JavaScript is required for this website to work.
Politiek

De druk stijgt om iets te doen tegen dwangarbeid in China

Pieter Cleppe28/4/2022Leestijd 3 minuten
Protest in Washington tegen de Chinese behandeling van Oeigoeren, dringt nu ook
door in de EU handelspolitiek.

Protest in Washington tegen de Chinese behandeling van Oeigoeren, dringt nu ook door in de EU handelspolitiek.

De Chinese provincie Xinjiang produceert heel wat goederen voor export. Helaas komt dwangarbeid er vaak voor. Tijd om regels aan te scherpen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Terwijl de Westerse relatie met Rusland op een absoluut dieptepunt staat door de ravage die Poetin aanricht in Oekraïne, wordt ook de verhouding met China steeds moeizamer. Eén van de redenen is de sterk toegenomen Westerse gevoeligheid voor praktijken in de Chinese provincie Xinjiang, waar ‘arbitraire gevangenschap op grote schaal en het systematische gebruik van dwangarbeid’ plaatsvindt, zoals de Europese Unie het stelt.

Uit deze Chinese provincie komt veel katoen, maar er zijn ook belangrijke producenten van polysilicium, wat voor zonnepanelen wordt gebruikt. In 2020 kwam maar liefst 75% van alle invoer van zonnepanelen in de EU uit China. Ongeveer 45% van de wereldvoorraad polysilicium voor zonne-energietoepassingen komt dan weer uit Xinjiang, waarbij er volgens de V.S. sprake is van dwangarbeid. De sector trekt blijkbaar nu wel geleidelijk aan weg uit Xinjiang.

Dwangarbeid

Onder meer Ecolo Kamerlid Samuel Cogolati pleit voor striktere wetgeving om hier iets aan te doen, naar het voorbeeld van de Verenigde Staten, die eind vorig jaar een verbod uitvaardigden om goederen uit Xinjiang te importeren, tenzij de invoerder ‘duidelijk’ kan aantonen dat er geen dwangarbeid aan te pas kwam.

Cogolati zelf werd al door China op een zwarte lijst werd geplaatst van mensen die het land niet meer in mogen, omwille van zijn inspanningen om het lot van de Oeigoerse minderheid in China, waarvan velen in de desbetreffende kampen werden opgesloten, onder het mom van terrorismebestrijding, als genocide te bestempelen.

Dergelijke due diligence (‘gepaste zorgvuldigheid’) wetgeving  wordt momenteel ook uitgewerkt op EU-niveau. Zeker grote bedrijven die zaken doen met China of andere landen waar problemen van dwangarbeid bestaan, zullen dus meer en meer verplichtingen opgelegd krijgen en zouden volgens het EU-voorstel in sommige gevallen ook aansprakelijk kunnen worden gesteld indien effectief dwangarbeid wordt vastgesteld in toeleveringsketens.

Imagoschade

Los daarvan willen bedrijven – ook KMO’s – uiteraard geen imagoschade oplopen, wat het geval is als consumenten zien dat producten door slaven werden gemaakt, maar de desbetreffende nieuwe regels scherpen een en ander dus wel fors aan. Sowieso worden de verplichtingen, die ook al op nationaal vlak werden opgelegd in verschillende Europese landen, zoals Frankrijk, voornamelijk op grotere ondernemingen gelegd. Ook Belgische Parlementsleden, waaronder Cogolati, stelden al dergelijke due diligence-wetgeving voor, ‘houdende de instelling van een zorg- en verantwoordingsplicht voor de ondernemingen, over hun hele waardeketen heen’.

Ondernemingsorganisaties pleiten er daarbij terecht voor om ervoor te zorgen dat enkel bedrijven die kwaadwillig of door te grote onvoorzichtigheid dwangarbeid in toeleveringsketens hebben worden aangepakt.

Verleden jaar riepen 60 Belgische bedrijven trouwens in een opiniestuk om op de wetgeving aan te scherpen. Daarbij verwezen ze naar de ramp met de textielfabriek van Rana Plaza in een buitenwijk van de Bengaalse hoofdstad Dhaka, die aan 1.132 kledingarbeid(st)ers het leven kostte. In het bijzonder klaagden ze daarbij aan ‘dat slechts 37 procent van de bedrijven aan ketenzorg doet’, volgens een studie door de Europese Commissie.

Oeigoeren

Recent klaagde Cogolati ook drie cargovluchten aan die waren geland op de luchthaven van Luik en goederen zouden bevatten uit Oeigoerse gevangenenkampen. In totaal zou het gaan om 75 ton aan goederen zoals kleren, kleine elektroapparaten en basisproducten, afkomstig uit de tweede grootste stad van Xinjiang, Kashgar.

Cogolati waarschuwt dat het logistiek bedrijf Xinjiang Tianshun Co dat de connectie met Luik verzorgt, publieke steun geniet van het bouw- en constructiebedrijf van de provincie Xinjiang (XPCC). En dat XPCC vorig jaar door de EU gesanctioneerd werd wegens betrokkenheid bij ‘ernstige overtredingen van de mensenrechten in China, specifiek de arbitraire gevangenschap op grote schaal en het systematisch gebruik van dwangarbeid’.

Marco Rubio

Wijlen Ferdy Willems, een voormalig politicus voor de Volksunie, Spirit en Groen en geschiedenisleraar, behartigde de zaak van de Oeigoeren. Toen werd dat nog als een eerder exotisch probleem beschouwd, met niet al te veel invloed op de wereldpolitiek of op de zakenwereld. Dat is helemaal veranderd. In de Verenigde Staten is de prominente Republikein Marco Rubio een van de voortrekkers van de strikte wetgeving om dwangarbeid in bevoorradingsketens te beteugelen, met als achtergrond de Amerikaanse beschuldigingen aan het adres van de Chinese Communistische Partij (CCP) van genocide op een religieuze minderheid, met inbegrip van slavenarbeid, gedwongen sterilisaties en concentratiekampen.

Volgens Rubio moet de V.S. verandering brengen in de ‘afschuwelijke realiteit’ dat bedrijven ‘hun winsten laten leiden door het feit dat slaven de materialen bouwen en maken die zij aan ons verkopen’. Zijn wetsvoorstel werd dan ook unaniem goedgekeurd. Als signaal naar de Volksrepubliek China en de Chinese Communistische Partij kan dat tellen.

Pieter Cleppe is politiek analist (Europese Unie, Brexit, Eurozone, Belgische politiek).

Commentaren en reacties