Meer Brussel, minder België
Het panel bij het Grote Brusseldebat
foto © Doorbraak
Een groot debat over Brussel… Iedereen is Brusselaar, de meeste zijn ook Vlaming en Belg, maar in welke mate en volgorde?
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHet is een paradox in de Brusselse politiek. Wie vasthoudt aan België, verdedigt de verdere uitbouw van Brussel als gemeenschap. Vlaams-nationalisten en Vlaamse Brusselaars reageren daar fel tegen. Zo helpen ze allebei hun tegenstander, Brussel als derde gemeenschap vergemakkelijkt het splitsen van België, Brussel als institutionele knoop, houdt België samen. Ondertussen laten Brussel en Vlaanderen elkaar los.
Uit overtuiging
Maar politiek is meer dan enkel acteren uit oorzaak en gevolg. Vaak zit er een overtuiging achter, traditie, geschiedenis. In Brussel zit achter de paradox de vraag: waar ligt je eerste solidariteit? Dat kwam tot uiting in het ‘Groot Brusseldebat’ dinsdag 19 februari in de Markten in Brussel. Het VKB en de VVB brachten daar alle Vlaamse partijen samen die een vertegenwoordiger hebben in de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Zes stuks zijn dat er, met daarbovenop een inleiding van Vuye & Wouters met hun Brusselboek. Te veel volk voor een debat, maar er viel wel een en ander te leren.
Ook op een debat blijven politici ook maar mensen. Voor een zaal met Vlaams-voelende Brusselaars en Brussel-voelende Vlamingen, enfin een zaal Vlamingen in Brussel, worden de leuke tweetalige ideetjes wat minder sexy. Tweetalig onderwijs, werd aangeraakt, maar niet gloedvol verdedigd. Het werd eerder ‘ook tweetalig onderwijs’ of ‘het onderwijs moet opleiden tot tweetalige Brusselaars’.
Tweetalige lijsten
Hannelore Goeman (sp.a) probeerde wel. Ze vond dat tweetalige lijsten moesten kunnen, maar dan wel met een gewaarborgde vertegenwoordiging van de Nederlandstaligen. Luckas Vander Taelen haalde hier eerder deze week aan waartoe tweetalige lijsten kunnen leiden, Franstaligen bepalen dan welke Vlamingen mogen opkomen, die die in hun kraam passen. Hij gaf het voorbeeld van Annemie Maes (Groen) die zich een duidelijk voorstander van een verbod op onverdoofd slachten toonde. ‘Maes kreeg echter geen verkiesbare plaats meer op de lijst, en is er zelf van overtuigd dat dit veel te maken heeft met haar ondubbelzinnige stellingnames op het vlak van dierenrechten.’ Ze paste niet in de islamvriendelijke houding van Ecolo in Brussel.
Hannelore Goeman botste met haar ideetje op nog een obstakel: Hendrik Vuye had maar één vraag nodig om het ideetje aan het wankelen te brengen: ‘Hoe ga je bepalen wie Nederlandstalig is?’ Er is geen subnationaliteit in Brussel. Iedereen kan bijvoorbeeld een Nederlandstalige identiteitskaart aanschaffen of zichzelf ‘Nederlandstalige’ noemen (dat is al eerder gebeurd, leest u het Brusselboek maar p.68). Door dat voorval hebben de Vlamingen in Brussel een bescherming, ze onderzoeken zelfs zelf de geldigheid van de verkiezingen en zouden eventueel ‘valse Vlamingen’ kunnen uitsluiten. Maar dat zou een institutionele atoombom zijn.
Solidariteit
Tweetalige lijsten zijn een leuk ideetje om te zeggen dat in de eerste plaats Brusselaar bent en geen Vlaming. Brusselaar zijn telt en niet de taal die je spreekt. Je zou dat Brussels nationalisme kunnen noemen. Dat uit zich in de praktijk vandaag door Vlaamse Brusselse ministers die mooi meegaan en meedenken in de richting waarin hun Franstalige collega’s in de hoofdstad denken, tegen het Vlaamse beleid voor Brussel in.
Neem nu de gezinsbijslag. Door de zesde staatshervorming is dat een gemeenschapsbevoegdheid geworden. In Brussel is dat sindsdien in handen van de GGC, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, zeg maar de Brusselse gemeenschap. Brigitte Grouwels (CD&V) betreurt die beslissing, ‘het maakt de band met Vlaanderen losser’. Brusselaars moeten nu niet kiezen voor een Vlaamse of Waalse gezinsbijslag. Dat zorgde voor wat animo in het debat. Hannelore Goeman (sp.a) vond dat net goed, ‘het kan niet dat twee kinderen naast elkaar op school zitten met elke een andere sociale bescherming’. Dat kan nu wel, als een kind dat in Vlaanderen woont in Brussel naar school gaat. Je kan dus even goed zeggen dat het niet kan dat twee Vlaamse kinderen een andere gezinsbijslag krijgen, afhankelijk van waar ze wonen. Volgens Brigitte Grouwels maken mensen zoveel keuzes, die voor een Vlaams of Franstalig sociaal stelsel in Brussel zou er dan nog bij kunnen.
Vlaanderen, Brussel, België
Het is de kern van het verschil bij N-VA, Vlaams Belang en een deel van de CD&V: ze zijn Vlamingen in Brussel. Hun thuis is Vlaanderen, hun solidariteit ligt eerst daar. Brussel maakt volgens hen deel uit van Vlaanderen. Bij de andere partijen staat Brussel op de eerste plaats, hun tweede cirkel van solidariteit en loyauteit is België, Vlaanderen heeft daar een mindere plaats —of geen. En dat verklaart de keuzes die ze maken.
Rest de vraag wat niet-Brussels-Vlaanderen daarover denkt. Ook dat kwam aan bod. Veerle Wouters stelde in haar inleiding de vraag naar de democratische legitimiteit van het Brusselbeleid in Vlaanderen. Veel Vlamingen hebben Brussel al lang opgegeven. Losgelaten.
Hoorzitting
Dat bleek ook tijdens een hoorzitting in het Federale Parlement over de toepassing van de taalwet in Brussel. Na lang aandringen door Vuye & Wouters en nadat de regering was gevallen, kwam die hoorzitting er op diezelfde 19de februari 2019. De situatie die de vicegouverneur schetste was ronduit dramatisch. Dat is al lang zo. Amper 4,6% van de statutaire benoemingen bij gemeenten in Brussel zijn in regel met de taalwet. En geen haan die ernaar kraait. Op de hoorzitting waren sp.a, Groen, CD&V en Vlaams Belang afwezig. De naleving van de taalwet en dus de situatie van de Vlaming in Brussel kan hen dus geen barst schelen. Daardoor maken ze de barst in België enkel groter, terwijl ze die willen verkleinen. Vlaanderen heeft Brussel al losgelaten en Brussel wil Vlaanderen loslaten, enkel financieel niet.
Categorieën |
---|
Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.
Politici die zelf niet weten waar ze voor staan: ze kunnen mooi vertellen, maar regeren gaat moeilijk.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.