik van de VLD kwam – was het concept van een gemeenschapspartij.’

Een gemeenschapspartij? Dat moet je uitleggen. Open Vld is natuurlijk eerder een kiesvereniging dan een partij.

‘Dat zijn uw woorden, maar ik ga die ook niet tegenspreken. N-VA is een warm nest, een familie. Je maakt deel uit van een groep die duidelijk in een bepaalde richting wil gaan. Je gaat voor elkaar voor het vuur.’

Dat het een familie is merk je ook in debatten op sociale media, waar N-VA-leden en -sympathisanten strak in het gelid achter hun bekritiseerd ‘familielid’ gaan staan.

‘Bij veel partijen zie je dat als er iemand gewond neervalt, die verder moet afgemaakt worden. Dat is in het voordeel van wie errond staat, en dat zijn dan vaak de partijgenoten. Bij ons is dat helemaal anders. De N-VA is een gemeenschapspartij, iedereen gaat samen voor hetzelfde doel. Wordt er iemand aangevallen – dat gebeurt vaak in ons geval – of maakt er iemand fouten, dan zullen wij elkaar altijd verdedigen.’

Temperament

Als er iemand op de sociale media nochtans goed is in het aanvallen dan bent u het wel.

‘Actief zijn op sociale media maakt deel uit van de job, en van de zichtbaarheid. Je treedt in contact met de achterban en het middenveld, niet enkel drie maanden voor de verkiezingen, maar permanent. In het verleden was dat met een interview dat werd gepubliceerd, en dan kwam er drie dagen later pas een reactie. Nu gaat dat sneller. Het publiek mengt zich in debatten. Je bent niet meer afhankelijk van één medium waar je een interview krijgt, je kunt nu echt constant je mening geven en snel reageren.’

Nu hebt u het over de snelheid van de nieuwe media, ik had het meer over de stijl die u hanteert. U neemt geen blad voor de mond.

‘Ik heb misschien een bepaalde stijl die nogal rechtuit is.’

Temperamentvol.

‘Dat is inderdaad mijn stijl. Ik kan dat niet veranderen.’

Maar als u straks schepen wordt…

‘Goed geprobeerd, maar dat is een hypothetische vraag. Een functie brengt bepaalde geplogenheden met zich mee. In het parlement of als militant kun je je veel vrijer bewegen. Ik ben wie ik ben en ik zal altijd rechttoe-rechtaan zijn. Mijn achterban waardeert mij ook omdat ik zeg waar het op staat.’

Nog nooit spijt gehad van bepaalde tweets?

(lacht) Zelden. (denkt na) Wat mij wel mateloos stoort is de linkerzijde, de Gutmenschen met het vingertje, die menen de waarheid in pacht te hebben. Zij zeggen hoe je je moet gedragen en wat je moet denken.’

Links heeft het morele discours en publieke debat in Vlaanderen wel gedurende decennia bepaald.

‘Ja, maar de Vlaming heeft geen behoefte aan een moraliserend vingertje. En al helemaal niet aan een Theo Francken afgebeeld in nazi-uniform van Jeunes Ecolo. Dat zoiets in Wallonië een persprijs krijgt … Maar als wij de problemen benoemen, wordt dat meteen afgeschoten als “polariserend” en “fascistisch”.’

Simon Demeulemeester van Knack tweette recent nog dat N-VA in de vuurlinie staat omdat ze de grootste partij en beleidspartij van het land is.

‘Dat is waar. Iedereen moet zijn job doen. Journalisten ook. Maar maak als journalist aub een onderscheid tussen feiten en opinies. Je ziet dat dat bij vele klassieke media serieus misloopt. Ik heb er geen problemen mee dat journalisten kritisch zijn.’

Ligt het succes van de N-VA in het feit dat ze als enige nog naar de gewone mensen luistert, naar wat Nick Mertens recent op Doorbraak ‘cafépraat’ noemde?

‘Ik heb dat gelezen, dat gaat over de onderbuik, over de grondstroom van de samenleving. Bart De Wever is daar schitterend in, die voelt dat aan en verwoordt dat perfect. Nu zitten we met het identitaire verhaal knal daarin, dat hoor en voel je overal. Je raakt mensen in hun eigenheid met dat identiteitsdebat. Wie er bij wil horen kan dat bij ons, als je maar een paar regels naleeft.’

Bent u niet eerder geboren om in de oppositie je mannetje te staan dan wel om deel uit te maken van het beleid?

(glimlacht)Je wordt meer opgepikt met dit gedrag in de meerderheid dan in de oppositie. Er is de aard van het beestje; waarom zou ik mezelf veranderen? Als je jezelf niet meer kunt zijn in de politiek, word je fake. De mensen doorprikken dat. Ik pas mijn gedrag wel een beetje aan, want ik heb een voorbeeldfunctie, maar ik overdrijf daar niet in. Als parlementslid ga ik wel niet álle liedjes meezingen in Tribune 2 van den Antwerp.’ (lacht)

Je stond voorheen bekend als een stevige liberaal, maar een pleidooi voor een conservatief reveil van Doorbraak-medewerker Philip Roose heb je wel druk gepromoot. Hoe rijm je dat aan elkaar?

‘Het begrip conservatief … Op vlak van justitie en veiligheid ben ik altijd rechts geweest, conservatief.’

Wat wel typisch was voor de Antwerpse VLD die altijd wel wat rechtser was.

‘Binnen het liberalisme is er een ook een stroming die zo weinig mogelijk staat wil of politie op straat en geen ingrepen in de privacy.’

Of drugs wil legaliseren.

‘Dat is nooit mijn strekking geweest. Overigens, het grootste verzet tegen bepaalde veiligheidsmaatregelen die Jan Jambon wil invoeren, komt uit de hoek van liberalen, die zeggen dat dat botst met de privacywetgeving. Maar dat was nooit mijn strekking, ik ben voor staatsinmenging op vlak van veiligheid, harde aanpak van drugs, camera’s uitrollen … Totaal geen probleem. Op dat vlak zou je me conservatief kunnen noemen. Op het vlak van identiteit ben ik gevoelig voor onze geschiedenis en cultuur en taal. Maar op ethisch vlak zou ik mezelf eerder als progressief beschouwen. De moeilijke debatten over euthanasie, nieuwe samenlevingsvormen, daar ben ik veeleer progressief. De N-VA is misschien een conservatieve partij, maar we zijn ook de kracht van verandering die op bestuursniveau veel door elkaar heeft geschud.’

Haaks op Groen

Nog even terug naar Antwerpen. Blij dat het Samen-kartel is gesprongen?

‘Dat laat mij koud. We moeten vooral uitgaan van ons eigen palmares. We hebben een heel goed verhaal voor Antwerpen. Het voordeel van Samen was één links blok. Maar nu dat niet meer bestaat zeggen ze nog allemaal hetzelfde; ze willen Bart De Wever uit het stadhuis dragen. Op wie je links ook stemt, desnoods pakken ze er PVDA bij en CD&V om de macht te breken. Daarom gaan wij proberen zo groot en sterk mogelijk te zijn om dat te proberen te verhinderen.’

N-VA zal maar zo sterk zijn als de coalitiepartners. Drie van de vijf CD&V-zetels heeft die partij niet op eigen kracht gehaald, Open Vld zal moeten vechten om haar tweede zetel te behouden. Bart De Wever zal nooit willen samengaan met het Vlaams Belang. Krijgen we straks een coalitie van N-VA met Groen, omdat het mathematisch niet anders kan?

‘Als je de programma’s naast elkaar legt, is dat niet verkieslijk. Wij staan zo haaks op mekaar qua oplossingen. Op vlak van veiligheid, mobiliteit … in alle grote debatten staan we haaks op mekaar. Wij willen vooral ons beleid verder zetten. We hebben zeer goed samengewerkt met Open Vld en CD&V, wat mij betreft doen we gewoon verder. Groen draagt niet onze voorkeur weg. Wie niet wil dat links aan de macht komt, moet op N-VA stemmen.’

Karl Drabbe is uitgever van ERTSBERG. Hij is historicus en wereldreiziger en werkt al sinds 1993 mee aan Doorbraak.

Commentaren en reacties