JavaScript is required for this website to work.
post

The Broken Circle

opinie

Karel Lemmens18/1/2014Leestijd 2 minuten

Cultuur bewijst dat splitsen heilzaam is, stelt Karel Lemmens vast.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

The Broken  Circle Breakdown is dus genomineerd voor een Oscar. Wat een succes! En dat allemaal dankzij het feit dat Vlaanderen en Wallonië 50  jaar geleden beslist hebben om op cultureel vlak ‘uiteen te gaan’, om het te zeggen met de dramatische woorden van Veerle Baetens.

Al in de jaren 1960 hebben de  toenmalige Belgen ingezien dat de Vlaamse (Nederlandstalige) en Waalse (Franstalige) cultuur zo weinig gemeenschappelijk hadden, dat een gemeenschappelijk ‘Belgisch’ cultuurbeleid voor beide partijen ongewenst was. Daarmee werd Cultuur het eerste beleidsdomein dat officieel gesplitst werd. Sindsdien leven Vlaanderen en Franstalig België als het ware in een ‘culturele confederatie’. Beide partijen zijn volledig vrij om hun cultureel beleid uit te stippelen, zonder compromisdwang die hun culturele vrijheid aan banden legt. Dat heeft  er niet toe geleid dat de Nederlandstalige en Franstalige cultuurdragers zich sindsdien op hun eiland hebben teruggetrokken, laat staan dat ze met  getrokken messen tegenover elkaar staan. De vrijheid waarvan ze sindsdien genieten heeft integendeel geleid tot spontane samenwerking, vooral in onze gemeenschappelijke hoofdstad, waar beide gemeenschappen door elkaar heen leven.

Die vrijheid heeft er verder vooral  voor gezorgd  dat de eigenheid van beide gemeenschappen optimaal tot ontwikkeling kon komen. Het resultaat mag er zijn, in het bijzonder op vlak van filmproductie, waar zowel de Vlaamse als de Franstalige (Belgische) film regelmatig grote successen boeken, maar ook op vlak van theater. Enkele weken geleden hoor ik op radio Klara een Vlaamse cultuurdrager prat gaan op de vooruitstrevende aanpak in het Vlaamse theater, daar waar het Franstalige theater eerder behoudsgezind is. Ieder zijn eigen ding. ‘Uiteen’, en precies daarom gelukkig. Dat niemand uit de cultuursector een herfederalisering van ‘Cultuur’ vraagt, is dan ook geen toeval. 

Men kan zich natuurlijk de vraag stellen wat er zou gebeurd zijn als de bevoegdheid ‘Cultuur’ niet was gesplitst. Professor De Grauwe achterna zou men uit het feit dat de Vlaamse en Franstalige Belgische cultuurproductie sindsdien even succesvol zijn, kunnen  besluiten dat de opsplitsing geen enkel effect heeft gehad, maar dat is wellicht niet het juiste besluit. We kunnen ons echter wel voorstellen welke communautaire problemen men vandaag zou hebben als Nederlandstalige en Franstalige cultuurproducenten tegen elkaar zouden moeten lobbyen voor subsidies. Vooral als de Belgische minister van Cultuur misschien toevallig Richard Miller zou heten. Dat  is de voormalige minister van cultuur van de Franstalige gemeenschap, die enkele jaren geleden nog verklaarde dat de open Franstalige cultuur van nature leidt naar tolerantie leidt, de hermetische Nederlandse cultuur daarentegen naar intolerantie.

Als er dus één beleidsgebied is dat aantoont dat het erkennen van de grote verschillen tussen de landsdelen heilzamer is dan het mordicus vasthouden aan een model van gedwongen samenwerking en onwerkzame compromissen, dan is het wel het cultuurgebied.

Als we nu ook nog willen erkennen dat  de socio-economische verschillen zo groot zijn dat een gemeenschappelijk federaal beleid contraproductief is,  zijn  de communautaire twisten tussen Vlamingen en Franstaligen binnenkort misschien wel definitief verleden tijd.

Foto: © Reporters

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Commentaren en reacties