Bart Vandermoere
Een volkstribuun. Ambitieus, charismatisch. De messias. Een talentvol redenaar. De loftuitingen blijven niet uit over Bart Vandermoere. De oud-KVHV-preses en Antwerps Volksunieraadslid overleed op 3 januari en wordt ruim geprezen. Over de doden niets dan goeds? Oud-TAK-leider en VVB-voorzitter Guido Moons vergelijkt hem met een vuurpijl: hij schoot heel snel heel hoog de lucht in, maar verdween even snel na een steile val. Een portret.
Vlaamse Beweging
1975. De IJzerbedevaart bestond nog en trok jaarlijks tienduizenden Vlaams-nationalisten van allerlei kleuren en geuren aan. In die jaren stond er steevast een ‘jeugdspreker’ op het programma. Kerels die – ondanks hun jeugdige leeftijd – al hoge toppen scheerden in de Vlaamse beweging. N-VA-Kamerfractieleider Peter De Roover: ‘Toen zou je nog een moord begaan om jeugdspreker te mogen zijn. Dan was je iemand. Het was een visitekaartje dat kon tellen.’
Vandermoere was toen al, op twintigjarige leeftijd, ‘iemand’. Overal waar in die jaren gespeecht moest worden, zo schrijft ouderdomsdeken Hector van Oevelen in ‘t Pallieterke, was Vandermoere om te speechen. Zowel De Roover als Moons noemen hem, onafhankelijk van elkaar, een volkstribuun. Ze bestempelen hem als een fenomeen. Moons herinnert zich levendig hoe hij op het Vlaams-Nationaal Zangfeest een speech eindigde met de woorden ‘wij zullen niet buigen voor scepter of kromstaf’. Volgens Moons brak het volle Sportpaleis toen uit zijn dak.
In 1976 en de daaropvolgende jaren zette Vandermoere zich steeds meer op de kaart. Edwin Truyens, vandaag de bezieler van het Vormingsinstituut Wies Moens, had een KVHV-afdeling opgericht in Antwerpen. Maar zijn uitgesproken nationalistische opstelling leidde snel tot tweespalt met de meer gematigder, mainstream ‘flamingante’ strekking waar Vandermoere voor tekende. De laatste won het pleidooi. Onder zijn leiding, lezen we, evolueerde het Verbond in Antwerpen tot een grote vereniging. Truyens ging zijn eigen weg met de Nationalistische Studentenvereniging (NSV) waar later hele generaties Vlaams Blok/Belang-mandatarissen werden opgeleid. Vandermoere zou als advocaat, onder meer als stagiair van Hugo Schiltz, zijn weg banen in de Volksunie in Antwerpen.
Vuurpijl
Guido Moons vergelijkt hem met een vuurpijl. Een komeet. In die dagen van het Egmontpact en de bestrijding ervan door het Egmontkomitee speelde Vandermoere een belangrijke rol. ‘Paul Daels, Clem de Ridder en Bart Vandermoere, waren toen de drie grote namen van de Vlaamse beweging,’ zegt Moons. In die dagen woog de machine van het KVHV zwaar door in de niet-partijpolitieke Vlaamse beweging. Maar een drietal jaren later al verdween hij. Moons vraagt zich af of hij op een zijspoor werd gezet door Hugo Schiltz.
Dat laatste betwijfelt De Roover. ‘Bart (Vandermoere – red.) had een enorm charisma; hij slaagde erin hele groepen jongeren rond zich te verzamelen. Met het geld van zijn ouders had hij een herenhuis gekocht op de Frankrijklei, tegenover het gerechtshof. Dat was een centrum van Vlaams-nationale actie, voor het KVHV en voor de Volksuniejongeren.’ Hij stelde zich op als spreekbuis van de rechterzijde van de Volksunie – toen nog niet zo hard geplaagd door concurrentie van het nog jonge Vlaams Blok – en zodoende werd hij de anti-Schiltz. Gerolf Annemans hierover op Facebook: ‘Hij was aan de rechterkant van een toen reeds tot loutere machtspartij verworden Volksunie, de talentvolle voorloper van verandering.’Ambitie had hij zeker, en net die opstelling doet De Roover vermoeden dat hij ook daarom tot het Egmontcomité toetrad. Het zette hem immers nog meer op de kaart. En Schiltz tolereerde dat, volgens De Roover ‘omdat Vandermoere een hele generatie jongeren in de greep hield.’
De ambitie en het charisma uitten zich er ook in dat hij de stad Antwerpen door zijn volgelingen liet volhangen met affiches met zijn foto en zijn voornaam ‘Bart’ in het groot. Achternaam en partijlogo waren minder belangrijk. De Roover: ‘hij kwam toen op onder de slogan “de kracht van de overtuiging”.’
Volksunie
En zo baande de succesvolle advocaat zich een weg in de Volksunie. Als gemeenteraadslid en als provincieraadslid. In 1985 was hij zodoende de concurrerende lijsttrekker van Filip De Winter, die toen voor het eerst werd verkozen in de provincieraad. Hoewel zijn duidelijke rechtse profilering – VB-watcher Hugo Gijsels noemde hem zelfs ‘extreemrechts’ – bleef hij binnen de Volksunie actief, en dat tot 1989.
Toen de Volksunie in Antwerpen het jaar voordien – voor het eerst – zwaar verloor aan het Vlaams Blok, schreef De Financieel-Ekonomische Tijd dat dat resultaat onder meer te wijten was aan het feit dat de ‘populaire advocaat’ niet meer op de VU-lijst voorkwam; ‘hij behoort immers tot de rechtervleugel binnen de VU.’
1988-‘89 is de periode dat er binnen de VUJO (Volksuniejongeren) en de VU (Volksunie) van Antwerpen een dissidentie ontstond. Onder leiding van Peter De Roover en gewezen N-VA-minister Jan Jambon verliet een mondige groep de partij, uit onvrede met de door Schiltz georganiseerde verruiming. Herman Lauwers (later Spirit/SLP) werd toen lijsttrekker, en de derde fase van de staatshervorming was een maat te klein voor de radicale flaminganten. De Roover en Jambon trokken naar de zieltogende VVB en maakten daarvan de nieuwe speerpunt van de Vlaamse Beweging. Het geeft te denken dat Bart Vandermoere, gezien zijn palmares, toen ook de partij verliet, maar niet mee overstapte naar de VVB. De Roover: ‘wij waren van een andere generatie, wij hadden nog geen carrière in de Volksunie’. Vandermoeres exit wijt De Roover aan zijn donkere kantjes van zijn persoonlijkheid. Hij lag met zichzelf in de knoei. Ook zijn advocatenpraktijk kwam in zwaar weer terecht. Jaren later raakte hij in een diepe depressie.
VMO
Ook als advocaat was hij erg ambitieus. En succesvol. Nog geen dertig, trad hij vaak op in assisenzaken, meer dan zijn oudere confraters. Hij kwam in de pers, zowel in toga als verdediger van moordenaars, als als Antwerps Vlaams-nationaal politicus. Velen droegen hem toen op handen. Zelfs als VU-mandataris was hij advocaat in 1981 in het proces tegen de extreemrechtse Vlaamse Militantenorde (VMO). Hij verloor het pleit; VMO-leider Bert Eriksson zat een jaar in de cel; hij noemde zichzelf een ‘politiek gevangene’.
Dovende ster
Hoewel hij in de jaren 1990 deel uitmaakte van de zogenaamde ‘Groep van Gent’ – dissidenten in het IJzerbedevaartcomité die een radicaler politieke invulling van het programma voorstonden – was zijn ster al lang verdwenen van het Vlaams-nationale firmament.
Toch heeft de duizendpoot – het woord is van Hector Van Oevelen – een belangrijke historische rol gespeeld in de Vlaamse Beweging. Als KVHV’er was hij in de tweede helft van de jaren 70 betrokken bij de Vlaams-Nationale Raad. Dat overlegorgaan van radicale Vlaams-nationale groeperingen, en zijn opvolger Vlaams-Nationaal Directorium, bekritiseerde de lauwe en ‘linksige’ koers van de toenmalige VU. Ze legden de kiem van wat een paar jaar later het Vlaams Blok werd. Hij sprak er zelfs voor een congres over ‘arbeid en migratie’, toen immigratie nog helemaal geen hot topic was. En zonder Vandermoeres optreden, was misschien de NSV nooit ontstaan – al is het natuurlijk gevaarlijk zulke wat-als-vragen te stellen (laat staan te beantwoorden).
Dries Van Langenhove
De vergelijking dringt zich op. Het charisma, de branie, de ambitie, de populariteit en het redenaarstalent van Bart Vandermoere doen Guido Moons denken aan Dries Van Langenhove vandaag. Die laatste kiest nu, met een duidelijk profiel, ook op jonge leeftijd voor een carrière in de partijpolitiek. Vandermoere evolueerde uiteindelijk tot het pragmatisme dat hij als jongere bestreed bij Schiltz. Bij Vandermoere maakte het activisme even snel plaats voor de partijpolitiek. Hoe zal het Van Langenhove vergaan?
Vandermoere werd eergisteren begraven in intieme kring. Op de plechtigheid sprak oud-IJzerbedevaartcomitévoorzitter Lionel Vandenberghe. In de Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging had hij nog geen lemma. In de ‘derde’, digitale editie, waarvan binnenkort de redactie wordt opgestart, verdient hij die zonder twijfel.