Nu nog zwijgen over Catalonië is schuldig verzuim
Catalaanse burgemeesters betogen in Brussel, bij de EU voor de vrijlating van de politieke gevangenen. (7/11/2017)
foto © Reporters
Na de veroordeling van de Catalaanse independentisten door het Spaanse gerecht, is zwijgen geen optie, voor niemand die politiek actief is.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementSpanje perkt via de rechter de politieke rechten en het recht op vrije meningsuiting in. Een politieke beweging, die door de Spaanse staat als ongewenst wordt gezien, wordt zo gecriminaliseerd. Politieke tegenstanders worden veroordeeld en opgesloten als misdadigers. Met dank aan juridische containerbegrippen zoals ‘opruiing’.
Het zal je kind maar wezen
Vorig jaar in september (2018) was ik nog in Barcelona voor de Diada, de Catalaanse feestdag, inclusief grote actie. Bij die gelegenheid interviewden we (Karl Drabbe en ikzelf) enkele familieleden van gevangen Catalaanse activisten en bannelingen. Wat me toen opviel was de gelatenheid. Ze wisten toen al hoe het zou aflopen. Ze zouden veroordeeld worden door het Spaanse Hooggerechtshof tot lange gevangenisstraffen. Daarna zou het beroep voor het Spaanse Grondwettelijke Hof worden afgewezen. Vervolgens zou het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg (EHRM) ze vrijspreken. Ondertussen zijn we dan vlot weer vier of vijf jaar verder.
Separatisme is een toegelaten politiek streven. Niet ik zeg dat, maar wel het EHRM. Het hof oordeelt in het Arrest-Refah Partisi dat staatskundige verandering nastreven als politiek project toegelaten is. (Sleutels tot ontgrendeling van Hendrik Vuye en Veerle Wouters, p. 169 e.v.) Er zijn twee voorwaarden: ten eerste moet men democratische middelen gebruiken, dus geen geweld, ten tweede moet het maatschappijmodel dat men nastreeft democratisch zijn. Beide voorwaarden zijn in Catalonië vervuld. Op elke actie of manifestatie, in elke toespraak of interview, hameren catalanisten erop dat hun verzet democratisch en pacifistisch is.
Niet buiten Spanje
Dat er iets niet klopt, blijkt als het Catalaanse conflict de Spaanse grenzen overstijgt. De beschuldigingen van rebellie en opruiing kunnen dan niet hard gemaakt worden. België, noch Duitsland wilden Puigdemont voor die aanklachten uitleveren aan Spanje en ook Groot-Brittannië dacht er niet aan oud-minister Carla Ponsatí uit te leveren. Tot woede en onbegrip van de Spaanse politieke klasse.
Spanje weet dus op voorhand dat een veroordeling door een rechtbank van de negen politici en de twee Jordi’s door het EHRM kan verbroken worden. Maar voor dat kan, moeten alle rechtsmiddelen in Spanje uitgeput zijn. Voor de meeste Europese politici en voor de Europese leiders is dat blijkbaar geen probleem. Zo cynisch is politiek in de EU geworden. Achteraf zal dan gezegd worden dat de instellingen gerespecteerd worden en de rechtstaat gewerkt heeft. Het zal jouw man, vrouw, vader of moeder, zoon of dochter maar zijn.
VN
Die overtuiging dat het EHRM hen zal vrijspreken werd recent (mei 2019) nog ondersteund door het rapport (pdf) van de Werkgroep Willekeurige Opsluiting van de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties. In dat rapport wordt de onmiddellijke vrijlating geëist van de drie Catalaanse gevangenen die een procedure aangespannen hadden bij de Raad: Jordi Sánchez, Jordi Cuixart en Oriol Junqueras. De werkgroep kwam tot het besluit dat de drie vastzitten omwille van hun politieke ideeën en dat hun mensenrechten en rechten op een eerlijk proces geschonden zijn (lees meer).
Nog eens, het zal jouw man, vrouw, vader of moeder, zoon of dochter maar zijn. Geëngageerd in een politieke strijd die rechtmatig is. En ondertussen net geen twee jaar in voorlopige hechtenis. Het beroep tegen die voorlopige hechtenis is nooit behandeld. Zo kon ook die voorlopige hechtenis niet aangevochten worden voor het EHRM. Ook dat zouden ze gewonnen hebben, er zijn precedenten. Ondertussen werden dikke rapporten geschreven over de situatie van de rechtstaat in Hongarije, maar over Spanje moet de eerste letter nog op papier komen.
Waarom zwijgen politici?
Ondertussen reageerde Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA), zijn partij heeft altijd de Catalaanse onafhankelijkheidsbeweging gesteund, en zelf was hij in 2013 aanwezig op de jaarlijkse manifestatie op de nationale feestdag van Catalonië.
Ook Hendrik Bogaert (CD&V) reageerde, niet voor de eerste keer, hij deed dat eerder al vorig jaar. Dat is opmerkelijk, zijn partij CD&V volgde altijd trouw de koers van de Partido Popular met een verdediging van de juridische vervolgingen. Maar ook daar lijkt nu verandering in te komen.
Ondertussen reageerden zowat alle partijen en veroordelen ze in lichtere of zwaardere bewoordingen de veroordeling van de Catalanen tot zware gevangenisstraffen.
De vraag is niet waarom Jambon en Bogaert reageren, de vraag is, waarom zovele andere Vlaamse politici zo lang gezwegen hebben, waarom zovele andere Europese politici zwijgen? Elke overtuigde sociaaldemocraat, groene of liberaal moet toch zien dat hier iets aan de hand is? De zware celstraffen – van negen tot dertien jaar – voor de Catalaanse independentisten zijn een probleem voor elke politieke militant en voor elke democraat. De Spaanse staat juridiseert een politiek conflict. We mogen als Europese burgers niet toelaten dat een lidstaat het gerecht inzet om politieke tegenstanders het zwijgen op te leggen. Dat via de rechter grondrechten worden ingeperkt en een ‘ongewenste’ politieke beweging te criminaliseren. Politieke tegenstanders worden opgesloten als misdadigers. Daartoe wordt een containerbegrip naar boven gehaald zoals ‘opruiing’.
EU-Parlement
Ondertussen speelt het Europees Parlement het Spaanse spel mee. Carles Puigdemont, die op 26 mei met meer dan een miljoen stemmen verkozen is in het Europees Parlement, kan zijn zetel niet opnemen. Net als Toni Comín, die eveneens in België in ballingschap leeft. Hij moet eerst een document tekenen waarin hij zijn trouw aan de Spaanse staat verzekert. Dat moet hij tekenen in Madrid. Wat natuurlijk niet kan, want dan wordt hij meteen gearresteerd… hoe cynisch voor een parlement dat de mond vol heeft van zijn soevereiniteit.
De bedoeling is duidelijk. Spanje wil met harde hand het Catalaanse independentisme breken. Zoals het dat deed op de dag van het referendum 1 oktober 2017. Maar beelden van bloedende betogers en slaan en schoppende Guardia Civil doen het niet goed op sociale media. Zelfs Merkel belde naar Madrid toen ze het zag en ook Premier Michel (MR) reageerde in de media. Nee, dan beter een andere manier. Keiharde repressie. Al lijken de Catalaanse burgers zich niet intimideren: ze komen massaal op straat en het publieke leven in de hoofdstad ligt al de hele dag lam.
Verzuim
De strategie lijkt nog te lukken ook. De catalanisten werden uiteen gespeeld. Vertwijfeld over de strategie en verscheurd door de gedachte aan de gevangenen. Wat komt eerst? De strijd voor de gevangenen of die voor een onafhankelijk Catalonië? Ondertussen heeft de tactiek Spanje twee jaar winst opgeleverd. Al zou het verdict terug voor meer eenheid kunnen zorgen in de indepe beweging.
Dat heeft heel pijnlijke persoonlijke gevolgen. Grondrechten worden met de voeten getreden, zoals de internationaal gereputeerde mensenrechtenadvocaat Alfred De Zayas al stelde, en mensen zijn in ballingschap of kregen tussen negen en dertien jaar gevangenisstraf voor een politieke overtuiging. En zovele gewone Catalanen wacht nog een veroordeling. Nu nog zwijgen is schuldig verzuim.
Morgenavond (15 oktober 2019) vindt een gespreksavond plaats over de toekomst van de EU, met Hans Maertens (Voka), Geert Bourgeois (N-VA) en Catalaans president Carles Puigdemont; Karl Drabbe modereert.
Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.
Politici die zelf niet weten waar ze voor staan: ze kunnen mooi vertellen, maar regeren gaat moeilijk.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.