JavaScript is required for this website to work.
Communautair

Naar een confederaal België?

Misschien tekent zich stilaan een opportuniteit af…

Jan Van Peteghem6/9/2018Leestijd 3 minuten
Op 23 januari trok de ‘shame’ betoging door Brussel als protest tegen de lange
regeringsvorming.

Op 23 januari trok de ‘shame’ betoging door Brussel als protest tegen de lange regeringsvorming.

foto © Reporters

Het stemgedrag tussen het noorden en het zuiden van het land blijft maar uiteendrijven. Het kan niet anders dat dit zal blijven leiden tot een toenemende onbestuurbaarheid van dit land.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het onvermijdelijke, dat ingebakken zat in de grote hervorming van de instellingen in 1980 (de enige die de Belgische staatsordening ingrijpend veranderde), begint zich eindelijk af te tekenen. Het was te voorzien dat dit politieke akkoord, dat toentertijd moeizaam verworven werd, tot zware problemen zou leiden indien het stemgedrag tussen het noorden en het zuiden van het land significant en blijvend zou uiteendrijven. Dat is al enige tijd het geval, en die kloof lijkt alleen maar groter te worden. Het kan niet anders dat dit zal leiden tot een toenemende onbestuurbaarheid van dit land.

Wallonië roert zich

De situatie in Vlaanderen is ruim bekend voor al wie de media volgt (de Doorbraak-lezers horen ongetwijfeld bij deze groep). Maar hoe zit het in het zuiden des lands? In een interview met de krant Le Soir van het vorig weekeinde riep Elio Di Rupo de Franstalige kiezers op om een duidelijke keuze te maken tussen de ‘MR&N-VA-maatschappij’ en de ‘menselijke samenleving’ waarop in zijn ogen, o verrassing, de PS het patent zou hebben (zie ook hier ). De MR, bij monde van voorzitter Olivier Chastel, kon niet anders dan riposteren dat Wallonië op de manier mogelijkerwijze afstevent op een linkse coalitie die PS, Ecolo en Défi (het vroegere FDF, dat nu ook in het zuiden van het land stemmen begint te winnen) zou verenigen. Zeker wanneer een dergelijke meerderheid de stilzwijgende steun zou krijgen van de Waalse PVDA zal zo’n toekomstige coalitie zonder enige twijfel over een behoorlijk stevige meerderheid beschikken. Gezien de implosie van de CDH behoort dit scenario zonder meer tot de mogelijkheden – om niet te zeggen dat dit plaatje bijna onvermijdelijk wordt.

Stel dat de verkiezingen volgend jaar in Franstalig België in die richting uitdraaien… en stel evenzeer dat de CD&V en de SPA in Vlaanderen behoorlijk wat pluimen zouden verliezen (ook hiervan is de waarschijnlijkheid reëel, zeker wanneer de nakende gemeentelijke verkiezingen een dergelijke tendens zouden aankondigen), dan zit het noorden van het land met een onversneden rechtse meerderheid N-VA/Open VLD – al dan niet discreet ondersteund door het Vlaams Belang, dat er ongetwijfeld op zal vooruitgaan, gezien de huidige commotie over het migratiegebeuren.

Een onmogelijke regeringsvorming na de verkiezingen op 26 mei e.k.?

Wie gaat er op basis hiervan een stabiele federale regering vormen? De kristallen bol, waarvan schrijver dezes toevallig in bezit werd gesteld, voorspelt alvast: we gaan het vorige record van 541 dagen zonder regering breken. Alvast de N-VA heeft al een schot voor de boeg gegeven dat een toekomstige regeringsvorming niet gaat vergemakkelijken: ze gaat alleen in een nationale coalitie met de PS indien het confederalisme ter tafel ligt.

Indien ze het been daarin stijf houdt (en dat zal ze moeten wanneer ze haar geloofwaardigheid wil behouden), dan is een volgende staatshervorming de enige uitweg. En het zal dan ditmaal een ingrijpende moeten zijn, conform het reeds lang uitgesproken standpunt van die partij dat door haar voorzitter nogmaals werd bovengehaald na het vertrek van Hendrik Vuye en Veerle Wouters uit de parlementaire fractie. In deze visie hoeven de Vlamingen niet zelf op jacht te gaan naar communautaire trofeeën, ze moeten de Franstaligen – lees de PS – ertoe brengen om uiteindelijk zelf om de splitsing van het land te smeken. ‘Vroeg of laat zal de druk onhoudbaar worden’, schreef toen Bart De Wever.

Zou het in 2019 al zover komen? Alvast niet, want er is geen schijn van kans dat er volgend jaar een Belgische regering gevormd zal zijn, maar misschien wel in 2020 (of 2021!) wanneer blijkt dat een federaal regeringsakkoord maar uitblijft.

Nog veel water naar zee…

De N-VA gaat ervan uit dat de PS maar al te graag haar stempel nòg ingrijpender zou willen drukken op haar kiesgebied – dat wil trouwens elke politieke partij. Zo circuleerden er tijdens de vorige regeringsvorming geruchten dat de Parti Socialiste zich niet per se kantte tegen een defederalisering van Justitie: wanneer 70% van de Franstalige ambtenaren een lidkaart van de PS bezit, zoals De Tijd berichtte in 2011, dan houdt dit in dat die partij het rechterlijk apparaat volledig zou domineren. Ja, de PS zou ongetwijfeld naar greep versterken op het zuiden van het land indien er meer bevoegdheden vanuit federaal zouden overkomen.

Maar bij dergelijke onderhandelingen zal de N-VA stuiten op één groot probleem. De gedroomde PS-staat is slechts leefbaar mits een aanzienlijke financieringsstroom vanuit Vlaanderen, zoals die al decennia van noord naar zuid vloeit. De Parti Socialiste is nièt dom, ze beschikt over een terecht gereputeerde studiedienst die alles minutieus becijfert, en ze beseft maar al te goed dat haar samenlevingsmodel afhankelijk is van een omvangrijk en onconditioneel subsidiëringsstelsel. Socialism stops when it runs out of other people’s money…

Want ja: de basisgedachte achter gelijk welke vorm van confederalisme luidt dat elke deelstaat een maximale verantwoordelijkheid moet opnemen voor haar functioneren. Het bekostigen van de eigen uitgaven die een gevolg zijn van de gehanteerde politieke concepten hoort daaronder.

Nee, we gaan het wereldrecord regeringsvormen nog eens breken…

Jan Van Peteghem is ingenieur en emeritus-gasthoogleraar verbonden aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen van de KU Leuven. Zijn beroepservaring en wetenschappelijk werk draaien grotendeels om de arbeidsomstandigheden en -voorwaarden, meer in het bijzonder de veiligheid en de gezondheid op het werk.

Commentaren en reacties