De dienaars van de Keizer van Oostende
Van politieke naar journalistieke normvervaging
In het zopas verschenen De keizer van Oostende stellen de VRT-journalisten Luc Pauwels en Wim Van den Eynde de politieke normvervaging en belangenvermenging van vicepremier Johan Vande Lanotte aan de kaak. Een weinig spraakmakende onthulling, die hooguit een jarenlange, breedgedragen perceptie nu ook journalistiek – weliswaar hier en daar slordig – onderbouwt. Wel revelerend daarentegen was dat de VRT-hoofdredacteur Luc Rademakers zich repte om zich van de publicatie te distantiëren en beide redacteurs prompt op tijdelijk non-actief te zetten. Of zoals verwoord in een warrige ‘rechtzetting’ die Rademakers op 23 mei verspreidde; ‘een beschermende maatregel’.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementPrecedent
De omfloerste en warrige taal van de VRT-hoofdredacteur versterkte alvast zijn reputatie als mitspieler van het politieke establishment. Het boek zou ‘niet volledig stroken’ met de VRT-normen, te weinig aandacht hebben voor wederwoord en bovendien zijn ontstaan ‘in een omgeving die de kwaliteit niet kon garanderen’. Dat was een kritiek die we bijvoorbeeld niet te horen kregen toen de openbare omroep begin dit jaar zwaar inzette op de promotie van Tobback, Eyskens, De Croo. Een politieke geschiedenis van België, 1933 – 2011 van VRT-journaliste Linda De Win. Een gezagsgetrouwe, onkritische turf die niet alleen wemelt van de tik- en taalfouten, maar bovendien bol staat van de historische blunders.
Trouwens, het feit dat Vande Lanotte bij de beoordeling van De keizer van Oostende zich haastte om een vergelijking te maken met de blogteksten van Jean-Marie Dedecker, klonk nu niet meteen als verpletterende inhoudelijke weerlegging, maar veeleer als een besmeurende sneer richting auteurs.
Het cryptische gekronkel van Rademakers in de Terzake-studio wekte bovendien bijkomende argwaan. Er zijn immers precedenten. Eerder, in 2010, legde de voormalige hoofdredacteur bij Concentra – achter de schermen weliswaar – gelijkaardige verklaringen af nadat wijlen Roger Van Houtte in het boek Media en journalistiek in Vlaanderen: kritisch doorgelicht (Van Halewyck, 2009) de onverkwikkelijke rol blootlegde die Rademakers speelde bij de door Steve Stevaert geregisseerde liquidatie van de kritische journalist bij de Gazet van Antwerpen.
Rademakers stelde toen onomwonden dat de onthullingen (mét bewijsstukken) in dat boek de feiten ‘verkrachtten’ en bijgevolg een wederwoord vereistten. Toen ik hem aanbood om in het vervolgboek De vierde onmacht (Van Halewyck, 2010) het gecontroleerde feitenrelaas te weerleggen, slikte Rademakers zijn eis schichtig in: ‘Behalve tegenover de betrokkenen zelf doe ik nooit uitspraken over personeelsdossiers’. Pittig detail: na het ontslag van Roger Van Houtte weigerde hoofdredacteur Rademakers elke vorm van gesprek met zijn ontslagen redacteur.
Dollen in de VRT-studio
Terug naar de VRT. In Terzake vroeg en kreeg Vande Lanotte nog voor de officiële publicatie van De Keizer van Oostende (Van Halewyck) een stoel om twintig minuten verbouwereerd te reageren op het beeld dat het bewuste boek van hem ophangt. De vicepremier klonk daarbij oprecht verontwaardigd: met uitzondering van de vermeende satire van Koen Meulenaere in Knack, hadden ‘de media’ hem in heel zijn politieke carrière nog nooit een onoverkomelijk obstakel in de weg gelegd. Integendeel, de VRT leverde in het verleden tal van inspanningen om de mens achter de machtshongerige en ietwat stugge politicus gunstig te portretteren.
In de aanloop van de verkiezingen van 2007 mochten Vande Lanotte en Leterme – als komische drenkelingen mét aangeplakte baard – nog zorgeloos dollen temidden van een bordkartonnen verlaten eiland, opgetrokken in de opnamestudio van het VRT-programma Debby en Nancy. Recent bespeelden Vande Lanotte samen met Bart De Wever succesvol de emotionele snaren van het publiek in Reyers Laat.
Maar bij de publicatie van De keizer van Oostende faciliteerde de faciliterende openbare omroep plotseling niet meer. Logisch en voorspelbaar dus dat Vande Lanotte weinig appreciatie had voor de journalistieke vlijt van beide VRT-medewerkers. In gezonde journalistieke ‘kwaliteitsomgevingen’ betekent zo’n zure politieke reactie doorgaans zoveel als een compliment aan het adres van de onderzoeksjournalist. Maar dat was buiten hoofdredacteur Luc Rademakers gerekend.
Selectieve verontwaardiging
Vande Lanottes irritatie is bovendien begrijpelijk in de context van een journalistiek apparaat dat zich nooit noemenswaardig druk maakte over ongezonde machtsconcentratie die politieke topfiguren als Verhofstadt,De Gucht, Stevaert, Luc Van den Bossche … gaandeweg opstapelden. Dat gebrek aan onthullingsvlijt en controlerende onderzoeksjournalistieke cultuur maakt dat Johan Vande Lanotte de ontwikkeling en exploitatie van zijn ongebreidelde macht als vanzelfsprekend ging ervaren.
Toen Humo eind vorig jaar de goddelijke status van Steve Stevaert ontmaskerde als een doortrapt omhulsel dat tomeloze hebzucht en machtwellust verborg, argumenteerde Yves Desmet in De Morgen dat ‘er vooralsnog geen begin van bewijs is dat Stevaert en zijn netwerk iets zouden hebben mispeuteurd’. Niemand die hem overigens kon tegenspreken; er was in journalistiek Vlaanderen immers nooit een ernstige poging in die richting ondernomen. Ook Humo schoot toen op dat vlak tekort.
Die gedoogcultuur tegenover politieke normvervaging was en blijft kenmerkend voor een aantal journalisten die maar wat graag bereid zijn om politici te faciliteren bij de start en de uitbouw van hun politieke carriere. Met die wetenschap in het achterhoofd hengelde Karel De Gucht in 2007 bij bevriende redacteurs – zowel bij de openbare omroep als bij kranten van de Persgroep – naar zendtijd en redactionele ruimte om zoon Jean-Jacques De Gucht op de politieke kaart te zetten. Die kunstmatige media-aandacht was immers onontbeerlijk wilde de vermeende jonge politieke belofte in zijn opzet slagen om na de regionale verkiezingen de nieuwe cultuurminister van Vlaanderen te worden. Dat was immers het illustere plan dat achter de schermen – ook van de VRT – werd voorbereid.
Potsierlijke reportages – het hilarische tuinbankgesprek van Jan Becaus met Mireille Schreurs, moeder van Jean-Jacques – en het studiointerview dat Ivan De Vadder en Kathleen Cools in De keien van de Wetstraat samen met vader en zoon De Gucht in scene zetten, waren het resultaat van De Guchts succesvolle manoeuvre. En hoewel die journalistieke generositeit niet mocht baten, zegt het veel over de faciliterende cultuur en de bijhorende journalistieke normvervaging die binnen delen van het journalistieke bedrijf woekert.
Zelfcensuur
Tot op vandaag verzaken sommige journalisten nog steeds probleemloos aan hun journalistieke controleopdracht. Zij verliezen zich onder meer in vrijblijvende niemendalletjes waarmee VRT-auteurs – via het krachtige promotieapparaat van de openbare omroep – zowel politici en zichzelf succesvol in de kijker werken. Kathleen Cools schilderde zo in 2010 het gezagsvriendelijke portret van Van Rompuy in De wereld van Herman Van Rompuy. Het zal haar tot op het eind van haar journalistieke carrière verhinderen om de president van Europa nog ooit kritisch aan de tand te voelen, zonder haar journalistieke geloofwaardigheid op het spel te zetten. In dat opzicht zijn ook de ogenschijnlijk onschuldige rentree-interviews van Caroline Gennez de afgelopen dagen bij onder andere Reyers Laat of in het radioprogramma Joos symptomen van eenzelfde faciliterende cultuur die de geloofwaardigheid van de openbare omroep ondergraven.
De uitgestuurde waarschuwingsignalen en ‘beschermende’ journalistieke maatregelen die hoofdredacteur Rademakers nu aankondigt, manen niet alleen aan tot journalistieke behoedzaamheid, ze voeden tevens een redactionale angstcultuur en een neiging tot journalistieke zelfcensuur – de meest voorkomende en kwalijke censuurvorm. De onderliggende, impliciete boodschap luidt immers dat journalisten zich best beperken tot risicoloze, vrijblijvende en establismentvriendelijke journalistieke projecten. Dat is een tendens met mogelijk nog meer kwalijke gevolgen dan de verdamping van het politiek normbesef. De journalistieke dienaars van het politieke gezag zijn immers mede de oorzaak van die ontwikkeling, zelfs al schrijven ze ondertussen fraaie pleidooien voor een eerlijke politiek.
Categorieën |
---|
Frank Thevissen (1962) is doctor in de communicatiewetenschappen en was tot 2008 als hoofddocent strategische communicatie verbonden aan de VUB. Hij is de ontwikkelaar van De Stemmenkampioen en publiceerde o.a. 'Media en journalistiek in Vlaanderen: kritisch doorgelicht', 'De vierde onmacht: journalisten, politici en critici over media en journalistiek' en 'Het is maar een peiling'.
Frank Thevissen duikt in een driedelige reeks achter de schermen van de constructieve journalistiek. Vandaag de derde aflevering (slot).
Jack London was een veelschrijver én avonturier. Zijn omzwervingen overtuigden hem van de noodzaak van een socialistische samenleving, een idee dat hij verwerkte in zijn boeken.