JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Conner kan het niet

Hoe de voorzitter van Vooruit ten onder gaat in de waan van de dag

ColumnErik De Bruyn11/6/2021Leestijd 4 minuten

foto © Belga / Eric L'Almand

Kleding is een vorm van communicatie. Dat weet Conner Rousseau als geen ander. Maar uitgerekend hij verslikt zich in de waan van de dag.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het is  een bittere pil om te slikken. Dat moet ik grif toegeven. Ik had Conner Rousseau véél meer dan het voordeel van de twijfel gegeven. Ik heb hem openlijk gesteund. Niet enkel omdat hij de voorzitter van de laatste kans is. Niet enkel omdat ik vind dat een sterke socialistische partij een kwestie is van levensbelang. Maar ook omdat hij op een bepaald ogenblik de toenmalige slogan ‘Naar links en dan vooruit’ van Sp.a Rood haast letterlijk leek te nemen, naamsverandering incluis. Dat de partij de afgelopen jaren naar links was gegaan, is grotendeels de verdienste van zijn voorganger John Crombez. Maar Rousseau voegde er een aantal elementen aan toe die eveneens overgeschreven leken uit het manifest van Sp.a Rood: nieuwe gezichten, een betere samenwerking met de PS, en een duidelijker seculier profiel.

Koning, kerk en kledingindustrie

Het is alweer dit laatste wat Conner de doek heeft omgedaan, samen met de rest van ‘links’. Nog niet zo lang geleden verklaarde hij – tot grote consternatie van de wokista’s – dat hij voorstander was van een verbod op religieuze kentekenen voor scholieren tot zestien jaar. Daarmee erkende hij ruiterlijk dat deze niet de allerindividueelste expressie van de allerindividueelste gedachten zijn, maar de resultante van groepsdruk en religieuze indoctrinatie op jonge leeftijd. Die kloeke stellingname ging de afgelopen weken finaal de mist in. ‘Neutraliteit zit niet in wat men draagt, maar in wat men doet’, zo heet het nu. Op zich valt er op die uitspraak weinig af te dingen, behalve dat ze naast de kwestie is, waarover zo dadelijk meer.

Sneakers bij de koning

Dat kleding echter een vorm van communicatie is, dat zal Conner niet betwisten. Waarom maakt hij anders zo’n ‘spel’ van het feit dat hij sneakers (onderkruipers, stakingsbrekers) droeg op audiëntie bij de Koning? Is het omdat hij wou zeggen dat het niet uitmaakt hoe je je kleedt? Nee, want dan had hij even goed op hoge hakken kunnen gaan. De boodschap was dat hij een vertegenwoordiger is van de jonge generatie. Een generatie die, net zoals de jonge generaties die haar zijn voorgegaan, mode- en trendgevoelig is, en haar kledingstijl dus laat voorschrijven door de hoofdkwartieren van de confectiemultinationals. Net zoals andere geledingen in de samenleving hun manier van kleden laten bepalen door de imams, de rabbi’s en de pastoors.

Dat is trouwens hun volste recht, maar met ‘zelfexpressie’ heeft dat niets te maken. Dat is slechts één van de vele misvattingen in dit debat. Net zoals de wijd verspreide misvatting dat dit een debat over de islam zou zijn. Of de misvatting dat alle moslima’s een hoofddoek dragen. Of dat de gebrekkige doorstroming van hoofddoekdragende moslima’s naar de arbeidsmarkt een gevolg zou zijn van de neutrale kledingcode bij de loket- en gezagsfuncties bij de overheid, die tenslotte slechts van toepassing is op een verwaarloosbaar percentage van de aangeboden jobs.

Net zoals het ieders volste recht is om een andere job te zoeken indien men zich op de werkvloer niet lekker voelt. Het leven bestaat nu eenmaal uit keuzes maken en prioriteiten stellen.

Kleding is communicatie

Dus ja, kleding is communicatie. Een democratische overheid is seculier of dient het te zijn. Ze heeft de plicht om elke burger gelijk te behandelen, ongeacht zijn religieuze, politieke of etnische achtergrond. In zeer veel delen van de wereld is dat geen evidentie. En aangezien onze samenleving bestaat uit mensen die uit de hele wereld afkomstig zijn, is het geen overbodige luxe om dat nog eens te benadrukken.

Dat betekent natuurlijk niet dat elke individuele ambtenaar neutraal moet zijn, want dat is hij niet. Dat is een illusie. Ikzelf ben ambtenaar én socialist. Maar ik ben géén socialist in de uitoefening van mijn ambt. Dat houdt onder andere in dat ik nooit een bedrijf zal inspecteren gekleed in een T-shirt waarop de vuist met de roos staat afgebeeld. De neutrale kledingcode van de ambtenaar communiceert een boodschap: niet wijzelf, maar onze organisatie en de context waarin wij handelen als ambtenaar zijn neutraal.

Overigens is het loslaten van de neutrale kledingcode het enige wat we nog nodig hebben om de chaos compleet te maken. Want is een stadhuis met twintig loketten nog wel neutraal als er maar één daarvan bevrouwd wordt met een moslima die een hoofddoek draagt? En zitten er wel transgenders tussen? En wat met de niqab, de boerka? Uiteindelijk zal men het tegenovergestelde bereiken van wat men beoogt. Je zal immers aangeworven worden omwille van wat je draagt, en niet omwille van wat je kan.

Deregulering drie punt nul

Eigenlijk is dat alles zo vanzelfsprekend dat het soms verwondering wekt dat er nog discussie over kan bestaan. Wat meteen duidelijk maakt dat de discussie artificieel in leven wordt gehouden. Ze dient met andere woorden een politieke agenda. Niet enkel adepten van de politieke islam vinden er trouwens hun gading in. Ook de aanhangers van de deregulering drie punt nul. De voorstanders van een zwakke, versplinterde overheid, de fans van communautarisering en nationalisme. Bezos,  Zuckerberg, Trump, Orbán, Netanyahu en Johnson. De lijst wordt met de dag langer. Historici zullen later schrijven: het begon met het loslaten van het verkeersreglement en de neutrale kledingcode, en het eindigde met het negeren van verkiezingsuitslagen, handelsakkoorden en internationaal recht.

Maar u blijft op uw honger zitten wat Conner betreft, beste lezer. Wel, het grote probleem met Conner is dat hij niet leest. Dat is op zich al erg genoeg, maar bovendien maakt hij er ook nog zijn handelsmerk van. Het gevolg daarvan is dat hij overgeleverd is aan de waan van de dag. In het bijzonder wat het levensbeschouwelijke betreft, aangezien dit een etterende wonde is die zijn partij al decennia lang niet verzorgt, waardoor ze geïnfecteerd raakte door mensen zoals Bert Anciaux, Hilde Sabbe en Funda Oru.

De Wasa

Conner mist de diepgang en de ballast die hem overeind moeten houden in woelige wateren. Hij is zoals de Wasa, die ook met veel vlagvertoon en kanongebulder vertrok, om al na enkele kilometers buiten de haven van Stockholm te kapseizen en roemloos ten onder te gaan.

Enfin, men heeft er nog een mooi museum van gemaakt.

Erik De Bruyn (1959) is actief in de Antwerpse sp.a.

Meer van Erik De Bruyn
Commentaren en reacties