Ciutadans-Ciudadanos (4): van one-issuepartijtje tot redder des Vaderlands
Inés Arrimadas – Ciutadans
foto © Reporters
Ciutadans is groot geworden dankzij de Catalaanse onafhankelijkheidsbeweging en de corruptie van de Spaanse conservatieven. Het laatste deel van een vierluik waarin Christophe Bostyn Ciudadanos onder de loep houdt.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementVandaag geven we jullie het slot van de kleine reeks over Ciutadans mee (1, 2 en 3), de Spaans-unitaire partij ontstaan in Catalonië. Het is een partij ontstaan aan de Spaans-unitaristische linkerzijde in Catalonië, van zij die zich van meet af aan verzetten tegen het normalisatiebeleid voor het Catalaans van de Catalaanse regering. Het was dus logisch dat de partij zich initieel progressief en centrumlinks voorstelde. Met de jonge Albert Rivera stevig aan het roer, die net voor de oprichting van Ciutadans drie jaar lid was van de jongerenafdeling van de Partido Popular, zou de partij echter opschuiven naar rechts. Ondertussen kreeg de partij door de groeiende onafhankelijkheidsbeweging een heuse adrenaline-injectie.
Onafhankelijkheidsbeweging maakt Ciutadans groot
Het Spaanse grondwettelijke en territoriale pact van 1978 werd de facto in 2010 verbroken door het – sterk gepolitiseerde – Grondwettelijk Hof. De Catalanen hadden voor een nieuw autonomiestatuut scrupuleus de legale weg gevolgd. Niet alleen was er al grote ontevredenheid toen het statuutsvoorstel in het Spaanse parlement werd bijgeknipt, tegen premier Zapatero’s belofte in. Toen het Grondwettelijk Hof, na de hele legale procedure en na vier jaar beraadslagen, besliste dat verschillende delen uit dit statuut ongrondwettelijk waren, gaf een groot deel van de Catalaanse politiek en samenleving het op: Spanje was niet hervormbaar. De Catalanistische partijen, voorheen niet zozeer pro-onafhankelijkheid, zetten de bocht in naar het recht op zelfbeschikking en gaven zo – paradoxaal genoeg – aan Ciutadans de nodige zuurstof om niet alleen te overleven, maar er ook groot op te worden.
Podemos op rechts
Ciutadans was op weg weggeconcurreerd te worden door de andere Spaans-unitaire minipartij, UPyD. Dat C’s stand hield in Catalonië, redde hen. Dat en het feit dat UPyD’s voorzitster, Rosa Díez, en Albert Rivera twee tegengestelde profielen zijn. Terwijl Díez al van in 1979 meedraaide in de politiek, gaf Albert Rivera het imago van een jonge nieuwkomer die een frisse adem in de Spaanse politiek zou brengen. Toen Ciutadans grote delen uit het economische programma van oud-premier José Maria Aznar’s (PP) denktank FAES overnam, was de steun van de Spaanse media en het economische establishment ook verzekerd: een ‘Podemos op rechts’ zag men daar graag komen. Ciutadans begon na de regionale en gemeentelijke verkiezingen in 2015 zo overal mee te spelen en werd noodzakelijk om regionale regeringen van zowel PSOE als PP te ‘depanneren’. Het hielp hen ook om het nieuwe imago van centrumpartij kracht bij te zetten.
Societat Civil Catalana en Tabarnia
Ondertussen zette de partij haar kruistocht tegen het – Catalaanse – nationalisme verder. In de regio Valencia werden gemeenteraadsleden buiten gegooid omdat ze het hadden aangedurfd een coalitie aan te gaan met het Catalanistische (of Valencianistische) Compromís. Tezelfdertijd werd het Spaans-patriottistische imago versterkt en werden oprichters van Societat Civil Catalana aangetrokken om de kieslijsten te trekken. Societat Civil Catalana (Catalaans Burgerveld), de lobbygroep achter het Spaans-nationalisme in Catalonië, is een eigenaardig fenomeen. Eind 2017 publiceert El Mundo uiteindelijk dat de toenmalige kabinetschef van premier Rajoy, Jorge Moragas, het brein is achter de oprichting van de zelfverklaarde Catalaanse burgerbeweging. Moragas’ schoonzus is er zelfs ondervoorzitter van. Duidelijk gefinancierd vanuit Madrileense politieke en economische cirkels, is SCC het vehikel achter de unitaristische campagnes in Catalonië.
Tabarnia: spotten met Catalonië
SCC heeft zowel banden met de PSC en PP als met Ciudadanos. Tabarnia, dat eruit voortkomt, is dan weer de verzonnen ‘separatistische’ regio van Catalonië die zich wil aansluiten bij Spanje. SCC is een collectief dat tot doel heeft spot te drijven drijft met de Catalaanse onafhankelijkheidsbeweging. Het probeert zo de Catalanistische argumenten te banaliseren en te ridiculiseren, en probeert tezelfdertijd het imago te houden van een niet ernstig bedoeld groepje grapjassen. Tabarnia is echter bittere ernst. De persconferenties – pure schertsvertoningen – worden rechtstreeks en in piekuur gebracht door de Spaanse nationale televisie. Ook Ciudadanos, bij monde van Inés Arrimadas, hemelde het collectief op in de Catalaanse verkiezingscampagne van 20/12/2017. Op Twitter kon Tabarnia rekenen op een leger van duizenden bots om het pro-onafhankelijkheidskamp aan te vallen.
Toevallige connecties
Toen de woordvoerder van Tabarnia, de katholieke integrist Jaume Vives, in opspraak kwam voor verschillende homofobe en racistische opmerkingen op Twitter, was Inés Arrimadas er dan weer als de kippen bij om Ciutadans te distantiëren van Tabarnia: ‘Wij staan er volledig los van.’ Vreemd als men weet dat de ‘president’ van Tabarnia de financieel armlastige theaterdirecteur Albert Boadella is, toevallig één van de oprichters en oudgedienden van Ciudadanos. En één van de oprichters die Rivera tot nu trouw bleef.
Bedreiging voor de Partido Popular
Bij de Catalaanse verkiezingen van 20 december 2017 haalde de Partido Popular amper 4 zetels en 4 procent. Met een handvol stemmen minder had het evengoed buiten het Catalaanse parlement kunnen blijven. De vernedering was voor de gealarmeerde ‘populares’ reden genoeg om een agressievere koers in te zetten tegen Ciutadans. Toch kunnen ze zich niet veel toestaan. Hoewel Rivera in de Spaanse algemene verkiezingen van 2016 zwoer nooit steun te zullen geven aan een regering van Mariano Rajoy, is Ciutadans uitgegroeid tot Rajoy’s sterkhouder. De PP ziet zich zo in een Catch 22 gevangen. Daarbovenop komt nog eens dat de Partido Popular blijft geplaagd door corruptiezaken en schandalen waar maar nooit een einde aan komt.
Valse diploma’s
Vorige woensdag nog trad de minister-presidente van Madrid, Cristina Cifuentes (PP), af nadat in een video uit 2011 bleek dat ze schoonheidsproducten uit een supermarkt had ontvreemd. De beelden lekten uit enkele weken nadat bleek dat ze haar masterdiploma behaalde via vervalste puntennota’s. Toen ze de zaak wou oplossen met een document waaruit haar evaluatie door een academisch comité moest blijken, werd duidelijk dat de handtekeningen vervalst waren. Dat was toen blijkbaar nog niet genoeg om af te treden. Endemisch voor de Spaanse politiek is dat erna bleek dat ook Pablo Casado (woordvoerder PP) en tientallen andere politici (PP en PSOE) hun masterdiploma niet op een eerzame wijze hadden bereikt. De spil in de zaak is de universiteit Juan Carlos I, opgericht door de regering Aznar en duidelijk gebruikt als vehikel voor politieke benoemingen.
Ciutadans klimt naar eerste plaats
Bij de Partido Popular is het laatste wat men nu dus wil nieuwe verkiezingen. Peilingen van 13 januari en 21 april 2018 geven Ciutadans in Spanje respectievelijk 27,1 procent en 23,2 procent van de stemmen terwijl de PP wegzakt naar respectievelijk 23,2 procent en 21 procent. Rivera zou dus wel eens Spaans premier kunnen worden. Iets wat ook Guy Verhofstadt niet ontgaan is: hij laat zich al een tijdje graag zien en fotograferen op vergaderingen met Rivera en Arrimadas in het Europees parlement. Ciutadans maakt immers deel uit van de ALDE-fractie van Verhofstadt, net zoals de Catalaanse liberalen – pro-onafhankelijkheid – van Carles Puigdemont en Artur Mas, die hij in 2014 nog zijn volle steun toezegde. In Catalonië weet men ondertussen dat ze in Brussel op weinigen hoeven te rekenen. Het zicht op een Spaanse regering geleid door Ciudadanos, dat is voor velen in Catalonië evenwel nog een paar trappen hoger op de conflictladder.
Boekreferentie:
CULLA I CLARÀ, JOAN B., El tsunami – Com i per què el sistema de partits català ha esdevingut irreconeixible, Raval Edicions SLU, Pòrtic, 2017.
Christophe Bostyn is Spanje- en Cataloniëkenner. Hij volgt de Spaanse en Catalaanse politiek op de voet en publiceert daar regelmatig over.
Spanje krijgt Carles Puigdemont maar niet te pakken. Ondertussen maakt het zich ‘belachelijk’ aldus een triomfantelijke Puigdemont.
De reislust voert uw schrijver naar de Maas en Brussel, waar hij onthaald wordt door een villa, kunstschilders en een schaamteloos jonge fotograaf.