JavaScript is required for this website to work.
Europa

De Europese democratie is in gevaar. No kidding.

Juncker wil eurosceptische partijen op droog zaad zetten

Joren Vermeersch14/9/2017Leestijd 3 minuten

Jüncker kondigde gisteren aan de Europese partijfinanciering te herzien, om ‘de koffers niet te vullen van anti-Europese extremisten’.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het is alweer een poosje geleden sinds ik nog eens goed van leer trok op Doorbraak. Een heerlijk lange en vooral internetloze zomervakantie hielp mij om een en ander te relativeren. De permanente politieke soap in Brussel bijvoorbeeld. Weg verontwaardiging, en daarmee ook weg de drang tot schrijven. Die staat van mentale genade hield aan tot deze morgen. Boosdoener van dienst was een exemplaar van De Standaard, met als kop ‘Geen EU-geld meer voor anti-Europese extremisten‘.

Ah ja, dacht ik bij mezelf. Gisteren was het Europese Hoogmis! Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker hield zijn jaarlijkse State of the Union, luidkeels toegejuicht door de Europese massa’s. Wat zeg ik? Het openbare leven viel stil in 28 landen. Geen speld kon je horen vallen, van Helsinki tot Lissabon. Maar liefst 510 miljoen Europeanen zaten gekluisterd aan tv of radio, allemaal in blijde verwachting van de nieuwe Europese marsrichting. Tot algemene euforie bestond die uit méér, méér en nóg eens méér Europa. ‘Verlos ons van de nationale democratie, o Jean-Claude’, scandeerde een dolle menigte voor het Europees Parlement in Straatsburg. Gejuich barstte los na afloop. Europa schudde zelfs even op zijn grondvesten. Letterlijk. De spontane uitbarsting van volksvreugde bracht een miniaardschok teweeg, die ironisch genoeg genoteerd werd door de seismograaf in de Royal Observatory in Greenwich. Kwam dat even aan. De eurofiele jeugd in het VK, wier glorierijke toekomst recent gekaapt werd door een kleine minderheid van populistische, bekrompen, ja zelfs ronduit racistische, gepensioneerden, plengde bittere tranen. Ter gelegenheid van de Hoogmis waren de jongelui samengekomen op Trafalgar Square, verenigd in het verdriet, met Europese vlaggetjes en bordjes met ‘free hughs for Europe’ in de hand. Het was aandoenlijk. Echt.

Oh, it’s irony?

Tot zover de ironie. Want tussen al het méér, méér, méér, verkondigde Juncker ook nog andere zaken vanop de blauwe bühne. Zaken die de wenkbrauwen doen fronsen. Zaken die vanuit democratisch oogpunt allerminst koosjer zijn. Gesterkt door de indrukwekkende 24 % waarmee EU-federalist Macron de eerste ronde van de Franse presidentsverkiezingen won, trok onze Commissievoorzitter alle registers open: ‘Today, the Commission is proposing new rules on the financing of political parties and foundations. We should not be filling the coffers of anti-European extremists.’

U leest het goed: Jüncker wil partijen die hun lidstaat uit de Europese Unie willen financieel droogleggen. Vertegenwoordigd zijn in het Europees Parlement zal niet langer volstaan om Europese partijfinanciering te ontvangen. Bij zo’n uitspraak gaan bij mij als democraat verschillende alarmbellen af. In een moderne democratie is de vrije meningsuiting immers heilig. Enkel die meningen die the very basics van de democratie aantasten, namelijk het democratisch besluitvormingsproces en de gelijkheid van elke burger voor de wet, mogen geband worden uit het halfrond. Al de rest moet kunnen. Van onzin als katholieke dialoogscholen over het afkondigen van een migratiestop, tot het nationaliseren van banken en multinationals: je kunt er voor of tegen zijn, maar het zijn stuk voor stuk voorstellen die vanuit democratisch oogpunt legitiem zijn en dus bespreekbaar. Idem voor de voorstellen om de Europese Unie af te schaffen, dan wel uit te bouwen tot een United States of Europe. Allebei even legitieme standpunten zijn dat en het is aan de kiezer, en aan hem alleen, om daarover te oordelen.

Alle meningen?

Niet zo in Brussel blijkbaar. Daar worden andere standaarden gehanteerd. Wie het aandurft de Europese constructie in vraag te stellen, riskeert als ‘anti-Europees extremist’ gebrandmerkt te worden en op droog zaad gezet. Alle meningen zijn gelijk in Europa, maar sommige blijken net iets gelijker. Maar geen nood. De kritische burger die zich zorgen maakt of dit alles wel democratisch is, kan op zijn beide oren slapen. Er komt immers een ‘comité van onafhankelijke eminente personen’ (sic) die zal uitmaken wie een ‘anti-Europese extremist’ is en wie niet. Oef!

 

Joren Vermeersch (1981) is jurist, historicus, auteur en adviseur ideologie voor N-VA. Bijdragen zijn steeds in eigen naam. Hij publiceerde '1349: Hoe de Zwarte Dood Vlaanderen en Europa veranderde', en met Theo Francken 'Continent zonder grens' en 'Migratie in 24 vragen en antwoorden'.

Commentaren en reacties