Lepe linkse kritiek op armoede negeert impact migratie en transfers
Alsof de wolven hier de baas zijn
Armoede, een dakloze in de Brusselse metro telt zijn geld.
foto © Reporters / STG
In het armoededebat gaan politici en commentatoren de link met migratie en regionale verschillen uit de weg. Politiek correct, maar juist?
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementMedia mikken op ongenoegen en drama. Het moet zijn dat daar geld mee te verdienen valt. De voorbije dagen klonk het weer alsof de wolven hier de baas zijn. De ellende stroomt uit de verhalen. Over armoede bij voorbeeld. Hier lopen twee dingen fout: men overdrijft en men wijst de foute schuldige aan. Laat ons een en ander op een rijtje zetten.
Baanloze gezinnen
Het jongste in de media gegooide drama over armoede begon met een artikel in De Morgen over ‘baanloze gezinnen’. Een begrip dat in de Vlaamse pers in de voorbije jaren amper vijf keer werd vermeld. Maar goed, die dingen worden geteld, en ‘doorverteld’. In De Morgen bijvoorbeeld door ‘armoede-expert’ Wim Van Lancker (KULeuven), publicist in het socialistische blad Samenleving & Politiek. ‘Ons land scoort hier zeer slecht’, en dat betekent relatief ‘hoge kinderarmoede in België’.
Een op de negen minderjarigen in ons land (11,8 procent) groeit op in een gezin zonder inkomen uit arbeid, waar niemand werkt. Een record in de EU, zo blijkt inderdaad uit nieuwe cijfers van het Europese statistiekbureau Eurostat. Hoe triest is het met de Belgen gesteld? En waarom is dat zo? Nu wordt het interessant.
Een aantal landen volgen klaarblijkelijk op vrij korte afstand: het Verenigd Koninkrijk (11,6), maar ook Zweden (10,4) en Duitsland (9,1). We pikken er nog een paar uit: Griekenland (8,7) en Hongarije (6,4) doen het merkelijk beter dan België. Wie de internationale migratie een beetje volgt kan al vermoeden wat er hier aan de hand is: in welke mate zorgt (hyper)migratie voor slechte cijfers? Links is daar redelijk zwijgzaam over.
Speelt migratie van laag opgeleiden hierin een rol? ‘In één allochtoon gezin op vier heeft niemand werk’, wist De Standaard al in 2011. Dat is vandaag niet anders. Denkt links nu werkelijk dat er een soort Vlaamse machine bestaat die aan de lopende band jobs kan creëren, en meteen ook allerlei voorzieningen (onderwijs, huisvesting, gezondheidszorg, leefloon, etc.) voor een onbegrensd aantal nieuwkomers?
Ook interessant als de progressieve alarmbellen afgaan: is het vandaag veel slechter dan vroeger? Dit land doet het (laatste cijfers over 2017) al bij al een procent beter dan in 2014, bij het begin van de regering Michel. Ook die ‘verbetering’ wordt in kleine lettertjes geschreven.
Communautair
Maar er is nog iets dat ze niet over de lippen krijgen. Ter linkerzijde is men doof en blind voor de communautaire kloof. De kritiek op Vlaanderen is – excuus voor het bezoedelde woord – fake news, want ‘baanloze gezinnen’ zijn vooral een Waals en een Brussels probleem.
Het was Valerie Van Peel (N-VA) die de cijfers in de VRT-studio gooide. ‘In Vlaanderen leeft 7 procent van de kinderen in een gezin waar niemand werkt. In Wallonië 16 procent en in Brussel 23 procent. Armoedecijfers vertonen dezelfde verschillen. Op welke aanpak moeten we dan verder werken? Het Vlaamse activeringsbeleid of het Waalse uitkeringsbeleid?’, schreef ze op Twitter.
De Gentse professor arbeidseconomie Stijn Baert gaf in De Morgen mee dat die regionale kloof er ook was voor het aantal langdurig werklozen, de werkzaamheidsgraad en het hoge aantal inactieven. Toch kon ook hij het niet laten om erop te wijzen dat ook Vlaanderen het ‘lang niet goed’ deed. Tja, met die 7 procent – onthoud dat ‘Vlaamse’ cijfer – doet Vlaanderen het beter dan alle omliggende landen.
De berichtgeving over ‘baanloze gezinnen’ leert ons veel over de kwaliteit van onze dagbladpers. De Morgen en Het Laatste Nieuws gebruiken elkaars teksten. Andere kranten vatten het bericht van De Morgen gemakshalve samen. Dat was het dan. De Tijd deed wel de moeite om de cijfers te bekijken en regionaal te vergelijken. ‘De cijfers voor ons land zijn wel vertekend door grote verschillen tussen de regio’s’, lezen we daar. Vlaanderen doet het met 7,3 procent baanloze gezinnen beter dan het Europese gemiddelde van 9,8 procent. De score van Wallonië (16,2 procent) en Brussel (23,2 procent) noemt Dries Bervoets terecht ‘dramatisch’.
En nu?
Van Peel wees er nog op dat de cijfers over ‘baanloze gezinnen’ het verschil aantonen tussen het Vlaamse activeringsbeleid en het Franstalige uitkeringsbeleid. ‘De confederale reset is echt wel nodig. We moeten meer activeren bij de OCMW’s en de werkloosheidsuitkering in de tijd beperken.’
De replieken van haar politieke tegenstanders waren voorspelbaar (zwak). Dat Vlaanderen slechter scoort dan Portugal en na Malta, zegt misschien meer over de onaantrekkelijkheid van die landen voor migranten?
Armoede volgens Kind en Gezin
Nahima Lanjri (CD&V) probeerde weerwerk te bieden door het thema te verleggen. Ze gebruikte dezelfde argumenten als Peter Mertens in Terzake: er was in regeringskringen tegen 2020 een ‘halvering’ van de kinderarmoede beloofd. Een verwijzing naar een onverstandige uitspraak van Vlaams minister Liesbeth Homans, maar dat is een ander debat. Lanjri – niet voor de eerste keer trouwens – sleurde er de cijfers van Kind en Gezin bij om ook Vlaanderen aan te vallen. Uit de kinderarmoede-index van Kind en Gezin zou blijken dat bijna 14 procent van de Vlaamse kinderen tot drie jaar in armoede leeft.
Maar nu moet u eens goed lezen hoe men daar kinderarmoede definieert: De verpleegkundigen en gezinsondersteuners van Kind en Gezin gaan tijdens hun contacten met gezinnen na of er ‘signalen’ zijn van kansarmoede op 6 domeinen: het gezinsinkomen, de opleiding van de ouder(s), het stimulatieniveau van het kind, de arbeidssituatie van de ouder(s), de huisvesting en de gezondheid. Wanneer een gezin ‘zwak scoort’ op 3 of meer criteria, spreken we over een kind dat in kansarmoede leeft. Hoe subjectief kan zoiets zijn? Als we het goed begrijpen hangt de score dus af van de inschatting of evaluatie door een betrokken partij? Wetenschappers zullen hier even met de ogen knipperen?
Van verzuimend zwijgen naar de Volle Leugen
Het tegenovergestelde zou verbazen, maar ook Kind en Gezin weet dat kansarmoede erg migratie-gebonden is: komt voor bij 6 procent van de moeders met Belgische roots, bij 33 procent van de moeders van buitenlandse origine. De organisatie doet ongetwijfeld haar best om gevolgen aan te pakken, maar stelt weinig vragen over de oorzaak. Dat geldt ook voor Hilde Crevits, kandidaat minister-president, die meteen reageert dat het onderzoek van Statbel de ‘blijvende noodzaak van een gelijkekansenbeleid’ aantoont. Wonderbaarlijk wollig, zoiets.
Als Groen de Vlaamse overheid blijft verwijten dat ze 20 tot 30 procent kinderen in armoede tolereert (Jos Geysels, Kamerlid Evita Willaert e.a.) dan gaan we nog een stap verder: van verzuimend zwijgen naar de Volle Leugen. Voor een zeldzame keer heeft Gwendolyn Rutten gelijk (in Humo): ‘Als je links bezig hoort, lijkt het alsof wij in een tranendal leven. We zijn nog altijd één van de meest herverdelende landen ter wereld en we laten géén mensen achter.’
Tom Van Grieken (Vlaams Belang) stelt het in zijn reactie op de studie van Eurostat scherp. ‘Nergens anders in de wereld zijn de regionale verschillen zo groot als in België. Zonder Wallonië zou Vlaanderen aansluiten bij het Europese koppeloton… Het gevolg is dat Vlaanderen zijn welvaart jaarlijks afgeroomd ziet met 12 miljard euro of zo’n 2000 euro per Vlaming …’ Ook in Vlaanderen zijn er volgens hem nog enorme zorgnoden (gehandicaptenzorg, wachtenden op een sociale woning, Vlaamse senioren die de rusthuisfactuur niet kunnen betalen). ‘Wij hebben dit geld niet op overschot, wij hebben het broodnodig’, klinkt het.
Het armoededebat, sterk gelieerd met dat over economie en werkloosheid, komt in deze verkiezingsweken zeker nog aan bod. Het kan maar open verlopen als er meer politici de moed hebben om de link te leggen met een te snelle migratie en wijzen op de regionale verschillen. Twee zaken die net iets te opvallend politiek correct worden benaderd.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Jan Van de Casteele is historicus. Hij was journalist bij Het Nieuwsblad (1989-1999), werd stafmedewerker van de VVB (vanaf 1999) en hoofdredacteur van Doorbraak van 2003 tot 2012. Sindsdien is hij zelfstandig journalist.
De peiling van VTM/HLN zal weinig partijen deugd hebben gedaan. Maar vergeleken met 2014 wijst ze op interessante structurele veranderingen.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.