Historische atlas van de Lage Landen: ‘Omwille van een gestolen koe werd Ciney van de kaart geveegd’
Sieg Monten voor zijn boeken.
foto © DB
De ‘Historische atlas van de Lage Landen’ vertelt onze geschiedenis aan de hand van 21 originele kaarten en boeiende begeleidende teksten. Een gesprek met de auteur.
De ervaren historicus Sieg Monten schreef een Historische atlas van de Lage Landen, waarvan net het tweede deel 1257-1439 verscheen. Aan de hand van 21 originele kaarten vertelt hij de politieke en militaire geschiedenis van de Lage Landen. Elke kaart heeft precies dezelfde schaal, zodat je ze makkelijk kan vergelijken.
De belangrijke historische gebeurtenissen zijn op de kaarten aangeduid, zodat een soort cartografische tijdslijn ontstaat. Het is een origineel idee met veel praktisch nut. Met die kaarten kan je duidelijk zien hoe de Lage Landen evolueren en hoe langzaam, kaart per kaart, de Nederlanden vorm krijgen. Met de begeleidende teksten werd het een boeiend boek van 415 bladzijden. Wij spraken met de auteur.
– Wat was in hemelsnaam de Oorlog van de Koe?
Sieg Monten: ‘Ik weet het. Ook ik was verbaasd toen ik, tijdens het schrijven van mijn boek, dit verhaal tegenkwam. Het was een bizarre oorlog, want het had een banale oorzaak en een desastreuze afloop. Omdat in 1273 een horige uit het graafschap Namen in het prinsbisdom Luik een koe had gestolen en daarvoor werd opgeknoopt, trokken de Naamse ridders naar Luik om er wraak te nemen. Het resultaat was buiten proportie. De bewoners van Ciney waren afgeslacht en een honderdtal Waalse dorpen waren van de kaart geveegd.’
– Was zo’n wreedheid toen gebruikelijk?
‘Tja, het voorval was tekenend voor die tijd. Sinds vijftien jaar ging het Heilige Roomse Rijk, waartoe de Lage Landen grotendeels behoorden, door een moeilijke periode: het zogenaamde “Groot Interregnum”. Door de verkiezing in 1257 van twee buitenlanders tot Rooms-koning, die er zich vervolgens niet lieten zien, was er geen centraal gezag. Eerst werd Richard van Cornwall gekozen en drie maanden later Alfonso van Castilië. Niemand had de autoriteit om te bemiddelen bij vetes zoals bijvoorbeeld tijdens het in wezen banale conflict omwille van een Waalse koe. De lokale vorsten regeerden volledig autonoom en vertoonden haantjesgedrag.’
– Voelde echt niemand zich geroepen om in te grijpen?
‘Toch wel. Om hier iets aan te doen voerde Rudolf van Habsburg, die in 1273 tot Rooms-Duits koning werd verkozen en zo een einde maakte aan het Groot Interregnum, een “Landvredepolitiek”. Een onderdeel van die politiek was de introductie van de Landvredebonden. De vorsten en de steden werden gestimuleerd om samen aan vredeshandhaving te doen.’
– Wie leidde die Landsvredebond in onze gewesten?
‘Dat is een terugkerend thema doorheen mijn boek, want in 1288 vocht de hertog van Brabant bijvoorbeeld een oorlog uit, met op de achtergrond de vraag wie in naam van de Rooms-Duitse vorst de Landvredebond mocht leiden. Hij of de aartsbisschop van Keulen? In 1280 verenigen zich enkele Duitse havensteden aan de Oostzee tot een heuse Duitse Hanze om gezamenlijk een vuist te maken tegen het “te machtige” Brugge. En in 1317 richt Rooms-Duits koning Lodewijk I van Beieren in de Lage Landen en het Rijnland de Landvredebond op van de zeventien landsheren tegen Frankrijk.’
– Wat had Frankrijk daar mee te maken?
‘Het was een antwoord op de Franse penetratie in de Lage Landen. Verschillende vorsten in de Lage Landen en het Rijnland waren openlijk bondgenoten van de Franse koning. Maar in 1332 weet diezelfde Franse koning deze Landvredebond om te buigen tot een heuse anti-Brabantse coalitie. Je moet het maar doen. Brabant wint trouwens de oorlog die dan uitbreekt. In 1334 zegeviert Brabant opnieuw als de anti-Brabantse alliantie, die was uitgegroeid tot een monstercoalitie van niet minder dan 33 vorsten, voor een tweede maal langs alle windrichtingen Brabant binnenvalt. De reputatie van het hertogdom Brabant kan niet meer stuk.’
– Kunnen we de Slag bij Woeringen (1288) vergelijken met de Guldensporenslag (1302)?
‘Behalve dat het respectievelijk Brabant en Vlaanderen op de kaart zette, niet echt. De Slag bij Woeringen was een echte veldslag, zelfs de grootste ooit, tussen twee ridderlegers. Zo’n 3.700 ridders, aangevuld met veel voetvolk, gingen elkaar te lijf. De hertog van Brabant, Jan I, was de grote winnaar. Door de slag verwierf hij het hertogdom Limburg, dat trouwens niet te verwarren is met de huidige provincie Limburg.’
‘De Guldensporenslag daarentegen, dat was andere koek. Het Vlaamse leger bestond hoofdzakelijk uit stedelingen, arbeiders en boeren. Aan de oorsprong lag weliswaar een feodaal conflict tussen de graaf van Vlaanderen met zijn suzerein, de Franse koning. Maar het grote verschil is dat de Vlaamse steden betrokken partij werden. Zij vreesden voor hun handelsbelangen met Engeland. Als gevolg werd Vlaanderen verscheurd tussen de aanhangers van de Franse koning, de Leliaards, en de aanhangers van de graaf van Vlaanderen, de Klauwaarts. Bon, het verdere verloop – ik denk aan de Brugse Metten en de Guldensporenslag – is vrij goed gekend.
– Maar aan de Guldensporenslag zitten ook minder bekende kantjes vast, lees ik.
‘Ja, minder gekend is dat de Vlamingen tussen 1303 en 1304 Zeeland, Holland en Utrecht bezetten. Overal krijgen de ambachten inspraak in het bestuur. Ook in de steden in Henegouwen, Brabant en Luik breken opstanden uit. Ook daar verloren de patriciërs, al dan niet tijdelijk, hun monopolie in de stadsbesturen. Omdat dit een radicale sociale omwenteling is, onder druk van de volksmassa’s, mogen we gerust spreken van de Vlaamse Revolutie. Al wordt de klok uiteindelijk teruggedraaid, toch werden niet overal alle “toegevingen” afgeschaft.’
– Hoe erg was de hongersnood van 1315-1317?
‘Erg. Door de aanhoudende regen – een gevolg van de klimatologische overgang van het warme middeleeuwse klimaatoptimum (950-1250) naar de koude kleine ijstijd (1430-1650) – mislukken de oogsten in West-Europa. Bovendien sterft tweederde van de veestapel aan veepest. Er wordt geschat dat tussen 10 en 25 procent van de bevolking toen omkwam. Maar het had ook gevolgen op de langere termijn. Omdat het volk in zijn jeugd ondervoed is, wordt het vatbaarder voor de pest, wanneer die tijdens de jaren 1349/1350 door de Lage Landen raast.’
– Hoe groot was de menselijke schade?
‘De mensen sterven bij bosjes. Minstens een derde van de bevolking overleeft het niet. Maar de klimaatsverandering heeft nog andere gevolgen. Door de aanhoudende stormvloeden verandert de kustlijn. De Westerschelde verbreedt, waardoor Antwerpen toegankelijk werd voor zeeschepen. Het eiland Testerep, met op het ene uiteinde Westende en op het andere uiteinde Oostende, verdwijnt in 1394 voor de helft in de Noordzee. De Hollandse stad Dordrecht wordt in 1421 een stad op een eiland en in de Friese Landen ontstaat een fysieke scheiding tussen de Ommelanden en Oost-Friesland. Het waren woelige tijden.’
– Wat was de betekenis van de val van Kales ofte Calais in 1347?
‘De val van Kales is een wat vergeten tragedie. In augustus 1347 veroveren de Engelsen Kales (Calais), na een jarenlange belegering. Kales was weliswaar politiek een Franse stad, maar het had een Dietstalige bevolking. De taalgrens tussen het Middelnederlands en het Frans liep toen in Noord-Frankrijk zuidelijker dan vandaag. De tragedie was dat de Dietstalige bevolking vervolgens uit de stad werd verjaagd en werd vervangen door Engelse kolonisten. Van de ene dag op de andere sprak er geen mens meer nog het Middelnederlands.’
– Hoe belangrijk voor de Lage Landen was het huwelijk van de Vlaamse gravin Margaretha van Male met de Bourgondische hertog Filips de Stoute in 1369?
‘Het belang ervan manifesteert zich pas veel later. Op de korte termijn pacificeert het de decenniaoude rivaliteit tussen de vorstenhuizen van Vlaanderen en Frankrijk. Op de lange termijn – en dit kon niemand voorspellen – legt het de basis van iets nieuws. Dit huwelijk, zo blijkt achteraf, is de start van een proces dat op termijn tot de creatie van de (Bourgondische) Nederlanden leidt.’
– Hoe ging dat in zijn werk?
‘Filips de Stoute was de jongste zoon van de toenmalige Franse koning, Jan II de Goede. In 1363 krijgt hij van zijn vader het hertogdom Bourgondië “in apanage”. Dat wil zeggen dat hij het hertogdom volledig zelfstandig mag besturen. Dit is heel bijzonder, een uitzonderlijk gebaar van erkenning en liefde van een vader voor zijn zoon.
Dit had alles te maken met de slag bij Poitiers in 1356 en hun gedeelde gevangenschap in Engeland tijdens de jaren daarna. Door het huwelijk in 1369 ontstaat een dynastieke verbinding tussen Vlaanderen en Bourgondië. Maar Filips de Stoute en zijn oudste zoon Jan zonder Vrees waren Franse prinsen. Zij verbleven meer in Parijs dan in Gent of Brugge. Niet zelden hebben de beide heren een zodanige dikke vinger in de Franse pap, dat bij momenten Frankrijk een vazal lijkt van Bourgondië. Zo plunderen zij de Franse schatkist ten voordele van Vlaanderen en Bourgondië.’
– De Lage Landen vormden een etnische en cultureel geheel, maar was er toen al sprake van een staatkundige toenadering?
‘Neen, tijdens hun leven is er van een vereniging van de Nederlanden nog geen sprake. Integendeel. In Holland en Henegouwen krijgen de Beierse Wittelsbachers voet aan de grond, de graven van Luxemburg worden niet alleen Rooms-Duitse koningen en keizers, maar ook koningen van Bohemen. In 1366 wordt het graafschap Loon definitief verenigd met het prinsbisdom Luik en in 1406 wordt niet Jan zonder Vrees, maar zijn jongere broer, Antoon, hertog van Brabant. Maar dan was er die Franse moord…’
‘Alles verandert in 1419 door de moord op Jan zonder Vrees door de Franse kroonprins, de dauphin, tijdens een vredesonderhoud in het Franse stadje Montereau-Fault-Yonne. Als gevolg gooit Filips de Goede, de kleinzoon van Filips de Stoute, het roer volledig om. Hij knipt alle banden met Frankrijk door en gaat voor een territoriale uitbreiding in oostelijke richting.’
‘Hij had toen ook de omstandigheden mee, want het Rooms-Duitse koningschap was verzwakt. Op enkele jaren tijd, tussen 1429 en 1433, verenigde hij op spectaculaire wijze Vlaanderen, Namen, Brabant-Limburg en Holland-Henegouwen onder zijn gezag. Door de politieke eenmaking van de (Bourgondische) Nederlanden ontstaat een nieuwe geopolitieke realiteit. Hier eindigt mijn boek.’
Luc Pauwels is historicus, gewezen bedrijfsleider en stichtte het tijdschrift 'TeKoS'.
Jack London was een veelschrijver én avonturier. Zijn omzwervingen overtuigden hem van de noodzaak van een socialistische samenleving, een idee dat hij verwerkte in zijn boeken.