JavaScript is required for this website to work.
Communautair

Communautaire waanzin in Ronse

Eeuwige opsluiting in een faciliteitenregime

Pieter Bauwens7/4/2019Leestijd 3 minuten
Initiatiefnemers van ‘Ontgrendel Ronse’ Guido Moons (VVB) en Herman De Mulder
(VVB) en Paul Carteus (Davidsfonds Ronse) en Tijl Rommelaere (VVB en Ronsenaar)

Initiatiefnemers van ‘Ontgrendel Ronse’ Guido Moons (VVB) en Herman De Mulder (VVB) en Paul Carteus (Davidsfonds Ronse) en Tijl Rommelaere (VVB en Ronsenaar)

foto © VVB

Ronse vraagt de afschaffing voor de faciliteiten voor Franstaligen in de Stad. Goed onderbouwde argumenten daarvoor volstaan in België niet.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

In de Oost-Vlaamse stad Ronse is er een grote politieke meerderheid die de afschaffing vraagt van de faciliteiten voor Franstaligen. Maar Federaal zit de zaak hopeloos gebetonneerd. De Vlaamse Volksbeweging (VVB) verzamelde mensen en verenigingen uit Ronse en Vlaanderen rond een manifest dat de afschaffing van de faciliteiten in Ronse vraagt. Een manifest, dat niet uit slogans bestaat maar uit feiten: de faciliteiten hinderen de ontwikkeling van de stad Ronse. Maar de krampachtige Belgische status quo-politiek maakt het afschaffen van die faciliteiten haast onmogelijk.

Ronse-Renaix

Ronse is met meer dan 26.000 inwoners de grootste Vlaamse stad met taalfaciliteiten voor Franstaligen. Die faciliteiten zijn het gevolg van een aanwezige Franstalige minderheid bij het vastleggen van de taalgrens in 1963. Het gevolg is dat individuele burgers in Ronse ook in het Frans kunnen communiceren met de overheid.

In Ronse zelf is de analyse gemaakt dat de faciliteiten de maatschappelijke, sociale en financiële problemen nog versterken en de verfransing intensifiëren. De taalfaciliteiten geven de foutieve perceptie dat Ronse een tweetalige stad is, met alle gevolgen vandien. En cijfers (zie verder) tonen aan dat een mindere kennis van het Nederlands een motor is voor ongelijke kansen in Ronse.

Door de faciliteiten valt de stimulans weg om Nederlands te leren en dat remt het integratie- en inburgeringsbeleid. De faciliteiten in Ronse sluiten de stad ook op: fusies met omliggende gemeenten zijn uitgesloten, net zoals een fusie van politiezones. De ergernis over die situatie zorgde ervoor dat de gemeenteraad van Ronse op 18 december 2017 een motie goedkeurde, met een ruime meerderheid van CD&V-Groen, N-VA, Open Vld en Vlaams Belang, die de afschaffing vraagt van de taalfaciliteiten in Ronse.

RonseOntgrendel Ronse

Campagnebeeld van ‘Ontgrendel Ronse’

Rampzalige cijfers als bewijs

De cijfers die daarbij worden aangehaald zijn moeten de vraag om de faciliteiten af te schaffen ondersteunen. Die cijfers geven een beeld van de onrustwekkende sociaaleconomische situatie van Ronse. Telkens speelt de taal een rol in de cijfers.

In 2016 werd meer dan 1 op 5 van de kinderen geboren in een kansarm gezin. In 2017 was de taal tussen de moeder en het pas geboren kind in 47,9% van de gevallen het Nederlands. 24% van de moeders sprak in het Frans met hun kind. Van alle geboortes in een kansarm gezin in Ronse is 60,6% van de moeders afkomstig uit een niet-EU land.

Ook in het onderwijs blijkt het taalregime in Ronse een rol te spelen. 24,5% van de leerlingen in het lager onderwijs kampt in 2017 met een schoolse vertraging. In het secundair onderwijs liep dit op tot 34,6%. In Ronse voldoet 85% van alle leerlingen aan minstens een criterium van de Onderwijs Kansarmoede-indicator (OKI). In het schooljaar 2017-2018 hadden 1.297 of 42,6% van de leerlingen uit het basisonderwijs die in Ronse wonen het Nederlands niet als thuistaal. In het secundair onderwijs waren dat 579 leerlingen of 33,6%. Van de leerlingen waar de thuistaal niet Nederlands is, verliet in het schooljaar 2015-2016 19,7% de school vroegtijdig zonder kwalificatie. Voor de leerlingen met de thuistaal Nederlands was dat 7,3%.

De schoolse achterstand bij niet-Nederlandstaligen zet zich door op de arbeidsmarkt. Ronse heeft in januari 2019 een werkloosheidsgraad van 9,8%. 42% van de werkzoekenden heeft een taalachterstand van het Nederlands. 22,71% (niet EU) en 7,66% (EU) van de bevolking is van buitenlandse herkomst. Het gemiddeld inkomen per inwoner in 2015 is 15.059 euro. Met een mediaanprijs van 140.000 euro zijn de woningen in Ronse de goedkoopste van het Vlaams Gewest (2018).

Franstaligen sluiten Ronse op

Maar de analyse van een probleem is één. Het probleem oplossen is in een land als België niet eenvoudig. Er zijn na het initiatief van de Ronsische gemeenteraad wel parlementaire initiatieven genomen. De fractie Vuye & Wouters (19 december 2017) heeft in de Kamer van Volksvertegenwoordigers een voorstel van bijzondere wet ingediend. En ook N-VA Kamerleden Peter De Roover en Kristien Van Vaerenbergh (18 januari 2018) hebben een gelijkaardig voorstel opgesteld. Maar die voorstellen zijn tot op vandaag niet behandeld in de Kamer. De kans dat dit deze legislatuur zal gebeuren lijkt ook klein. De kans dat die voorstellen Ronse uit het faciliteitenregime helpen is nog kleiner.

Ronse zit opgesloten in het Belgische communautaire status quo. Een met cijfers onderbouwde analyse helpt daar geen lievemoederen aan. Faciliteiten afschaffen, zelfs als aangetoond woord dat ze zorgen voor verarming? Dat botst op de grenzen van de Belgische politiek. Misschien kan Lech Schelfout iets regelen. Deze groene politicus uit Ronse staat op de Ecololijst voor de Kamer als hij verkozen wordt maakt hij deel uit van de Franstalige taalgroep. Kan hij ze van daaruit overtuigen iets voor Ronse te doen? Misschien gelooft hij het zelf wel.

Symbooldossier

Faciliteiten zijn een symbooldossier. Franstaligen zullen, ook met de cijfers voor hun neus, niet de parlementaire meerderheid leveren die daarvoor nodig is. Maar het is belangrijk dat middenveldgroepen zoals de VVB de politici op de fouten in het systeem én de gevolgen daarvan blijven wijzen.

In Ronse wordt pijnlijk duidelijk dat de roep om de afschaffing van de faciliteiten niet zomaar uit een Vlaamse reflex gebeurt, maar dat er sociaaleconomische gevolgen zijn. Maar zelfs dan blijkt verandering onmogelijk. Het zet de discussie over de structurele verandering van dit land en de discussie over de herziening van de Grondwet in een ander licht. Krampachtig en ten koste van alles vasthouden aan het communautaire status quo, dat is ‘communautaire waanzin’.

Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.

Commentaren en reacties