Campagne 2024: ‘Une drôle de guerre’
PS en N-VA waren elkaars levensverzekering, maar nu zijn er ook VB en PVDA
Bart De Wever en Paul Magnette.
foto © Belga
De verkiezingscampagne trekt zich op gang. N-VA en PS staan opnieuw tegenover elkaar, maar moeten deze keer VB en PVDA in het oog houden.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe verkiezingscampagne trekt zich op gang. N-VA en PS staan opnieuw tegenover elkaar. Alleen krijgen ze deze keer af te rekenen met een radicale variant in hun eigen taalgebied. Dat laat sporen na, de campagne is eender en toch anders.
In 2017 publiceert Vincent Scheltiens Met dank aan de overkant. Een politieke geschiedenis van België. Op de kaft staan Paul Magnette en Bart De Wever afgebeeld. De auteur betoogt dat de Belgische politiek gedreven wordt door een negatief beeld van de overkant en een positief zelfbeeld.
Er valt wat te zeggen voor die stelling. Tijdens de debatten in de aanloop naar de Verkiezingen van 2014 gold in Franstalig België ‘Jamais avec la N-VA’. Aan de overkant voert N-VA campagne met de keuze tussen het N-VA-model en het PS-model.
Elkaars levensverzekering
N-VA en PS zijn elkaars levensverzekering. Hun onderlinge vijandigheid legt hen geen windeieren. Na de verkiezingen van 2010 en 2014 is de dominantie van beide partijen overweldigend. Het zijn monopolisten: het politieke product dat ze aanbieden valt nergens anders te verkrijgen. In 2014 is Vlaams Belang een kleine partij met amper drie Kamerleden. PVDA/PTB heeft er twee, voor het eerst.
Het monopolie stort in elkaar in 2019. PVDA/PTB klokt af op 12 Kamerzetels en Vlaams Belang zelfs op 18. Er zijn nu ook andere grote aanbieders voor de politieke producten die N-VA en PS aan de kiezer brengen. Beide partijen moeten niet langer alleen afrekenen met ‘de overkant’. De campagne voor 2024 die zich op gang trekt, is dan ook eender en anders dan in 2019, 2014 of 2010.
Met dank aan de overkant… nog steeds
PS en N-VA blijven net zoals toen elkaars vrolijke politieke vijanden. Magnette heeft de ambitie om premier te worden. Het antwoord van De Wever is meteen een ‘dikke, vette neen’. De Wever heeft zelf ooit laten vallen dat hij wel premier wil worden van een noodregering, weliswaar ‘dik tegen zijn goesting’. Ook toen sloeg Magnette de deur keihard dicht.
De N-VA-voorzitter moet men na de verkiezingen niet bellen als het niet over Confederalisme gaat. Voor Magnette druist confederalisme dan weer in tegen de diepste overtuigingen van de PS. Hij geeft toe dat zijn partij in het verleden vragende partij was voor de overheveling van bevoegdheden. Nu Wallonië en Brussel eigen instellingen en eigen projecten hebben, hoeft het niet langer. Magnette neemt alleen zijn telefoon op als het over sociale zekerheid en solidariteit gaat.
Magnette wil een regering zonder N-VA en als dat mogelijk is ook zonder MR. Het kleurenpallet van de N-VA-voorzitter is nog beperkter: MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez is persona non grata, Open Vld en CD&V worden best een kopje kleiner gemaakt, geen haar op zijn hoofd denkt aan Groen of Ecolo, Vlaams Belang is ‘het melanoom van Vlaanderen’ en PVDA-PTB zijn ‘het restafval van de 20ste eeuw’.
Wiskundige bollebozen zijn de voorzitters blijkbaar niet. Met hun oekazen komen ze nog niet eens in de buurt van de nodige meerderheid van 76 zetels op 150.
Kleine ploeg
De Wever wil een minikabinet: ‘Ik wil met een heel kleine ploeg — technocraten, wat mij betreft — een aantal doelstellingen rond budget waarnemen, terwijl de politiek in de diepte onderhandelt over een confederale omslag.’ Voor dit minikabinet lonkt De Wever naar Magnette. Die veegt het voorstel meteen van tafel.
Men kan nauwelijks geloven dat N-VA en PS in 2019 lang met elkaar hebben onderhandeld. Even leek het liefde op het eerste gezicht. Volgens Bart De Wever was een ‘groot historisch akkoord’ zo goed als rond. Meer nog, de PS dacht zelfs na over het einde van België. PS-voorzitter Paul Magnette ontkent. De onderhandelingen waren louter strategisch: ‘Er was helemaal geen historisch akkoord. Het was interessant voor mij om vervolgens naar andere partijen te trekken en te vertellen waartoe N-VA bereid was.’
Onderhandelingen achter gesloten deuren maken dat iedereen de geschiedenis kan schrijven en herschrijven. Elke partij bedient de achterban met een eigen geschiedenis als een Orwelliaans ministerie van Waarheid.
2024: plots is daar ook ‘de eigen kant’
Sinds 2019 moeten N-VA en PS rekening houden met een radicale variant aan ‘de eigen kant’. Dat laat zich voelen. De Wever keert zich tegen het Vlaams Belang. Magnette waarschuwt voortdurend voor de PVDA/PTB. Met dezelfde argumentatie: de nieuwe tegenstander wordt weggezet als extreem, onbetrouwbaar en vooral als een partij die onmogelijk kan regeren. Stemmen voor Vlaams Belang of voor PVDA/PTB zijn ‘nutteloos’. Het ‘nutteloze-stem-discours’ hoort men zowel bij De Wever als bij Magnette.
Op de vraag of hij ooit met Vlaams Belang zal regeren, antwoordt De Wever: ‘Als Vlaams Belang zijn shit opkuist, waarom niet?’. De deur is dicht, maar Tom Van Grieken heeft de sleutel in handen. Het betoog van De Wever komt erop neer dat het Vlaams Belang zelf niet wil regeren en daarom is een sterke N-VA nodig.
Net hetzelfde verhaal brengt Magnette over PVDA-PTB. Op de zomeruniversiteit van de PS stelt hij dat wat er ook gebeurt, PVDA-PTB nooit in een regering zal stappen. Net als De Wever doet met Vlaams Belang, sluit hij een coalitie met PTB niet uit. Alleen willen ze niet regeren en daarom is een sterke PS nodig.
Beide partijen zetten zich af tegen hun radicale tegenhanger, tegen diegenen die net iets strenger zijn in de leer. De politieke vijand situeert zich niet meer alleen aan ‘de overkant’. Het is niet langer het PS-model versus het N-VA-model. Het discours is nu ook anders: het PS-model of het PTB-model, het N-VA-model of het VB-model.
De vijand van mijn vijand is ook mijn vijand
Soms zitten N-VA en PS wel op één lijn: als ze het hebben over de radicale variant aan ‘de overkant’. Magnette: ‘Het Vlaams Belang is een racistische partij, racisme en xenofobie zijn het handelsfonds van de partij’. Als De Wever met hen praat, is het meteen einde verhaal.
Op een gelijkaardige manier zet De Wever PVDA-PTB in de verdomhoek: ‘Ik heb vooral schrik van het communisme. Dat is de meest verderfelijke ideologie ooit. Overal waar communisten aan de macht zijn, zie je dictatuur, armoede en chaos. De communisten… (even stil) Ik ben daar echt bang van.’ Hij zegt het niet letterlijk, maar zo sluit De Wever federaal de deur voor een PS die regionaal in zee gaat met PVDA-PTB.
Opnieuw is het betoog van beide partijvoorzitters hetzelfde. Magnette kan geen coalitie vormen met PVDA-PTB omdat die partij zelf niet wil regeren en omdat ‘de overkant’ het niet wil. De Wever kan dan weer geen coalitie sluiten met het Vlaams Belang, omdat de partij zelf ‘haar shit’ niet wil opruimen en omdat ‘de overkant’ het niet wil.
Afstand nemen of net aanschurken?
Door steevast afstand te nemen van het Vlaams Belang, neemt De Wever ongewild ook meer afstand van het Vlaams-Nationalisme. En er zit ruis op de boodschap. De statuten van N-VA bepalen nog altijd dat de partij kiest voor een ‘onafhankelijke republiek Vlaanderen’.
In aanloop naar de verkiezingen van 2014 werd dit al afgezwakt naar ‘confederalisme’. Vandaag gaat De Wever nog een stap verder en heeft hij het over een conservatieve partij die met de vingers in de neus 40 procent zal halen, of over een ‘herstichting’ van alle krachten van centrum-rechts. Hij lonkt naar de rechterkant van Open Vld en CD&V.
Wat heeft dit nog te zien met de ‘onafhankelijke republiek Vlaanderen’? Men kan terecht de vraag stellen, zoals Pieter Bauwens al deed, waar de analyse van De Wever is gebleven dat het sociaal-economische gevangen zit in het communautaire?
Rijkentaks
Magnette bewandelt een ander pad. Hij neemt afstand van de partij PVDA-PTB, maar zijn programma lijkt steeds meer op dat van PVDA-PTB. Magnette heeft zijn eigen ‘rijkentaks’: de extra belasting voor de 2 procent rijksten. Ook moet er een vermogenskadaster komen, moeten meerwaarden worden belast en de effectentaks wordt verviervoudigd. Op Europees niveau is Magnette een van de initiatiefnemers van een Europees burgerinitiatief om de grote vermogens te belasten. Zo leunt hij steeds dichter aan bij PVDA/PTB.
Verrassend is deze keuze niet. Magnette kijkt naar Frankrijk. De ooit machtige Franse PS is nagenoeg van het toneel verdwenen. Bij de verkiezingen van 2022 gingen vele linkse partijen en partijtjes een samenwerkingsverband aan. Als Nouvelle Union Populaire Ecologique Et Sociale (NUPES) trekken ze naar de kiezer. Het radicaal-linkse La France insoumise (LFI) van Jean-Luc Mélenchon is de dominante partij van de NUPES. Het samenwerkingsverband met radicaal-links maakt dat de Franse PS zo goed als onzichtbaar is.
Magnette heeft zijn les geleerd. Als zijn PS wil overleven, mag hij niet in de schaduw komen te staan van PVDA-PTB. Vandaar dat hij tegelijk afstand neemt van radicaal-links, maar het programma deels overneemt.
De olifant in de kamer
Wat De Wever en Magnette er niet bijvertellen, is wat er gebeurt als de kiezer hun sirenenzang volgt en zorgt voor een sterke N-VA en een sterke PS. Het marktleiderschap van beide partijen zorgde in 2010 voor 541 dagen totale blokkering.
Ook nadien zijn N-VA en PS er nooit in geslaagd een akkoord te sluiten. Tijdens de onderhandelingen van 2019 stelde N-VA-stichter Geert Bourgeois dat er op sociaal-economisch vlak een ‘grand canyon’ gaapt tussen N-VA en PS. De kloof is sindsdien alleen maar groter geworden. Hoe meer het schrikbeeld van ‘de overkant’ helpt bij het ronselen van stemmen, des te moeilijker wordt de federale regeringsvorming. Het gras is echt niet altijd groener aan de overkant.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Hendrik Vuye is doctor in de rechten, master in de criminologie en master in de filosofie. Hij is gewoon hoogleraar Staatsrecht en Mensenrechten aan Universiteit Namen
Wat wordt er veel gesproken in Vlaanderen over politieke vernieuwing. Alleen blijkt spreken zilver en niets doen goud.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.