JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Christenvervolging vergeten in geopolitiek Midden-Oosten

Pieter Bauwens19/7/2017Leestijd 4 minuten
De Dominicanessen van Sint Catharina kwamen terug naar hun klooster, 2 jaar
nadat ze moesten vluchten voor IS. In de 400 jaar oude kerk van Qaraqosh was
heel wat vernield.

De Dominicanessen van Sint Catharina kwamen terug naar hun klooster, 2 jaar nadat ze moesten vluchten voor IS. In de 400 jaar oude kerk van Qaraqosh was heel wat vernield.

foto © Reporters

Het westen moet haar buitenlandbeleid afstemmen op de behandeling van religieuze minderheden, specifiek op christenvervolging vindt N-VA.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

N-VA organiseerde dinsdagmiddag 18 juli 2017 in de Kamer een studiemiddag over de hachelijke situatie van religieuze minderheden (lees: christenvervolging) in het Midden-Oosten en Afrika. Aanleiding voor de studiemiddag waren de resoluties in het federale en Vlaams Parlement die de regering oproepen om in het buitenlands beleid prioritair rekening te houden met de situatie van de religieuze minderheden. De parlementsleden Karl Vanlouwe en Peter Luykx waren de gastheren. Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken mocht de lezing aftrappen met een situatieschets van de penibele situatie waarin religieuze minderheden zich in het Midden-Oosten bevinden.

Francken

Francken liet er geen twijfel over dat het vooral de christenen zijn die in de resolutie bedoeld worden. Hij overliep de verschillende landen in de Midden-Oostenregio en de situatie waarin de christenen daar al eeuwen leven. ‘Een lange geschiedenis van onderdrukking maar ook van veerkracht.’ Volgens Francken zijn het niet altijd de overheden die zorgen voor die onderdrukking, maar ‘medeburgers die hun radicale islam willen omzetten in een theocratie.’

Het verdwijnen van de christenen uit het Midden-Oosten vergeleek de staatssecretaris met de exodus van de protestanten uit Antwerpen eind zestiende eeuw. Het zou dezelfde desastreuze culturele, wetenschappelijke en economische impact hebben op het Midden-Oosten als op het Vlaanderen van toen. Het zou ook op geopolitiek vlak een verandering teweegbrengen. ‘Christenen zijn al eeuwen de brug tussen oost en west. Die historische brug dreigen we te verliezen. Tegenover Europa komt dan een homogeen islamitisch blok met het gevaar op radicalisering en verarming.’

Gelijkheid

IS is volgens Francken dan ook niet het volledige probleem. ‘IS is slechts het product van een dieper liggende haat tegen alle andersgelovigen bij een groep soennieten.‘ Volgens Francken moeten we opletten dat we geen verkeerd begrip van de democratie steunen. Het kan niet de bedoeling zijn om via de democratische weg een theocratie te installeren, zoals de moslimbroeders prediken. Centraal moet de gelijkheid van elke burger staan. Die gelijkheid moet verder gaan dan enkel gelijkheid onder geloofsgenoten. De diplomatie moet die gelijkheid als belangrijk principe naar voren schuiven bij het bespreken van de rechten van religieuze minderheden.

Dilemma

De staatssecretaris sprak na zijn toespraak ook over een morele overweging. ‘Moet je christenen redden uit het Midden-Oosten? Zeker als je weet dat de kans dat ze nog ooit terug kunnen klein is? Help je zo niet mee met de verdwijning van de christenen in het Midden-Oosten? Toch heb ik gedacht dat het goed is omwille van de acute oorlogssituatie en hun zwakke positie daarin.’ Een aantal van de geredde christenen waren ook aanwezig op de studiedag. Ze haastten zich na de toespraken naar de staatssecretaris om samen op de foto te staan.

Resolutie

Parlementsleden Karel Vanlouwe en Peter Luykx stelden daarop hun resoluties voor waarbij gepleit wordt een speerpunt te maken van de bescherming van religieuze minderheden in het buitenlandse beleid.

Daarop kwam oud-diplomaat Mark Geleyn zijn waardering uitspreken voor de resoluties. Hij noemde ze goed onderbouwd en realistisch. Geleyn sloot zich aan bij het beeld van de situatie van de christenen in het Midden Oosten die Francken geschetst had. ‘De haat en minachting is voelbaar in heel de moslimwereld.’ Zo vertelde hij hoe hij, nog voor de omwenteling, in Libië op een Brits soldatenkerkhof zag hoe de vele kruisen verbrijzeld waren. Ook Geleyn overliep enkele landen en schetste de moeilijke situatie van christenen, zoals een verbod op kerkenbouw in Turkije en een verbod op zondagsvieringen in Saoedi-Arabië.

Onverschilligheid

‘In het Westen wordt de houding van moslims tegenover de christenen gezien als onvermijdelijk, de onverschilligheid is dodelijk’, vindt Geleyn. Wie de christenen in het Westen verdedigt is al snel islamofoob of ‘culpabiliseert bevolkingsgroepen’.

Nochtans kan ook hier veel gebeuren. De minister kan bij aanslagen op christenen de ambassadeur van het land laten roepen om zijn bezorgdheid uit te drukken. Die ambassadeur kan ook in het parlement in de commissie Buitenlandse Zaken ‘gehoord’ en bevraagd worden. Onze politici kunnen ook leiders van plaatselijke kerken of dissidenten aan het woord laten en hen zo een forum geven in Europa.

Daarenboven moet de diplomatie de bescherming van de christenen ernstiger nemen. Niet ergens op het einde in bilaterale contacten. Het moet duidelijker zijn dat het ernstig voor ons is en een ernstige materie is. Maar dat is niet fijn voor Buitenlandse Zaken, dat is liever vriendelijk voor iedereen. Daarnaast spelen ook de economische belangen een rol. Chinezen weten dat onze economische belangen te groot zijn en handelen daar naar. Ook Turkije gebruikt dat openlijk.

Getuige

Het laatste woord was voor de Syrische priester Dibo (Thomas) Habbabé, verantwoordelijk voor de christelijke katholieke gemeenschap in België. Ook Habbabé bevestigde het beeld van onderdrukking van de christenen in het Midden-Oosten. Volgens de Syrische priester duurt die al eeuwen. Hij bekeek de situatie ook door de bril van de christenen. De verdeeldheid van de christengemeenschap in het Midden-Oosten heeft de onderdrukking makkelijker gemaakt. Habbabé gaf als voorbeeld Aleppo, daar woonden voor de oorlog 200.000 christenen. Door de verschillende denominaties waren er 9 bisschoppen in Allepo.

De Syrische priester is het ook niet eens met de benaming ‘Arabische Lente’ die het Westen gaf aan de opstanden in de Arabische wereld. ‘Islamitische herfst zou een betere naam zijn. Het zijn opstanden die het seculiere bewind willen vervangen door een islamitische regering. De naamgeving maakt voor de Syriër iets duidelijk: ‘De christenen zijn de grote vergetenen in het geopolitieke Midden-Oosten’.

Dank

Aan het eind werd Habbabé even emotioneel. Hij dankte staatssecretaris Francken voor de redding van christenen, ‘waarvan een deel familie is van mij’. ‘De christenen worden bedreigd en ze verdienen aandacht, ze zijn de zwaksten in het conflict. Ervaring leert dat ze zich hier kunnen integreren. Ze delen gezamenlijke waarden met Europa. Wij zullen het land dat ons gered heeft altijd dankbaar blijven.’

Ten slotte

Een interessante studiedag. Dat er hier onverschilligheid heerst over het lot van de christenen én een taboe op een het aanklagen van hun situatie bleek ook nog uit de afwezigheid van de pers op de studiedag. En dan hebben we het nog niet over het principe om bij hulp voorrang te geven aan christenen. Dat is al helemaal een taboe. Dat werd bewezen toen Francken christenen naar België liet brengen … Benieuwd of de resolutie enig effect kan hebben. Bij Turkije bijvoorbeeld. Daar kunnen de christenen wel wat steun gebruiken.

Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.

Commentaren en reacties